-13- zou een overbruggingssituatie kunnen krijgen vanuit de Prinsenbeekse jongeren naar de C.J.W. en via de C.J.W. naar het PEP. De heer van den Bliek vindt dat er onvoldoende geïnformeerd wordt. Echter wil spreker niet aan de privacy van de mensen tornen. Als de mensen zich laten inschrijven dan wordt dit gecontroleerd door de afdeling sociale zaken en hij durft met de hand op het hart te zeggen dat er niemand is die niet onder de werking van het besluit van de raad valt. Spreker is het met de heer Lodewijks eens dat er schoonheidsfouten zijn, doch dankt hem echter ook omdat die gezegd heeft waarom. Het is inderdaad een erg moeilijk project, maar blijft geloven in datgene waarmee hij bezig is. Tijdens de beginperiode worden er bij het college ook fouten gemaakt. Als er vragen komen van de mensen, dan gaat men samen om de tafel zitten en probeert men er uit te komen. De heer Lodewijks heeft volkomen gelijk wanneer hij zegt dat deze mensen het qua inkomen moeilijk hebben. Vandaar dat de raad indertijd dit project opgezet heeft. Met andere opmerkingen is hij het volkomen eens, evenals met de opmerkingen van de heer van der Kooij. Die f. 10.000,— kunnen gebruikt worden om de werkplaats in te richten, dus bewoonbaar te maken. Dat betekent water, verwarming en licht en dan is het geld op. Dan is er een kale ruimte die slechts behoorlijk verwarmd en verlicht is. De werkgroep die erin komt moet echter ook de inrichting van die werkplaats kunnen verzorgen, ook voor de jongeren het komende half jaar. Als dat eenmaal klaar is, dan is hij er van overtuigd dat die f. 10.000,— terug zullen komen van het Ministerie. De raad neemt dan in feite nog geen risico. Was het in november al hoog tijd, nu is het helemaal hoog tijd, want anders is het voorbij. Mevrouw van Esch zegt in tweede termijn dat het haar bedoeling niet geweest is om het stage-plaatsenproject groots op te zetten, doch dat er bijvoorbeeld een paar jongeren voor drie of zes maanden in het gemeentehuis ervaring kunnen opdoen. Daardoor komen deze jongeren misschien weer verder. Daarbij wil zij zelf best het voortouw nemen. Ze heeft slechts over de evaluatie van de cursussen gesproken omdat de jongeren er meer bij betrokken dienen te worden. Haar fractie moest wel neen zeggen omdat het project zo groots werd aangepakt, en het leek niet realiseerbaar. Dus geen achterdocht maar het heel bewust bezig zijn met wat nu wel of niet redelijk is. Er is nooit de opzet geweest om de werkplaats tegen te werken. Zelfs hoopt zij dat het zo goed zal gaan draaien dat de raad er meer geld voor moet geven. Dit zal echter eerst aangetoond dienen te worden. Wat betreft de Viersprong zal beke ken moeten worden wat er nu werkelijk gebeurd is doch dat is hier niet terzake doende. De heer Franken zegt nu pas de gegevens en de procenten te horen, waarom hij in de drie lange commissievergaderingen al gevraagd heeft. In die verga deringen is door hem ook gezegd dat het accent moet worden gelegd op de jongeren maar dat de ouderen beslist niet buiten zullen worden gesloten. Als onder de uitkeringsgerechtigden ook de mensen gerekend worden die vervroegd uit het arbeidsproces treden omdat de "lust" om te werken er een beetje vanaf is, dan lijkt het hem onjuist hiervoor gemeenschapsgelden beschikbaar te stellen. De heer van den Bliek zegt beluisterd te hebben dat de raad het S.K.W. een warm hart toedraagt maar hij vindt het toch wel al te bont worden dat, als de raad om uitleg vraagt, dit als antipatie wordt uitgelegd. Men heeft hier met gemeenschapsgelden te doen, en tegelijkertijd moet er ergens een even wicht gevonden worden enmenmoet daarvoor de lijnen uit durven zetten. Hij is het met de heer Franken eens dat de cijfers waarom is gevraagd altijd tijdens of pal voor de raadsvergaderingen worden rondgestrooid en dat ze in de com missievergaderingen nooit verstrekt worden. Hij heeft het positieve advies van de toetsingscommissie niet zwart op wit gezien en het bevreemdt hem dat dit niet bij de stukken zit. Hij vindt dit geen wijze van werken en evalueren en het had in de nota moeten staan. Hij ziet niet in welke privacy wordt aange tast als er gevraagd wordt om leeftijdsklasse, indruk van de doelgroep en de frequentie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 15