uitvoering daarvan op zich nog een discussiestuk wordt. Hij pleit ervoor dat bij de effectuering van het plan, dit niet meer verstoord kan worden door een artikel 19 procedure. De voorzitter begrijpt precies wat de heer Jansen bedoelt. Zolang Gedeputeerde Staten het desbetreffende door de raad vastgestelde plan binnengebied-centrum niet hebben goedgekeurd, moet de raad blijven werken met de artikel 19 procedure. Dat houdt op op het moment dat Gedeputeerde S taten dat plan hebben goedgekeurd. Hij zegt uitdrukkelijk toe dat het college niets in dat kader zal ondernemen. Aangezien de gemeente eigenaar is, zal bij de uitgifte van de grond zeer nauwgezet en alert te werk worden gegaan. De grond wordt alleen verkocht aan Prinsenbeekse ondernemers afkomstig buiten het winkelconcentratiegebied. De heer Lodewijks is van mening dat er wel een beleid gevoerd wordt. Hij wil de heer Verstraten steunen in zijn opvatting omtrent die hearing. Het is natuurlijk de vrijheid van iedere politieke partij om de bevolking te horen, maar hij vindt het wei een beetje ver gaan om in de stukken van het college te lezen dat een hearing van een politieke partij onderdeel uitmaakt van een fase in het beleid van het college. De voorzitter protesteert hier ten sterkste tegen. Het college heeft daarmee een handreiking gedaan aan andere partijen. De heer Lodewijks verklaart er tegenstander van te zijn om in dat beleid een hearing plaats te geven als afzonderlijk element. De voorzitter zegt dat de informatie die eventueel uit zo'n hearing komt eventueel meegenomen kan worden. De heer Ver straten zegt het jammer te vinden dat andere politieke partijen niet aanvoelen wat hij heeft betoogd. In zijn betoog heeft hij willen benadruk ken dat er op dit moment in de Groenstraat een winkelcentrum gebouwd gaat worden dat verkeersconsequenties heeft. Daarvan zegt zijn fractie dat het gevaarlijke consequenties heeft voor de bewoners van Prinsenbeek die belangrijker zijn dan de economische problemen. Indien mogelijk, geef dan de Groenstraat een ander karakter. Wethouder Houtepen zegt dat de verkeerscommissie omtrent deze zaak een duidelijk standpunt bepaald heeft. De wens is te kennen gegeven dat zij graag in een volgende vergadering over meer concretere gegevens wil beschikken, zodat een advies kan worden uitgebracht in de toekomstige wenselijke ver keersstroom. Een groot onderdeel daarvan is de problematiek in de Groenstraat. Er zullen ook alternatieven aangegeven worden. Het college heeft aan de Groenstraat-bewoners ook het advies meegegeven dat ze duidelijk moeten zeggen wat zij willen. Dat kan dan in de verdere afweging meegenomen worden. De heer Jansen zegt dat plotseling de artikel 19-procedure in werking is gezet voor deze bouwaanvrage in de Groenstraat op het moment dat de raad en het college zich buigen over de totale invulling van het centrum.,. Zowel voor wat het marktaanzien betreft alsmede de daaruit voortspruitende omvang van de markt, de verschillende facetten daarvan en de verkeersproblemen. Daarmee loopt het college vooruit op de totaliteit ondanks het feit dat het college nu nog weet wat het straks moet worden. Op dat punt kan hij de heer Verstraten volgen. Hij vraagt zich af of het verstandig is om die proce dure te continueren, zolang er meer bekend is over de totale omvang en de onderlinge samenhang en iedereen weet wat men wil. Het college heeft zich van de wijs laten brengen door een toevallige bouwaanvrage en een tus sentijdse oplossing gevonden. Het college had dit ook naast zich neer kunnen leggen want er bestaat namelijk geen verplichting om een artikel 19-procedure te starten. Hij wil er wel op aandringen dat minstens de mensen die nu be zwaren hebben persoonlijk gehoord zullen moeten worden om daaruit de argumenten te putten of men doorgaat met de artikel 19-procedure of dat het misschien toch verstandiger zou zijn straks alles in zijn totaliteit te be kijken. Het is de verantwoordelijkheid van het college of men hiertoe bereid -20-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 68