-8- karakter mogen hebben. Het aangeven van het aantal inschrijvingen voldoet derhalve niet, ook de opkomst is van belang. Bijzonder jammer is dat de opkomst van de jongeren minimaal is terwijl er toch in de leeftijdsgroep van 18 tot 21 jaar ruim 100 personen werkloos zijn. Met deze initiatieven is deze groep klaarblijkelijk niet gediend en zijn fractie pleit er dan ook voor de besteding hiervan anders te gaan regelen c.q. deze cursussen te gaan doorlichten. Namelijk 2/3 van het beschikbare krediet wordt besteed aan docentenvergoeding. Hij stelt dan ook voor om de docentenvergoeding, die is afgestemd op bekwaamheid en deskundigheid, te herzien. Immers de cursussen zijn geen doel op zichzelf, doch vooral belangrijk voor sociale contacten en dergelijke en derhalve stelt hij dat enthousiasme en omgangslenigheid van de begeleiders en docenten voorop dient te staan en niet direct de bekwaamheid en deskundigheid. Bovendien als deze vergoedingen vergeleken worden met de onkostenvergoedingen die voor muur- en bosprojecten worden gemaakt dan kunnen de verschillen niet beargu menteerd worden terwijl die projecten ook als dienstverlening worden beschouwd aan de gemeente hetgeen ook gesteld wordt voor de cursussen. In dit verband kan ook gedacht worden aan cursussen zodat daarmee andere activiteiten kunnen worden bekostigd. Derde punt is de werkplaats. De bedoeling van het opzetten van deze werkplaats is om jongeren binnen het bereik te brengen van reguliere scholingsmogelijkheden en de arbeidsmarkt. Hij wil best meegaan in het feit dat deze werkplaats een brugfunctie krijgt met verwijzing naar de goede erva ringen in Breda maar heeft daarover zeer sterke twijfels. Er zijn namelijk 253 brieven rondgestuurd en daarop hebben er bedroevend weinig gereageerd. Derge lijke projecten zijn - de praktijk wijst dit uit - niet zelden van kortstondige duur en spelen een minder grote rol in het verhogen van een kans op een vaste arbeidsplaats. Vaak worden deze projecten simpele opvangprojecten. De behoefte van de jongere werkloze aan normale reguliere arbeid is altijd nog groter dan deze alternatieve opzet. Het gebrek aan belangstelling hangt wellicht hiermee samen. Desalniettemin is zijn fractie bereid om bij wijze van proef dit project voor een jaar aan te zien waarbij zijn fractie niet verder wil gaan dan f. 10.000,— inrichtingskosten en waarbij de overige kosten geput moeten worden uit de reeds beschikbare f. 45.000,— voor het S.K.W.-werk. Er kan vanuit worden ge gaan dat deze f. 10.000,— niet aan het rijk dienen te worden teruggegeven. Zijn fractie heeft geen hoge verwachtingen betreffende die tweede f. 10.000,-- omdat niet aan de voorwaarden terzake wordt voldaan. Zijn fractie stelt dat de minimale ondergrens tien personen per activiteit dient te bedragen in deze werkplaats en evenzo nadere gegevens overgelegd dienen te worden bij de cur sussen. Hij vraagt hoe het staat met het advies van de Bredase toetsingscom missie ten aanzien van deze werkplaats. Dit alles afwegende meent zijn fractie dat de raad met zijn beleid nog steeds niet op de juiste weg zit. Er dienen andere regelen getroffen te worden. Bij de laatste algemene beschouwingen heeft zijn fractie erop aangedrongen om een stage-bank op te richten. Intussen blijkt dat de gemeente Breda in samenwerking met het Gewestelijk Arbeids bureau met name voor de jongere werkzoekenden een project heeft ontwikkeld dat veel gelijkenis heeft met het eerder gedane voorstel, het zogenaamde PEP- project (Praktijk Ervarings Plaatsenproject). Met dit project wordt een betere afstemming van opleiding en ervaring van de jongere op het bedrijfsleven beoogt. Het lijkt hem een goede zaak om hierop eens in te spelen. Het welslagen van dit project hangt uiteraard af van de medewerking die daaraan gegeven wordt. Er zit evenwel geen dwang achter voor de jongeren en naar zijn mening zal dat de jongeren veel eerder motiveren. De gemeente kan hierin een rol spelen door dit project te stimuleren en daarin wervend op te treden. Bekeken kan worden welke plaatsen in Prinsenbeek daarvoor in aanmerking komen door de bedrijven te benaderen en te bezien of op deze wijze misschien meerdere plaatsen gecreëerd kunnen worden dan door het G.A.B. haalbaar is. Gaarne verneemt hij hieromtrent het standpunt. Tenslotte heeft zijn fractie begrepen dat het aantrekken van een beroepskracht door het college nog opportuun wordt geacht. Resumerend zou hij willen stellen dat deze nota eigenlijk nog onvoldoende evaluerend van karakter is en hij stelt het op prijs in het vervolg meer infor matie te verkrijgen met betrekking tot het deelnemen aan cursussen. Het aantal cursussen kan worden beperkt of worden doorgelicht. Daarnaast dient de onkosten-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 10