-10-
Bijvoorbeeld de voorwaarde dat het S.K.W. alleen gratis toegankelijk zou moeten
zijn voor mensen die kunnen aantonen van een minimum-inkomen te moeten
rondkomen. Gemeenschapsbelang wil zelfs lijsten met namen van deelnemers
en bereikt daarmede schending van de privacy. Terecht dat de wethouder zich
daar sterk tegen verzet en dat men zelf wil bekijken in hoeverre mevrouw X
of meneer Y in de door Gemeenschapsbelang gestelde termen valt. Hij dacht
dat de raadsleden zich terughoudend dienen op te stellen als het gaat om de
persoonlijke leefsfeer en als het gaat om de inkomenspositie van zijn inwoners.
Zijn fractie, al is het een oppositionele fractie, vertrouwt erop dat het college
een verantwoorde en gecontroleerde procedure hanteert met betrekking tot
de toelating tot die activiteiten. Alle criteria hebben tot doel om de toegang
tot die activiteiten zo min mogelijk te beletten. Wat zijn fractie betreft zou
het bij de toetsing om toegelaten te worden alleen maar moeten gaan om de
vraag of iemand uitkeringsgerechtigd is. Die vraag kan duidelijk beantwoord
worden. Hij verzet zich ten sterkste tegen een toetsing van wie het is en wat
zijn inkomen is. Een andere voorwaarde die gesteld wordt - waarmee hij het
ook niet eens is - is, dat de honorering te hoog zou zijn. Hij vindt het uitermate
ver gaan dat de gemeenteraad ten aanzien van de verhouding tussen werkgever
en werknemer een eigen inkomensbeleid zou gaan voeren dat ver afwijkt van
datgene dat landelijk geaccepteerd wordt. Het beleid dat het college voert
is het beleid dat door de V.N.G. als acceptabel is voorgeschreven. Dan zijn
er ook nog ideeën om cursisten bij eikaar te zetten in een cursus. Waarom moeten
beginners en gevorderden van elkaar worden gescheiden. Daardoor zouden de
cursussen volstrekt onmogelijk worden gemaakt. Dan de kwestie jeugdigen en
andere uitkeringsgerechtigden. Het zijn verschillende groepen. De wat oudere
uitkeringsgerechtigde is gemakkelijker aanspreekbaar en heeft in het algemeen
een aantal wensen en behoeften die andere uitkeringsgerechtigden van dezelfde
leeftijd ook hebben. Dat ligt in de sfeer van elkaar ontmoeten en met elkaar
bezig zijn. De perspectieven van deze groep zijn dermate ongunstig, gelet op
het weer terugkomen in het arbeidsproces, dat voor hun de activiteiten belangrijk
zijn die voorzien in hun behoefte en wens om gewoon maatschappelijk mee
te functioneren en met andere mensen om te kunnen gaan. Jongeren zijn een
heel andere groep en zeker niet een eenvoudige groep. Er moet al het mogelijke
gedaan worden om deze groep bij de activiteiten te betrekken. Een belangrijk
verschil is natuurlijk dat jongeren gedurende enige tijd misschien werkloos zijn,
het perspectief hebben om toch nog werk te vinden en dat vervolgens vinden.
Bovendien zijn jongeren vaak heel verschillend van elkaar. Het opleidingsniveau
verschilt en de situatie waarin ze leven verschilt. S.K.W. dus voor zowel jeug
digen als ouderen en hij vindt dat het te ver gaat om wanneer bepaalde voorzie
ningen speciaal voor jeugdigen worden opgezet, en daarmee komt hij nu aan
de werkplaats toe, dat aanvankelijk betrekkelijk weinig jeugdigen trekt en die
geringe deelname bepalend is voor de verdere loop. Er zijn dingen in het leven
waarmee men moet beginnen en dan maar afwachten. Wat dat betreft is de
werkplaats een goede gedachte waamee een aantal jongeren bereikt kan worden.
Of dat zal gebeuren is natuurlijk de vraag. Er zijn elders ook werkplaatsen
geweest die wisselend succes hadden. Los van de vraag of die werkplaats bevolkt
zal worden door jeugdige werklozen constateert hij toch ook dat op dit moment
al gedurende enige maanden een 7 a 8-tal mensen in de wat oudere leeftijd
zich met veel gemeenschapszin hebben ingezet om invulling en inhoud te geven
aan het werk en de activiteiten binnen de werkplaats. Zij hebben dat belangeloos
gedaan voor de gemeenschap en dat mag ook wat waard zijn. Zelfs als die werk
plaats geen succes wordt dan zou achteraf altijd nog gezegd kunnen worden
dat er een aantal uitkeringsgerechtigden geweest zijn die al het mogelijke hebben
gedaan om iets voor de gemeenschap tot stand te brengen, wat dan helaas
wat minder succesvol is verlopen. Hij gaat daarom akkoord met f. 45.000,--
De f. 10.000,— zal naar alle waarschijnlijkheid terugontvangen worden en kost
dus de gemeente geen geld. Wat betreft die andere f. 10.000,— is zijn fractie
van mening dat op dit moment niet valt te zeggen of die f. 10.000,— verhaald
kunnen worden op de rijksoverheid of niet. Zijn fractie is ook van mening dat
wanneer nu ja gezegd wordt tegen de werkplaats en die werkplaats een kans
wordt gegeven dat dit dan niet mag afhangen van de zekerheid of men die
f. 10.000,— nu wel of niet krijgt.