-15- De heer van den Bliek zegt bij interruptie dat het niet ten koste moet gaan van het S.K.W.-werk. De heer van der Kooij vindt die benadering niet juist. Als aan de ene kant gesteld wordt dat 10 deelnemers maar net voldoende is en men ziet dat er bij veel activiteiten maar ongeveer 6 deelnemers zijn, dan moet men wel erg veel VUTters op het oog hebben om dat dan te laten overlopen. Voorlopig zou men blij moeten zijn dat die groep vergroot wordt met personen die het ook hard nodig kunnen hebben. Spreker vindt het jammer dat Gemeenschaps belang zegt dat, wat er in de commissievergaderingen gezegd wordt, niet belangrijk is. Bij interruptie zegt de heer van den Bliek dat door hem deze woorden zo niet gezegd zijn. De heer van der Kooij zegt het raar te vinden, wanneer de heer van den Bliek zegt, dit niet gezegd te hebben en er ligt een verslag voor hem waarin het woord "namer staat, dat daar niet op gelet moet worden. De heer van den Bliek antwoordt dat er in de commissie beraad plaatsvindt en dat wat in de raadsvergadering gezegd wordt het standpunt is van Gemeen schapsbelang. De heer Lodewijks interrumpeert met de opmerking dat in de commissieverga deringen dan wel van alles gezegd kan worden en vervolgens in de raad weer iets anders. Het in de commissievergadering besprokene is ter voorbereiding van de besluitvorming in de raad. Het is heel gebruikelijk dat de dingen die in de commissievergaderingen worden gezegd meetellen in de besluitvorming in de raadsvergaderingen. De heer van der Kooij zegt begrepen te hebben dat iedereen voor het S.K.W. is maar dat de heer Nagelkerke eerst de f. 10.000,-- binnen wil hebben alvorens hij iets uit wil geven. Dit heeft echter niets met beleid te maken en het is jammer om een dergelijk geluid van het C.D.A. te horen. De heer Vissers zegt bij interruptie dat wanneer de gelden niet binnenkomen de regering er ook niets in ziet. Dan moet de raad hieruit de conclusies trek ken. De heer van der Kooij vindt het jammer dat de heer Vissers de conclusies laat afhangen van wat een mijnheer in Den Haag vindt terwijl hier het gebeuren plaatsvindt. De raad beslist over het beleid. De heer Vissers zegt dat hij toch niet achter het beschikbaar stellen van f. 10.000,— staat. Mevrouw van Esch zegt dat er toch niet meteen inkopen gedaan zullen worden en er eerst iets op papier moet komen te staan. Als de inrichtingscommissie werkelijk vindt dat er iets aangekocht moet worden voor de groepen die wel werken, dan moet dat even in de commissie worden besproken. De heer Lodewijks zegt dat het geld al nodig is omdat de wethouder net uit drukkelijk heeft gezegd dat voor die f. 10.000,— alleen de deur nog maar open gezet kan worden. De verdere voorzieningen kunnen niet meer betaald worden uit die f. 10.000,— die er in eerste instantie voor nodig waren. De heer van der Kooij vindt dat de f. 20.000,— nu gevoteerd moeten worden. De mening van het C.D.A. betuigt van zeer weinig vertrouwen ten opzichte van het college en het S.K.W. en dat doet hem een beetje denken aan het kleutertje dat een stuiver krijgt om een dropje om de hoek te halen en voor het volgende dropje weer. Dat is niet de geest waarin de V.V.D. denkt. De heer van der Westen zegt dat er vanzelfsprekend licht en verwarming aangelegd moet worden maar de inrichting moet toch steunen op basis van de wens van de jongeren. Dat blijkt nergens uit. Hierna schorst de voorzitter de vergadering voor vijf minuten voor intern beraad. De voorzitter heropent de vergadering en geeft het woord aan wethouder Dirven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 17