De heer Lodewijks zegt dat niet in de notulen staat en wat hij wel gevraagd heeft tijdens de rondvraag om een kopie van de brief van "Brabant nee tegen de kernwapens" aan hem toe te zenden. Op die vraag is door de voorzitter bevestigend geantwoord. Op pagina 5 brengt de voorzitter de commissies in stemming. Hij wil het college ook vragen om de band af te luisteren en te controleren of de formulering juist is weergegeven in de notulen en of inderdaad in het voorstel waarvoor gestemd wordt de commissies ex artikel 61 van de gemeentewet als zodanig zijn vernoemd. Hij zegt niet dat het juist of onjuist is, maar het viel hem op toen hij dat las. Hij veronderstelt dat dat niet gezegd is. De voorzitter zegt zich niet meer te kunnen herinneren of hij inderdaad gespro ken heeft over artikel 61 Gemeentewet. Hij heeft ook de inhoud van de notulen niet meer nagelezen. Hij wil de band echter wel afluisteren, maar het ging met name over het inhoudelijke, dus over commissies van advies aan het college van burgemeester en wethouders, waarvan een lid van het college deel uitmaakt. De heer Lodewijks zegt dat het in dit geval heel wat uitmaakt hoe de formule ring was van het voorstel waarover gestemd is. De voorzitter zegt nogmaals toe de band te zullen afluisteren. De heer Nagelkerke zegt naar aanleiding van de notulen ten aanzien van voorstel 22a tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het centrumgebied, een aantal vragen te hebben. Op pagina 19 zegt de voorzitter voor de volle 100% overleg te willen voeren met het P.O.K.-bestuur en dat het college aan adviseurs minder behoefte heeft. Bedoelt het college daarmee dat als het P.O.K.-bestuur 100% overleg wil, het zijn adviseurs maar thuis moet laten. De voorzitter zegt dat het college dat inderdaad gesteld heeft op dit ogenblik, aangezien er tot nog toe praktisch geen relatie was met het P.O.K.-bestuur maar met de adviseurs. Het' college wil ook weieens met het P.O.K.-bestuur praten. De heer Nagelkerke zegt dat de adviseurs het P.O.K. kunnen vertegenwoordigen omdat het P.O.K. die adviseurs aanstelt. Het college wil eind april begin mei een voorlichtingsavond geven aan de gehele Prinsenbeekse bevolking waarbij iedereen van harte welkom is met zijn ideeën. Gaat dit nog door of is dat een loze kreet geweest. De heer Dirven zegt dat het een collegebesluit is geweest om dat te doen. Op dat moment was het streven naar genoemde periode, doch over een paar weken weet het college pas definitief wanneer die datum vastgesteld kan worden. De heer Nagelkerke is geschrokken van de mededeling op pagina 20 dat de grond alleen wordt verkocht aan Prinsenbeekse ondernemers afkomstig van buiten het winkelconcentratiegebied. Dat betekent dat men ook een binnenwinkel- concentratiegebied heeft en dat met name deze mensen eigenlijk voorrang zouden krijgen boven iedereen om op de markt eventueel iets te gaan doen. De voorzitter vraagt of de heer Nagelkerke bedoelt dat de ondernemers die op het ogenblik binnen het winkelconcentratiegebied hun zaak hebben naar het gevoelen van de heer Nagelkerke als eerste in aanmerking zouden moeten komen. De heer Nagelkerke bevestigt dit. De voorzitter zegt dat de heer Nagelkerke het hele D.P.O.-onderzoek "Prinsen beek kiezen voor de toekomst" en de structuurschets op dit terrein dan niet helemaal heeft begrepen. Het gaat er nu juist om, dat degenen die in Prinsen beek doch buiten het winkelconcentratiegebied op dit moment hun zaak of onderneming hebben het centrumgebied moeten komen versterken. Ook Gedepu teerde Staten onder andere stellen in hun kanttekening bij de structuurschets dat in principe de Prinsenbeekse ondernemers van buiten het winkelconcentratie gebied door middel van nieuw-vestiging, het concentratiegebied moeten kunnen invullen en niet degenen die al binnen het winkeiconcentratiegebied wonen. Want het gaat er om het winkelconcentratiegebied te versterken door degenen die daar niet in woonachtig zijn danwel daar niet een zaak hebben, om er naar toe te trekken en niet om degenen die al binnen het concentratiegebied hun -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 74