13. Voorstel tot het delegeren der benoeming van onderwijzend personeel voor de nieuw te vormen openbare basisschool aan het college van burgemeester en wethouders. lfr. Voorstel tot het nemen van een principe-besluit inzake de bevoegdheid tot het benoemen van een directeur van de openbare basisschool en het benoemen van de heer M. Suijkerbuijk tot directeur van deze school. -11- Zonder beraadslaging en hoofde lijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethou ders besloten. De voorzitter zegt dat van de raad twee besluiten worden gevraagd. Het eerste besluit betreft het akkoord gaan met de benoemingsprocedure zodanig dat die aan de raad wordt voorbehouden. Het tweede besluit betreft het benoemen van het huidige schoolhoofd. De heer Lodewijks zegt dat zijn fractie het besluit zou willen uitbreiden met een derde punt. Nu de heer Suijkerbuijk wordt benoemd tot directeur van de nieuwe basisschool lijkt het hem zinvol om vanaf het begin de functie van adjunct-directeur binnen de basisschool vast te stellen. De functie van adjunct-directeur zou bij dit besluit gevoegd kunnen worden. Deze zal dan voor de onderbouw van de school belangrijke bevoegdheden krijgen. Wie dat zal worden en hoe de functie zal worden ingevuld moet nader worden bezien. Het lijkt hem verstandig dit nu meteen formeel vast te leggen en niet te laten afhangen van toevallige omstandigheden. Mevrouw van Esch zegt dat er gekozen is voor een éénhoofdige schoolleiding die tot stand is gekomen in overleg met het onderwijzend personeel. Zij maken een keuze. Als daar een directeur benoemd wordt dan is het aan het bestuur en aan de school zelf om een adjunct te benoemen, dat helemaal los staat van het feit dat hier beslist zou moeten worden. Als dit niet juist is dan moet dit onderzocht worden. De heer van den Bliek zegt dat hij begrepen heeft dat de keuze voor een éénhoofdi ge leiding zowel vanuit het team als door de schoolhoofden naar voren is gebracht. Is het formeel zo dat er alleen een tweehoofdige schoolleiding bij het voortgezet onderwijs bestaat of is dit bij wet ook geregeld voor de basisscholen? Hij voelt ook wel wat voor het voorstel van de heer Lodewijks. Hij heeft er begrip voor dat men op dit moment in goed overleg zonder problemen tot een taakstelling is gekomen maar over een aantal jaren is er sprake van een andere samenstelling. Wrijving en wrevel kan worden voorkomen door nu een duidelijk besluit te formule ren. Wethouder Dirven zegt dat er een éénhoofdige of een tweehoofdige schoolleiding aangesteld kan worden. Wat dat betreft heeft het dagelijks bestuur van de school gekozen voor een éénhoofdige leiding. Er wordt wel een plaatsvervangend directeur benoemd, maar daar worden verder geen consequenties aan verbonden. Als er een tweehoofdige leiding benoemd wordt dan is het bestuur, als de eerste wegvalt, verplicht om de tweede dan tot eerste directeur te benoemen. Dan zit men vast aan een situatie die misschien erg moeilijk is. Het is wat gemakkelijker en opener om in een dergelijke situatie dan te beslissen wie het moet worden. Er zijn geen problemen in de scholen omdat het een voortzetting is van de huidige situatie en omdat in de school - door het feit dat ze naast elkaar liggen - altijd al een zeer goed overleg is geweest tussen kleuter- en lagere school. Er zijn nooit problemen over geweest. Ook niet in het zogenaamde hoofdenberaad dat elke maand plaats vindt. Dit blijft ook ongewijzigd. De door de raad te benoemen plaats vervangend directeur zal ook bij dat beraad aanwezig zijn. De integratie van de twee schooltypes bij elkaar is veel belangrijker dan de formele regeling. Het gaat op dat punt erg goed in de Apolloschool en Klavertje Vier. Het team wil het, de hoofden willen het en ook het bestuur. De zaak moet niet worden overtrokken naar de formele kant maar het moet zo worden gehouden als het op dit moment is. Het is ook geen voordeel om een tweehoofdige leiding te hebben. Als er andere personen voor in de plaats zouden komen, wordt er een situatie geschapen waarbij discrepantie kan ontstaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 109