zaak hebben de gelegenheid te geven uit te kunnen breiden of nieuwbouw te
plegen. Die hebben al krachtens de bestemmingsplanwijziging van 1981 de moge
lijkheid om uit te breiden tot 75% van het perceeloppervlak. Daarbij heeft
de raad destijds besloten ten aanzien van het gedeelte van de markt zelfs te
gaan tot 100%. Dat is door Gedeputeerde Staten afgewezen. Met het plan "Bin-
nengebied-Wonen", wat eind juni ter visie gaat, wordt dat overigens weer
rechtgetrokken tot 75%. Heel duidelijk staat dat ook bij variant 3 in "Prinsen
beek, kiezen voor de toekomst".
De heer Nagelkerke begrijpt dat het centrumgebied niet alleen de markt is
maar ook de straten die daar naar toe lopen. De ondernemers die een zaak
hebben buiten dat winkelconcentratiegebied kan hij op de vingers van één hand
teilen.
De voorzitter zegt dat het college en de raad daarom terecht hebben gezegd
dat wat op de markt zal moeten komen zeer kleinschalig van opzet moet zijn.
Hij hoopt dat hij de heer Nagelkerke voldoende heeft ingelicht.
De heer Nagelkerke zegt dat de heer Jansen op pagina 21 een beroep doet,
en niet meer dan dat, op het college om de artikel 19-procedure niet te conti
nueren. Hij hoopt, ondanks dat hij er verder niets meer over gehoord heeft,
het college dat beroep ter harte heeft genomen.
De voorzitter zegt dat het college het gezegde van de heer Jansen in de vorige
vergadering voor kennisgeving heeft aangenomen.
De heer van den Bliek vraagt wanneer de notulen van 21 maart definitief worden
vastgesteld.
De voorzitter zegt dat dat een verslag is.
De heer van den Bliek zegt dat een verslag als zodanig ook dient te worden
vastgesteld en hij vraagt zich af op welk moment dat geschiedt.
De voorzitter zegt dat het niet in de bedoeling ligt die vast te laten stellen.
Iets anders is, dat de raad zonder meer het recht heeft om te reageren wanneer
er zaken in staan die niet conform het gezegde zijn. Bij informele vergaderingen
is het echter niet de bedoeling dat zo'n verslag wordt vastgesteld. De raadsleden
kunnen altijd schriftelijk reageren en dan zal hij als voorzitter van de raad
de overige leden van de raad daarover informeren.
Zonder hoofdelijke stemming
worden vervolgens de notulen
vastgesteld met dien verstande
dat:
- blz. 5, de regels 26, 27 en 28
nogmaals zullen worden afge
luisterd van de band;
- de vraag van de heer Lodewijks
omtrent de brief inzake de
plaatsing van kruisraketten nog
zal worden opgenomen.
3. Ingekomen stukken.
a. Schrijven d.d. 28 februari 1984 van het Stadsgewest Breda inzake de reactie
van de aangesloten gemeenten op de structuurschets stedelijke gebieden
1983;
b. Schrijven d.d. 29 maart 1984 van het Stadsgewest Breda inzake het ontwerp-
uitwerkingsplan waterwingebieden en de concept-verordening bescherming
waterwingebieden;
c. Goedkeuring van Gedeputeerde Staten op de raadsbesluiten tot:
4ie wijziging begroting 1983 algemene dienst (regularisatie);
6e wijziging begroting 1984 algemene dienst (verstrekking geldlening
Woningstichting Prinsenbeek);
-3-