-15-
Uitkeringsgerechtigden
Onderwijsbegeleiding
daarop willen wij nu graag al naar voren brengen in het algemeen erg tevreden
te zijn met wat nu op tafel ligt, zij het dat wij de integratie van de toeloopstraten
in dit plan node missen, de kwestie van de verkeerscirculatie nog nader wensen
te bestuderen en zij het dat wij ten aanzien van de financiële vertaling van het
plan nog onze mening wensen te formuleren.
In de begrotingsstukken van dit jaar zoeken wij vergeefs naar nadere mededelingen
aangaande het gemeentelijke werk voor uitkeringsgerechtigden, het zogenaamde
S.K.W.-werk. Met name over uw opvattingen omtrent het voor de toekomst in
dezen te voeren beleid hadden wij gaarne nadere gegevens uwerzijds ontvangen.
Wellicht wilt u in uw beantwoording enige extra aandacht geven aan de kwestie
van de werkplaats die nog niet zo lang geleden onderwerp van heftige discussies
9 in de gemeentelijke bestuursorganen is geweest.
Ten aanzien van de onderwijsbegeleiding is kort geleden dan toch eindelijk een
positief besluit in deze raad gevallen. Niettemin was er toen en is er ook nog
nu onzekerheid over de wijze waarop onze gemeente in de nieuw te vormen stichting
bestuurlijk vertegenwoordigd zal zijn.
Kunt u ons inlichten hoe het met de onderhandelingen inmiddels staat en of ons
eerdere voorbehoud bij het aangaan van de overeenkomst nog steeds van kracht
is? Verder werden wij graag door u nader geïnformeerd over de wijze waarop de
scholen nader de dienstverlening van de Onderwijsbegeleidingsdienst kunnen invullen.
Tot slot wil ik u graag wijzen op de laatste zin van pagina zes in de nota van
aanbieding!
De nietsvermoedende lezer moet hier toch wel een erg vreemde indruk krijgen
van de ambtelijke daadkracht. U kondigt in die bewuste zin namelijk aan dat er
geld nodig zal zijn voor de "vervaardiging van al bestaand meubilair".
Het lijkt mij voor de geschiedenis beter en ook verstandiger om nog eens naar
de redactie van deze zinssnede te kijken!
Graag dank ik u en de raad voor de belangstelling waarmee u onze bijdrage aan
de begrotingsbehandeling heeft gevolgd."
Bij interruptie zegt de heer Roeien dat hij de indruk kreeg dat, toen gesproken
werd over een meerderheidsstandpunt en gezichten bekijkend, dit in deze situatie
het geval was. Indien dat zo zou zijn en omdat hij het nergens in de aanbiedingsbrief
heeft kunnen lezen, zou hij graag zien dat dit dan kenbaar wordt gemaakt in het
antwoord van het college.
De voorzitter dankt de heren van de P.v.d.A. en geeft als laatste het woord aan
de heer van den Bliek van Gemeenschapsbelang.
Diens betoog luidt als volgt.
"Op de eerste plaats willen wij onze dank uitbrengen aan uw college en de ambtena
ren, die hebben bijgedragen aan de samenstelling van de nota van aanbieding en
de begroting, doch ook willen we daarbij betrekken de overige medewerkers van
de gemeente voor hun inzet en arbeid over het afgelopen jaar.
Ook dank voor het feit, dat tegemoet is gekomen aan onze wens om de procedure
van begrotingsbehandeling niet in één vergadering af te wikkelen, zoals vorig jaar.
Wij zijn thans weer aan de laatste algemene beschouwingen van deze zittingsperiode
toe. Volgend jaar staat de vervroegde verkiezing van de nieuwe raad voor de deur.
Het is goed hier even bij stil te staan.
Voor de raadsperiode 1982-1986 zijn programma-afspraken gemaakt, die bedoeld
waren om richting te geven aan het te voeren beleid van het college en raad.
Wij vinden, dat dit programma, de samenwerking en de sfeer in deze raad ten
goede is gekomen en dat dit akkoord geenszins een verstarrende en verlammende
invloed heeft gehad op de besluitvorming in de raad.
Gemeenschapsbelang is desgewenst bereid om wederom voor de volgende raads
periode, in gemeenschappelijk overleg tussen de politieke partijen, overleg te voeren
over een program op hoofdzaken.
Over dit thema heeft u zich in de nota van aanbieding niet uitgesproken.
Betekent dit organisatorisch gezien dat dit program-akkoord tot een werkbare
situatie heeft geleid, of heeft u wellicht nog nadere voorstellen of suggesties?
