Mevrouw van Esch zegt dat de argumenten die de wethouder heeft genoemd al bekend waren. Op grond daarvan is besloten om nee te zeggen. Echter ook om het ten opzichte van de K.V.O.-groep te verantwoorden. Die moeten een vloer laten leggen dat veel kosten met zich meebrengt. Zij blijft neen zeggen, ondanks het feit dat de activiteit van deze groep hogelijk gewaardeerd wordt. De heer Oosthoek zegt dat hij de benodigde tijd voor de planning over het hoofd heeft gezien. Er zit nu nog een mogelijkheid in om ja te zeggen, mits de evaluatie van het K.V.O.-gebeuren aanleiding zou zijn om het niet door te laten gaan. Bij interruptie merkt de heer Roeien op dat het niet doenlijk is om een vereniging die nu al stappen moet ondernemen, in moeilijkheden te brengen als volgend jaar maart pas definitief beslist kan worden. De heer Oosthoek zegt dat men dan moet proberen elders onderdak te vinden. Wanneer de evaluatie er toe zou leiden om te besluiten dat de sporthal voor dit doel gebruikt kan worden dan staat er niets in de weg. In het andere geval moet men naar elders uitzien. In dit geval moet men kijken wat zo'n vereniging doet voor de gemeenschap en dat is bij deze vereniging erg veel. De heer van den Bliek zegt geluisterd te hebben naar de argumenten van de wet houder. Een aantal is ook al in de commissievergadering verwoord. Hij draagt de Twirling Girls beslist een goed hart toe maar de zaak moet objectief bekeken worden vanuit de activiteit op zich. In de vorige raadsvergadering is al heel duide lijk gezegd dat men zich erg bewust is van de precedentwerking. Als incidenteel kan worden beschouwd bijvoorbeeld 50 jaar. Nu wordt al gesproken over vijf jaar.. Bij interruptie zegt de heer Lodewijks dat met incidenteel nooit bedoeld kan zijn geweest de geschiedenis van de vereniging. Het is altijd gekoppeld geweest aan het gebruik van de sporthal en daarbij is incidenteel één, twee of misschien vijf keer per jaar. Dat heeft niets te maken met een 5-jarig of 50-jarig bestaan. Het gaat om de sporthal en niet hoe lang de vereniging bestaat. De heer van den Bliek zegt dat zijn fractie het toen anders heeft begrepen en is men ook de mening toegedaan dat als incidenteel toch het bestaan moet worden beschouwd. Het is hen ook onduidelijk waarom het in deze hal moet gebeuren. Deze activiteiten lijken niet direct aan binnen of buiten gebonden. Het brengt het college in een steeds moeilijker situatie als dergelijke activiteiten worden toegestaan. De gebruikers van de hal kunnen op een gegeven moment ook zeggen dat zij een gratis evenement willen organiseren. Dat is een tweeslachtig beleid. Goed moet worden beargumenteerd waarom dat tweeslachtig beleid wordt gevoerd en dat is zeer moeilijk. Al is er een voorbeeld van een andere gemeente waar niets aan de vloer te zien is dan weet men nog niet wat voor beleid daar gevoerd wordt. Misschien wordt daar een ander afschrijvingsbeleid gevoerd dan hier in Prinsenbeek mogelijk is. Zijn fractie is van mening dat als op deze wijze wordt voortgegaan het einde zoek is en ondersteunt daarom het voorstel niet. De heer van der Kooij zegt het met de heer Lodewijks eens te zijn dat inciden teel moet worden gezien ten aanzien van het gebruik van de sporthal en niet ten aanzien van het bestaan van de vereniging. Het is een misvatting door er anders over te denken. Men praat tenslotte over de sporthal en niet over de vereni gingen. Een sporthal is bedoeld om gebruikt te worden en er moet bij het beleid niet van worden uitgegaan dat hij niet gebruikt wordt. Ook dat merkt hij in de discussie. Beschadiging van de vloer is helemaal niet aan de orde als er voldoende maatregelen worden getroffen. De vloer staat op het investeringsschema en is redelijk ver afgeschreven. Onlangs is besloten om de vloer nog langer te laten liggen terwijl hij eigenlijk al eerder vervangen had moeten worden. Dit hoeft niet omdat hij nog in een goede staat is. Dat is geen reden om de vloer kapot te maken, maar er kunnen voldoende voorzorgsmaatregelen getroffen worden om te zorgen dat hij heel blijft. Zijn fractie is voor het voorstel. De heer Nagelkerke citeert uit het voorstel het volgende: "indien uw raad van mening is dat deze activiteit een niet-commercieel en een incidenteel karakter heeft, kan besloten worden conform het raadsbesluit van 28 maart 1985 de sporthal om niet te verhuren". Daarbij wordt aangegeven dat besloten is op 28 maart 1985 de sporthal gratis te verhuren. -6-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 104