kosten met zich meebrengen, maar er is ook afgesproken dat dan op deze zaak teruggekomen wordt. Wanneer dit zal zijn weet hij nu ook nog niet. Het is natuurlijk wel zo, dat het tarief door dit grotere contract toch enigszins meege vallen is. Er zijn ook wel eens bepaalde bespiegelingen gehoord die toch aanmer kelijk hoger uitkwamen. Wat de hoeveelheid betreft is er een tegenstrijdig principe op nagehouden. Althans dat lijkt zo, maar bij 80.000 ton geldt het minimum tarief. Daar beneden is er geen tarief. Het aanbod is echter veel en veel hoger. Het was toch logischer om dan dat getrapte tarief te hanteren. Voor de waterbehandeling staat een P.M. post. Daar kon de portefeuillehouder geen nadere gegevens over verstrekken omdat dat nog in onderzoek was. Men kon hem ook niet vertellen wat de kosten daarvan exact zijn. Ook de zuivering speelt daarbij een rol. De Grontmij exploiteert de stortplaats en particulieren kunnen daar natuurlijk ook storten. Er is genoeg te doen geweest over de vorm van kontrole. Men hoopt dat deze vorm van kontrole echt gevaarlijke stoffen tijdig signaleertEr is een kontroleur aangesteld, die wordt ook betaald. Er was touwtrekken geweest wie die zou betalen, de provincie of het stadsgewest. Er wordt al het mogelijke gedaan om een en ander toch verantwoord te verwer ken. De heer van den Bliek vindt het een merkwaardige gang van zaken dat men enerzijds zich verbonden heeft aan het minimum aanbod van 80.000 ton, terwijl men anderzijds niet weet wat de kosten zijn die op ons afkomen als men er onder blijft. Laat staan dat men de zaak nog bij kan sturen. De heer Houtepen beaamt dit. De heer Lodewijks zegt dat het punt wat de heer van den Bliek aansnijdt uitge breid aan de orde geweest is in de stadsgewestelijke raad. Het komt er op neer dat wanneer er minder wordt aangeleverd dan dat magische getal, één ton vuilverwerking meer kost dan wanneer er meer wordt aangeleverd. Het wordt kostbaarder. De vrees die wordt uitgesproken dat door Zevenbergen minder wordt aangeleverd, is minder groot omdat er nu al veel meer wordt aangeleverd dan het tonnage dat nu berekend is. De heer Vissers vindt dat de verantwoordelijkheid niet exact is geregeld. Hij houdt er de vertegenwoordigers van het stadsgewest aan dat zij daar erg attent op zullen zijn en dat het goed geregeld wordt. Het is een soort afschuifsysteem, waarbij later niemand de verantwoordelijkheid op zich neemt. De heer Houtepen deelt met de heer Vissers de ongerustheid. Geprobeerd moet worden om het vuil dat daar aangeboden wordt op een verantwoordelijke wijze te verwerken, maar dat moet overgelaten worden aan de deskundigen. Er is een commissie afvalverwerking die bekend is met dit probleem. In ieder geval zal al het mogelijke worden gedaan om het zo gecontroleerd verantwoord moge lijk te verwerken. De heer Jansen zegt bij interruptie dat in de commissievergadering die daar over was werd medegedeeld dat het risico bij de Grontmij lag. Hij heeft toen medegedeeld dat dit een juridisch wangestaite is en dat er rekening mee moet worden gehouden dat dan straks de gemeente uiteindelijk toch de verantwoorde lijkheid wordt toegeschoven. Dat vond men nogal raar. Nu blijkt dat de veronder stelling, gedaan in die vergadering, volkomen korrekt was. Het kon niet anders. Het punt hierbij is dat men wel de ongerustheid kan uitspreken maar zich daar mee niet onttrekt aan de juridische gevolgen van het samenwerkingscontract. Wanneer binnen dat samenwerkingscontract de gemeente foutief handelt dan is de gemeente daar verantwoordelijk voor. Dat is nu eenmaal een juridisch gegeven. Als men daarvan schrikt, dan moet men niet meedoen en uit de combi natie treden en moet men op een andere manier zijn vuil maar kwijt zien te raken. Er is dus geen andere oplossing, dan "ja" te zeggen met de juridische consequentie dat diegene die er aan mee doet verantwoordelijk is voor zijn eigen falen. Hij vindt het alleen vervelend dat men dat zich pas realiseert op het moment dat er niets meer aan veranderd kan worden. De heer Lodewijks deelt met de leden van de fractie in het stadsgewest, de zorg over de aansprakelijkheidskwestie. Het is echter geen kwestie van doorschui- -8-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 80