-30- De heer Oosthoek zegt de heer Roeien wel te willen volgen. Er is geen unaniem besluit genomen maar er is met elkaar gefilosofeerd. In die filosofie kwam naar voren dat de gedachte aanwezig was om een reserve te vormen. Het is niet erg dat de zaak op deze manier behandeld wordt, het was prettiger geweest wanneer dit van tevoren kenbaar gemaakt zou zijn. Hij heeft dit niet uit de stukken op kunnen maken. Wethouder Houtepen denkt dat de heer Oosthoek gerust kan zijn. In de commissie is gezegd in de raad tot een afronding van het gehele drukrioleringsplan te komen en dat kredietvotering noodzakelijk zal zijn. Dat is dan het juiste moment om deze zaak nog eens te bekijken, want dan zijn de juiste cijfers bekend. De heer Oosthoek zegt gezocht te hebben in de stukken naar een verklaring maar die komt dan te zijner tijd. Wethouder Houtepen vindt de onevenredigheid van het ombuigingsbeleid een bijzonder moeilijke kwestie voor de gemeente. Het is geen kwestie van niet willen. Als er iets moet gebeuren wat de hogere overheid voorstelt en oplegt en wat niet opgevolgd gaat worden dan is de gemeente op een gevaarlijk terrein bezig. De gemeente wekt dan verwachtingen die in eerste instantie leuk overko men maar naderhand teleurstellend zijn. In de commissies is hierover veelvuldig gesproken. Op deze weg moet men echter voorzichtig koersen. Het is de heer Oosthoek duidelijk dat wethouder Houtepen spreekt over het afschrijvingsbeleid. Zijn fractie zou een duidelijke en gerichte informatie aan belanghebbenden in de Klepel op prijs stellen boven een technische uiteenzetting van wat onroerend-goedbelasting is. De heer Roeien zegt dat in de commissie hierover lang gesproken is en denkt dat het beter is een half ei te hebben dan een lege dop. Het halve ei heeft de heer Oosthoek al in ruime mate. Hij heeft er moeite me om in de Klepel een ander soort tekst te hanteren dan de wetgever toestaat. In die publicatie kunnen geen mededelingen komen die haaks staan op datgene wat toegestaan is. Daardoor wekt men verwachtingen die niet ingelost kunnen worden. Volgens de heer Oosthoek hoeven de mededelingen in de Klepel niet haaks te staan op datgene wat de staatssecretaris wil. Als men genoegen neemt met een publicatie, volgens de heer Roeien, die niet haaks staat op dat wat de wetgever wil dan heeft zijn fractie geen enkel pro bleem om naast de bijsluiter een publicatie in de Klepel te plaatsen. Wethouder Houtepen heeft niets meer toe te voegen aan datgene wat in zijn antwoord gesteld is. De grote verschillen in investeringen hebben niets te maken met het feit dat de gemeente een bepaalde kant uit zou willen gaan. Hoe langer vooruit gedacht wordt hoe moeilijker het wordt en wijst erop dat de raad via de commissies algemene zaken en financiën en openbare werken deze zaak mede heeft kunnen bekijken. De zaken betreffende reinigingsrechten, éénmalige uitkeringen en zuiveringslasten liggen niet zo eenvoudig. Deze zaken moeten vaak individueel bekeken worden. Dit onderwerp is vaak besproken met de afde lingen financiën en sociale zaken en dat heeft geleid tot dit beleid. Op dit moment valt niet te bezien of de slotregularisatie een kwestie van éen miljoen zou zijn. De heer Oosthoek heeft dit niet zo gezegd, doch dat de post voorzieningen terugloopt en zijn fractie deelt die zorg. Tijdens zijn raadslidmaatschap in de afgelopen drie jaren waren dat bedragen in de slotregularisatie van f. 800.000,-- tot f. 1.300.000,--. Door die mededeling heeft hij het college een hart onder de riem willen steken. Wethouder Houtepen zegt in eerste termijn al voldoende te hebben gezegd over de dingen die in de verkeerscommissie toegezegd zouden zijn. Voor de gehele herinrichting zal een plan worden gemaakt dat nader uitgewerkt zal worden. De raad zal hiervan tijdig op de hoogte worden gesteld. Wat betreft de heer Schreiner vindt hij het jammer dat het zo gelopen is. Als voorzitter van de verkeerscommissie heeft de heer Schreiner hem om een advies gevraagd. Dit moet beschouwd worden als een leermoment en daarvoor alle begrip. Ten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 201