-23-
Daar waar de wethouder zijn persoonlijke missie hield, heeft dat ook plaatsgevon
den. De brief had iets anders kunnen luiden dan nu het geval is. Alles overziende,
rekening houdend met de gegeven informatie door het college, blijft hij van oordeel
dat de procedure naar de commissies en de raad toe, er een is die geen schoonheids
prijs verdient. Anderzijds heeft hij, rekening houdend met de gegeven informatie
nu,geen behoefte aan intrekking van de brief van 13 mei.
De heer van der Kooij zegt dat door zijn fractie bij de vraag of de interpellatie
toegestaan zou moeten worden, reeds gezegd is dat er geen behoefte aan bestond.
Het blijkt nu dat dit juist is. In de rechtvaardiging van het college ziet hij alleen
maar positieve dingen. Hij komt ook regelmatig langs de schermen en is niet gestopt
om vragen te stellen. Anderen hebben dat wel gedaan en dat is gunstig. Uit het
commentaar van de aanvrager van de interpellatie blijkt dat er helemaal geen
probleem is. Waarom was de interpellatie dan nodig? Het college krijgt een compli
ment en men is het eigenlijk eens met het college. Het interview was geen inter
view in de werkelijke zin maar het leek erop. Hij had niet verwacht dat een derge
lijke opmerking gemaakt zou worden. De reductie van het geluid wordt überhaupt
niet aangevochten. De enquête die gehouden wordt is van de T.H. Delft en niet
van Rijkswaterstaat. In de programmaverhalen van vroeger heeft hij gelezen dat
in 1976 en in programma's van voor die tijd met name wordt gesproken over een
geluidswering. Als de heer van den Bliek het wil, kan hij deze nog voor de dag
halen. Het is een zaak die al heel lang leeft en die in allerlei programma's naar
voren is gebracht. Het is inderdaad zo dat Gemeenschapsbelang daarmee de radio
heeft gehaald maar dat is het enige onderscheid. Deze interpellatie was niet nodig
geweest. Het heeft alleen meer informatie gegeven over de stand van zaken.
De heer Lodewijks zegt dat door hem niet gezegd is dat hij de interpellatie van
enig belang achtte. Nu hij de verhalen hoort, vindt hij deze interpellatie toch
belangrijk. Ten eerste weet hij nu wat enquêteren is, ten tweede dat geprivatiseerd
enquêteren altijd fout gaat en ten derde dat de woorden in eerste termijn nogal
eens te fel gekozen waren. Gemeenschapsbelang, dat overigens ook de geluidshinder
geprivatiseerd blijkt te hebben, verwijt het college twee dingen. Ten eerste een
zekere kwade trouw bij het college om op grond van een privé-enquête bij Rijks
waterstaat een zekere bezorgdheid aan te kaarten dat het een precaire zaak is
om, als geluidshinder niet verdwijnt en de kosten hoog zijn, een geluidsscherm
aan te leggen. Verder verwijt Gemeenschapsbelang het college de-loyaliteit ten
aanzien van een raadsbesluit. Hij heeft die twee verwijten serieus genomen. Serieu
zer dan Gemeenschapsbelang dat in tweede termijn nog eens accentueerde. Wethou
der Dirven heeft in kleurige bewoordingen zo ongeveer alle alinea's van de interpel
latie van Gemeenschapsbelang de revue laten passeren en daar links en rechts
commentaar bij gegeven. In grote lijn de intenties van de wethouder nu kennende
en na uitleg onderschrijft hij dat die reactie op de interpellatie gegeven kan worden.
Wat hem uit het antwoord van de wethouder duidelijk wordt, is dat de twee amateur
onderzoekers een zekere bezorgdheid hebben gekregen en dat zij die bezorgdheid
hebben willen kenbaar maken. Verder wensen zij een onderscheid te maken tussen
de objectieve belasting, die meetbaar is, dus de wettelijke norm van 55 db(A)
en de psychische belasting die niet wordt weggenomen. Hij neemt nu de brief
die het college heeft geschreven en licht daaruit de volgende zinssnede: "Uit de
gevoerde gesprekken bleek dat dezen, op een enkele na, zeer negatief waren".
Met andere woorden, de geluidsoverlast was nagenoeg niet minder. Dat verwijst
naar een objectief gegeven. De geluidsoverlast wordt niet als minder beoordeeld
door de betreffende personen. Hij citeert: "Gezien het bovengenoemde zou het
een precaire zaak zijn, indien zou blijken dat na het aanbrengen van de schermen
langs Rijksweg 16 het nut hiervan minimaal is tegenover de hoge kosten die er
mee gemoeid zijn". Als hij zo'n brief zou krijgen dan zou hij toch iets anders
denken van de indieners dan dat ze bezorgd zijn over de gang van zaken. Het
houdt zeker de suggestie in dat men uit moet kijken waar men mee bezig is. Het
kost veel geld en het levert niets op. De gemeente Prinsenbeek maakt hiermee
kenbaar dat men niet graag een scherm heeft. In tegenstelling tot de heer Roeien
wil hij wel zeggen dat hij de goede bedoelingen toch respecteert van de wethouder
en ook de opvatting van Gemeenschapsbelang dat deze zaak te belangrijk was