tijd in de Klepel zou verschijnen. Tot op heden heeft hij daarvan niets gezien.
Wordt er nog informatie verstrekt? Alles duidt er op dat er nog problemen
zijn onder de bevolking omtrent het ^ecruik van de containers.
De heer Houtepen zegt dat men heeft kunnen lezen dat er in de gepubliceerde
wenken ook extra mogelijkheid gegeven is voor het klaarzetten en het ophalen
van tuinvuil. Daarnaast zijn er nog meerdere wensen vermeld. Als men nu nog
extra vuil heeft dan krijgt men het advies om het vuil te deponeren op het
terrein van openbare werken.
De heer Schreiner zegt dat een container ook te vol of te zwaar kan zijn. Als
er bepaalde criteria voor bestaan zou dat aan de bewoners medegedeeld kunnen
worden. Ook wat betreft de verzekering en schade, want wat gebeurt er als
er een wiel afloopt of als hij van de weg waait en er een auto overheen rijdt
of er tegenaan rijdt. Wie is er dan verantwoordelijk?
De heer Houtepen meent dat er gepubliceerd is over het gebruik van de mini-
containers. Er komen nog steeds vragen dus het blijkt dat alles nog niet voldoende
duidelijk is, zodat alles nog eens gepubliceerd moet worden.
De heer Schreiner vraagt zich af waarom het stuk onder a., terwijl binnen vier
weken bezwaren ingediend moeten worden, nog bij de ingekomen stukken ligt,
of is dit iets wat de raad niet aangaat? Het is nu 24 mei en het schrijven is
van 9 april. Dat is al ruim zes weken.
De voorzitter zegt dat dit stuk op 12 april 1984 is ingekomen. Als men daar
vier weken bijtelt dan betekent dit dat het op 24/25 mei alsnog kan. Hij kan
geen antwoord geven op de vraag waarom het stuk niet in de april-vergadering
is geweest. Op 25 april is het in de vergadering van het college van burge
meester en wethouders geweest en er was geen aanleiding voor het college,
nadat de afdeling financiën dit had nagekeken, om te reageren. Het zijn overi
gens stukken aan het college van burgemeester en wethouders en niet aan de
raad. Hët college is zo correct om deze stukken ter kennis van de raad te
brengen.
Vervolgens worden de stukken a
t/m n voor kennisgeving aangenomen
en stuk o ter afdoening in handen
van het college gesteld.
4. Mededelingen over de Gewestraad Breda.
Er zijn noch mondelinge, noch schriftelijke mededelingen te doen.
5. Voorstel inzake de ontwerp-nota meerjarenbeleid Stadsgewest Breda 1984-
1988.
De heer Nagelkerke hoopt dat er van de uitgebreide opsomming in de prak
tijk ook een beetje van terecht zal komen. De bedoelingen zijn echter goed.
Ten aanzien van punt 31 heeft de commissie algemene zaken gezegd dat er
op gelet moet worden, dat bij het lezen van dit punt de indruk zou kunnen
ontstaan dat dit indirect een adhesiebetuiging is ten opzichte van het S.A.D.
Dit is echter niet zo en het moet niet in direct verband gebracht worden met
hetgeen in punt 31 staat.
Wat betreft punt 34 is in de commissie verwoord dat erkenning op de huidige
basis waarschijnlijk niet verkregen zal worden.
De heer van den Bliek zegt dat er ten aanzien van de gezondheidsdienst een
aantal zaken worden ingekrompen danwel overgeheveld. Met name de medische
sportkeuring wordt aan een particuliere stichting overgedragen, beperking van
het baarmoederhalskankeronderzoek en geleidelijke verdwijning van de curatieve
logopedie. Is daar in de personeelssfeer rekening mee gehouden? Is het zo dat
de werkbelasting zodanig is dat er ruimte komt en hoe wordt het financieel
vertaald. Is dat al in deze nota verwerkt? Bij het punt versobering van de be
stuursstructuur is met name aangedrongen op versobering van de stadsgewest-