-24- om te laten passeren en een interpellatie nodig was. Die twee dingen zijn onverenig baar. Rijkswaterstaat moet wel verteld worden wat bedoeld is met de brief en dat is de bezorgdheid tot uitdrukking brengen dat de psychische belasting ten gevol ge van een scherm niet geringer hoeft te worden en dat Prinsenbeek niet van zins is om de ontwikkeling van een scherm, op de plaats waar dat zou moeten komen, nu te frustreren. Wethouder Dirven zegt dat er in de werkgroep verschillende malen over dit soort oriëntaties gesproken is. Die oriëntatie vindt regelmatig plaats door allerlei mensen. Er komen ook berichten binnen. Het is alles puur oriënterend. Rijkswaterstaat heeft toen de gemeenten benaderd en Prinsenbeek de mensen in de directe omge ving. De brief moet gezien worden als onderdeel van het gesprek en is niet gericht aan een vreemde groep doch aan de voorzitter van de werkgroep. Gisteren is de brief weer uitvoerig behandeld. De heer Lodewijks zegt bij interruptie dat de brief dan toch aan de voorzitter van de commissie, de heer Wichers, gericht had moeten zijn en niet aan de H.l.D. van Rijkswaterstaat. Wethouder Dirven zegt dat daar dan misschien een klein foutje in zit. Iedereen weet echter wie de heer Wichers is en welke functie hij bekleedt. Het was de heer Wichers wel aangekondigd. Het is niet op eigen houtje gegaan en er is verschil lende malen over gesproken. Gisteren is over die zaak weer gesproken en men was blij met de reactie. Niet in de zin dat het niet zo goed was, maar dat er een, naast het officiële geluid van de gemeente Aalst-Waalre, ook een ander geluid naar voren kwam. Het positieve is dat de werkgroep het psychische probeert weg te werken. Het zichtbaar zijn van het scherm als een duidelijke afbakening van het geluid en dan toch dat het ervaren van het geluid nu net de problematiek bij de mensen geeft. Als het scherm meer in de bossages wordt geplaatst en meer afschermt, dan is de geluidsbron niet direct zichtbaar. Als men het niet ziet dan valt de belasting weg. Er is besloten om zes vluchtdeuren in het scherm te plaatsen. Van het begin af aan is door spreker met 100% inzet gewerkt. Als het ambtelijk apparaat niet de voorbereidingen had getroffen vanaf 1979 dan was er nu nog niet de mogelijkheid van een scherm. De heer van den Bliek zegt bij interruptie dat hij een wetenschappelijke draai bedoelde die aan de enquête was gegeven. Wethouder Dirven zegt dat hij nooit heeft gezegd dat dit een enquête was. Het was een oriënterend bezoek. De heer van den Bliek zegt dat in de brief staat dat een tien-tal inwoners in de gemeente zijn geënquêteerd naar hun bevindingen. Wethouder Dirven zegt dat dat heel iets anders is. Er staat duidelijk: "Op 26 april hebben wij een oriënterend bezoek gebracht". Als daar had gestaan: "hebben wij een enquête gehouden" dan had de heer van den Bliek gelijk. Het werkwoord en quêteren is het vooruit stellen van vragen naar bevindingen. Een enquête houden volgens de normen die daarvoor gesteld zijn is heel iets anders en zou minimaal betekenen dat er cijfers op tafel komen. De heer Nagelkerke zegt dat al zouden het 10 mensen geweest zijn die gevraagd zijn, dan krijgt men toch van tien mensen een redelijk goed beeld. De heer Lodewijks zegt dat er nu aan tien willekeurige mensen wel erg veel gewicht wordt toegekend om dan vervolgens een brief aan de H.l.D. te sturen dat er geen scherm nodig is. Wethouder Dirven zegt dat het ,nu er is gewerkt, uit de proporties wordt gelicht. De voorzitter van de werkgroep was volledig op de hoogte en er is geheel volgens de methode van de werkgroep gewerkt. De heer Roeien zegt dat dit dan weer een erg belangrijke vormfout is. De wethou der weet goed dat als burgers een brief schrijven en er staat niet duidelijk "aan de raad van de gemeente" dat de raad die brief dan ook niet in handen krijgt. De betiteling is dus van essentiële waarde. Wethouder Dirven zegt dat er samen gewerkt moet worden aan een zo groot moge lijke vermindering van de geluidsoverlast in Prinsenbeek. Als gezegd wordt dat het een op zichzelf staande brief is, dan is dat niet waar. In de totaliteit van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 122