-13-
ii
bij de plaatselijke horeca heel gewoon is. In plaats hiervan beschikte de raad tot
I het instellen van een uiterst moeizame en weinig geloofwaardige subsidieregeling
voor de niet-commerciële incidentele gebruikers. Een regeling die moest worden
afgebouwd en intussen ook is opgehouden te bestaan, maar die althans voor een
aantal jaren ging voorzien in de betaling van de huurprijs aan het ene, en het
terugkrijgen van de centen aan het andere loket. Een procedure die administratief
omslachtig was en die naar buiten toe buitengewoon belachelijk was. Maar hij
geeft aan hoezeer de raad Eikebos als zorgenkind beschouwt, en hoezeer hij de
teugels ten aanzien van het gemeenschapshuis in handen wenst te houden. Het
is mijns inziens dan ook niet vreemd dat de vorige commissie Eikebos nauwelijks
het idee had bevoegdheden van college en raad gedelegeerd te hebben gekregen
en dat zij veel meer de indruk had onder de curatele van raad en college te moeten
I functioneren, zoals dat wel vaker met echte zorgenkinderen ook gebeurt. Ik ga
de geschiedenis van Eikebos en haar commissie hier niet uitputtend bespreken,
maar de meesten in deze raadszaal herinneren zich nog hoe eerder twee raadsleden
in de vorige commissie als raadslid moesten terugtreden uit de commissie en ver
volgens als gewoon burger hun diensten aan het Eikebos mochten blijven ter beschik
king stellen. Nog in deze raadsperiode werd de wethouder die qualitate qua in
de commissie zitting had door de raad van zijn zetel gelicht, al moet ik zeggen
dat in deze kwestie de commissie Eikebos ook zelf wellicht wat al te gretig een
kuil heeft gegraven, waarin zij nu dreigt zelf te vallen. En wie herinnert zich
niet de langdurige, onverkwikkelijke discussies in deze raad over een dubbeltje
meer of minder voor een glaasje prik of een ander soort verkwikkend vocht in
het Eikebos. Ook hier liep de raad gretig voor de voeten van de door hem ingestelde
commissie Eikebos, die almaar meer en steeds terechter ging twijfelen aan haar
bevoegdheden.
Het runnen van ons gemeenschapshuis is geen eenvoudige zaak. Wat dat betreft
spreek ik ook een beetje uit eigen ervaring. De beheerscommissie heeft zich alleen
te begeven op het enge terrein dat de verordening haar toestaat en bepaalde be
voegdheden zijn haar nu eenmaal bij wet ontzegd.
Naar het oordeel van mijn fractie komt de commissie Eikebos nu eindelijk en te
recht met een verzoek om uitbreiding van haar bevoegdheden bij de gemeenteraad.
Uit de teneur van het voorafgaande moge u afleiden dat wij dit verzoek van harte
willen ondersteunen.
Verder wensen wij er geen enkele twijfel over te laten bestaan dat wij het commen
taar van uw college bij dit verzoek beneden alle peil en uitermate onwaarachtig
vinden.
j In voorgaande nota's van aanbieding kon uw waardering en lof voor het werk en
de inzet van de commissie Eikebos niet op. Nu vindt u het nodig om te spreken
van problemen in de exploitatie van het Eikebos, over problemen in het functioneren
van met name de beheerscommissie. U spreekt over de onmacht van de commissie
om zijn taak naar behoren en efficiënt te vervullen. Indirect verwijt u de commissie
incompetentie en u vindt het nodig om de bewegingsvrijheid van de commissie
nog verder in te perken.
Buitengewoon kleinzielig en in vergelijking met voorgaande jaren ook buitengewoon
inconsistent. Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat de wethouder die
nog kort geleden lid was van deze door u incompetent geachte commissie er in
uw college zo langzamerhand in slaagt de stemming tegenover Eikebos danig te
veranderen en erop uit is de commissie nog eens een trap na te geven. Graag horen
wij van u of de opvattingen over het bestuur van Eikebos een collegestandpunt
I weerspiegelen, of dat een minderheid of een meerderheid van uw college dergelijke
opvattingen is toegedaan.
Zoals gezegd, wij ondersteunen het verzoek van de beheerscommissie zelf terzake
van een uitbreiding van haar bevoegdheden.
Bij herhaling heeft mijn fractie tot uitdrukking gebracht niets te voelen voor de
stichtingsvorm, waarnaar uw college nu zegt over te hellen.
Wij persisteren bij de eerder gekozen constructie van een beheerscommissie en
wij zouden de commissie een grotere bewegingsvrijheid willen geven, zij het uitdruk
kelijk binnen de jaarlijks vast te stellen en jaarlijks te herziene budgettaire ruimte.