-9-
vergoeding te worden herbezien. Met betrekking tot de werkplaats voor jongeren
is zijn fractie zeer terughoudend. Desondanks wil zijn fractie dat voor een
jaar aanzien en niet verder gaan dan f. 10.000,--. Voor het totale S.K.W.-werk
wil zijn fractie nochtans niet verder gaan dan de f. 45.000,-- die beschikbaar
is gesteld. Hij zou ervoor willen pleiten dat de gemeente zich gaat richten
op de stage-plaatsen en dergelijke. Hij moet tot slot concluderen dat het S.K.W.-
werk voor de jongeren om diverse redenen onvoldoende van de grond is gekomen
in tegenstelling tot de animo van de oudere werklozen en andere personen.
De heer Lodewijks dankt het college dat de nota nu ter tafel ligt. Het is hem
echter niet ontgaan dat er weer veel kritiek op de nota is en dat er nogal wat
voorwaarden aan verbonden worden door diverse raadsleden alvorens ze tot
instemming met die nota besluiten. Ook zijn fractie is van mening dat de nota
geen schoonheidsprijs verdient en dat sommige gedeelten van de nota wat meer
uitgewerkt zijn dan andere gedeelten. Op onderdelen zijn de doeleinden van
de activiteiten nou niet bepaald helemaal helder vastgelegd. Het college heeft
twee problemen volgens de nota. Het ene probleem is dat niet alle uitkerings
gerechtigden hetzelfde zijn. Daarom wordt er veel gediscussieerd over het
feit waarvoor het S.K.W. nu zou dienen: voor jeugdige of niet-jeugdige uitkerings
gerechtigden. Zijn fractie is van mening dat het S.K.W. van de grond getild
is waarbij uitkeringsgerechtigd zijn de norm was op grond waarvan toegang
tot de activiteiten geboden werd. Het tweede probleem waarmee het college
geconfronteerd wordt is de vraag wat de gemeente als gemeente kan doen inzake
de uitkeringsgerechtigden. Links en rechts wordt gezegd dat de gemeente actie
ver zou moeten zijn om mensen aan een baan te helpen. De gemeente zou crea
tiever moeten zijn om stage-plaatsen te creëren binnen onze gemeente via
een stage-bank. Hij denkt dat het niet voor niets is dat het college daar niet
helemaal uit komt. De bevoegdheden en de mogelijkheden van de gemeente
zijn erg beperkt. Hij vindt dat de raad zich dat ook moet realiseren. Waar er
regionale mogelijkheden zijn is hij van mening dat het college al het mogelijke
wil doen om bij die regionale voorziening te kunnen aansluiten. Ondanks alle
kritiek waardeert zijn fractie de nota voor wat betreft het overzicht dat gegeven
wordt en hij waardeert bijzonder de poging die gedaan wordt om tot een samen
hangend beleid te komen voor een groep van mensen, die het niet eenvoudig heeft.
Dus als men spreekt over S.K.W.-werk dan denkt hij dat men zowel de ene
kant: de slechte inkomenspositie van de mensen die onder die regeling vallen;
als de andere kant: de maatschappelijke verslechtering van de mensen, in ogen
schouw moet nemen. Uit de commissieverslagen en uit hetgeen hier vanavond
gezegd is put hij twee dingen die zijn fractie van harte wil ondersteunen. Aller
eerst de gedachte ten aanzien van stage-plaatsen bij Prinsenbeekse instellingen.
Allerlei gemeentelijke en semi-gemeentelijke instellingen zouden kunnen worden
ingeschakeld om mensen die daartoe de behoefte gevoelen en die daartoe gesti
muleerd worden iets voor de gemeenschap te laten betekenen. Ten aanzien
van de cursussen zou eens nagedacht kunnen worden of er in de verzorgende
sfeer wat meer aanbod zou kunnen komen. Er zijn ook een aantal kritische
punten die zijn fractie een beetje onwaarachtig overkomen. Het fanatisme van
kritiek van bepaalde zijde op bepaalde stukken van de nota die naar voren wordt
gebracht doet hem weieens duizelen en hij denkt weieens of het belang van
het S.K.W.-werk niet wordt achtergesteld bij de goede kans die men nu ziet
om het college voor de voeten te lopen. Hij zal wat voorbeelden noemen die
deze ergenis bij hem opwekt. Het college werd vorig jaar door deze raad gecor
rigeerd omdat de partners van de uitkeringsgerechtigden moesten kunnen deel
nemen zonder een eigen bijdrage. De wethouder werd terug gefloten. Nu gaan
er weer in commissies stemmen op om het dan maar weer eens anders te doen
en die partners van uitkeringsgerechtigden niet als gelijkwaardige deelnemer
te beschouwen en zelfs nog verder te gaan om ook de uitkeringsgerechtigden
zelf, die toen nog buiten schot waren en voor zover zij geen minimum inkomen
hebben, maar mee te laten betalen aan de voorzieningen. Zijn fractie is onaan
genaam getroffen door dit soort inconsequente standpunten binnen deze raad.
Van alle kanten wordt het S.K.W. een warm hart toegedragen. Als dat zo is
dan moet dat ook blijken. Hij heeft de indruk dat er nogal wat voorwaarden
worden genoemd waaruit blijkt dat dat warme hart toch wat kouder is geworden.