spraakprocedure, kunnen zij een bezwaar indienen bij het college. Het college heeft er geen bezwaar tegen om na te gaan of in voorkomende gevallen de verordening van Zoetermeer kan worden overgenomen. Eventueel kan de porte feuillehouder ruimtelijke ordening dit in een commissievergadering ter sprake brengen. De desbetreffende commissie kan overigens onverplicht haar visie geven op de wijze waarop het college een bepaalde inspraak wil regelen. Het hangt van het beleidsvoornemen af of er een lichte of zware inspraakprocedure gehanteerd wordt. De heer van der Kooij is het hier helemaal mee eens, doch hij heeft een handrei king willen doen aan de mensen op de Markt die bezwaren hadden en de vraag kregen om suggesties te doen. Toen kreeg men echter te horen dat op eerdere suggesties niet was ingegaan. Een van de manieren om dergelijke verwijten te voorkómen is een verslag te maken en dat aan de mensen ter inzage te geven. Een handreiking dus om ontevredenheid bij de mensen te voorkomen. De voorzitter accepteert in principe deze handreiking, doch hij is het niet eens met het gestelde dat tijdens zowel de eerste als de tweede voorlichtings avond de vragen, voor zover ze correct waren, niet beantwoord zijn. N aar aanleiding van de eerste voorlichtingsavond zijn de punten opgeschreven en voorgelegd aan de landschapsarchitect met de vraag of hij daarmee iets kon doen. Het resultaat is - voor zover relevant - naar voren gekomen tijdens de tweede voorlichtingsavond. De heer van der Kooij gelooft de voorzitter op zijn woord. De heer Roeien zegt dat de misvatting zou kunnen ontstaan dat de wijze van inspraak niet geweldig functioneert. Als vervanger in de commissie ruimtelijke ordening tijdens de omvangrijke problematiek van een bestemmingsplan en de procedure daarin heeft hij geconstateerd dat in ruime mate gebruik gemaakt werd van de mogelijkheid om bezwaren in te dienen. Een en ander leverde nogal wat aanpassingen in het bestemmingsplan op. De heer van der Kooij zegt niet dat er een slechte inspraak is maar wil slechts handreikingen doen om het voor de burger wat begrijpelijker te maken. De voorzitter zegt dat de burger precies weet waaraan en waaraf. De wijze waarop deze gemeente het doet, met name aangaande ruimtelijke ordening, is zijns inziens voortreffelijk. Heel wat gemeenten kunnen hieraan een voorbeeld nemen. De vertraging heeft tot oorzaak dat de toeloopstraten niet alleen worden meegenomen voor wat betreft het herinrichten, maar ook voor wat betreft het financiële plaatje van de herinrichting. Gemeenschapsbelang blijkt problemen te hebben met het niet reageren van het college op het programma-akkoord. Het programma-akkoord is een soort bijbel die de politieke partijen, voordat de raad in zijn nieuwe periode bij elkaar komt, opstellen; al dan niet in gezamenlijkheid of meerderheid. Mocht na de verkiezingen bijvoorbeeld het C.D.A. als grootste partij uit de bus komen dan belegt het C.D.A. een rondetafel-conferentie om de vier partijen zo mogelijk op één lijn te krijgen ten aanzien van de beleidsvoornemens met betrekking tot de komende vier jaar. Vier jaar geleden gebeurde dat voor het eerst; bij de installatie van de raad is de desbetreffende programma-afspraak door de heer Jansen aangeboden aan de raadsvoorzitter. Toen heeft de voorzitter gezegd van het programma-akkoord kennis te nemen als voorzitter van de raad. De raad kan als instituut zijns inziens het programma-akkoord niet vaststellen en er kunnen geen besluiten op worden genomen. Het is wel de bedoeling dat de onderscheiden raadsfracties zich aan het akkoord houden, tenzij er zwaarwe gende motieven zijn voor een fractie. De heer Lodewijks zegt dat indertijd het programma-akkoord door de vier frac ties is opgesteld mede om de raad te binden, maar ook om de wethouders te binden aan het programma-akkoord. De voorzitter zegt dat een programma-akkoord de raad niet kan binden. Mate rieel wel maar formeel niet. -26-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 197