Zijn fractie is al gedurende een jaar bezig om in deze gemeente te komen
tot een advisering van het kwijtscheldingsbeleid. In commissie- en raadsvergade
ringen heeft hij regelmatig de aandacht gevraagd voor dit beleid in goed overleg
met de overige fracties. Een puur zakelijk gestelde toelichting in de vorm van
een bijsluiter met een technische uiteenzetting wat onroerend-goedbelasting
inhoudt, is nu het resultaat na een jaar. Hij wil vragen om een duidelijke toelich
ting in de Klepel, die voornamelijk gericht is op de mogelijkheid tot kwijtschel
ding. Deze toelichting zou wel gepubliceerd moeten worden voordat de aanslag
biljetten onroerend-goedbelastingen in de brievenbus vallen. Hij heeft er ook
een punt van gemaakt om reinigingsrechten kwijt te schelden. Uit het praatstuk,
dat destijds door hem is opgesteld, blijkt duidelijk dat er nooit categoraal kwijt
gescholden kan worden. Het moet altijd individueel zijn. In andere gemeenten
is er een methodiek om te onderzoeken of mensen die een eenmalige uitkering
krijgen en aan de armoedegrens zitten, via een individuele beoordeling de reini
gingsrechten kunnen worden kwijt gescholden. Dit kan in onze gemeente ook.
'len aanzien van de zuiveringslasten van het oppervlaktewater heeft hij een
soortgelijk verzoek gedaan. Er zijn gemeenten die contact hebben opgenomen
met het Hoogheemraadschap, afspraken hebben gemaakt en vragenlijsten hebben
opgesteld die de basis vormen voor de mogelijkheid van kwijtschelding. De
mensen die hier een éénmalige uitkering krijgen zouden hiervoor zeker in aanmer
king moeten komen. Spreker is het eens met het college dat de slotregularisatie
en de budgetruimte twee kanten van een medaille zijn. Hij deelt de zorg ten
aanzien van de budgetruimte. Hij wil echter niet voorbij gaan aan het feit
dat in voorbije jaren uitgaven van rond de miljoen geen uitzondering waren
die dan vrijkwamen bij de slotregularisatie.
Het verheugt hem dat de reorganisatie van de uitvoering van de werkloosheids
wetten voor de afdeling sociale zaken geen zodanige gevolgen heeft dat de
personele bezetting ingekrompen moet worden.
De heer Lodewijks is dankbaar voor het antwoord dat gegeven is ten aanzien
van het Centrumgebied. Hij hoopt dat de plannen, ten aanzien van de herinrich
ting van de Markt en de procedure die daarbij gevolgd wordt, nog eens gestipu
leerd worden. Hij hoopt van harte dat de procedure zal voorzien in een rustige
en afgewogen besluitvorming en vindt het jammer dat een en ander zijn beslag
zal krijgen in de vorm van een nieuwjaarsgeschenk aan de Prinsenbeekse gemeen
schap. Doordat aan een en ander later de landschapsarchitect is toegevoegd
is er die vertraging ontstaan, doch drie maanden is niet het grootste probleem.
Vorige keer is door hem in "levendige bewoordingen" duidelijk gemaakt dat
geconstateerd is dat het standpunt een aanzienlijke koerswijziging heeft onder
gaan, wat niet goed te rijmen valt met de eerdere lof omtrent het voortreffelijk
functioneren van de commissie Eikebos.
Hij wil toch benadrukken, niet overtuigd te zijn - ondanks het antwoord van
het college - van de handigheid waarmee de problematiek op schrift is gesteld.
Het eerste probleem zou zijn dat de commissie een bepaalde opvatting omtrent
beheer heeft die voortvloeit uit het feit dat men moeite heeft met vormen
van geïnstitutionaliseerd gedelegeerd bestuur. Hij kan zich voorstellen dat men
daar moeite mee heeft. Het college verwijt indirect de commissie bemoeienis
met bouwtechnische zaken. Uit het antwoord is dit, naar de mening van zijn
fractie, niet voldoende aangetoond en is een correctie door het college op zijn
plaats. Het is niet aan de commissie Eikebos om het gebouw te renoveren.
Het ligt voor de hand dat de commissie initiatieven neemt in de richting van
het college dat bepaalde bouwkundige voorzieningen noodzakelijk zijn om van
het gebouw een goedlopende welzijnsvoorziening te maken. In het kader van
overleg had dit kleine probleem, naar zijn mening, opgelost kunnen worden.
Het college noemt de gezagsrelatie met het personeel Eikebos het eerste pro
bleem. In de volgorde is dit echter het tweede probleem. De verordening die
ten grondslag ligt aan de commissie Eikebos, ex artikel 61-commissie, is voor
wat dit betreft uitermate duidelijk en hij vermag niet in te zien wat hier de
-21-