-6-
Vanuit de Welzijnsraad heeft hij andere geluiden gehoord dan die, die nu naar
voren gebracht worden door de wethouder. Overigens wordt er gesproken over
het college. Maar de collega-raadsleden die afgelopen dinsdagavond aanwezig
waren in de commissievergadering algemene zaken en financiën zijn er getuige
van geweest dat op zijn vraag, waarom de volgorde van de reserve-kandidaten
niet gevolgd werd, wethouder Houtepen zei dat deze zaak bij hem niet bekend
was en dat hij dit voor zou leggen aan het college. Het moet nu niet zo voorge
steld worden alsof de kandidatuur van mevrouw Vermunt-Oomen een beslissing
zou zijn van het college.
De voorzitter interrumpeert de heer Oosthoek en zegt dat wethouder Houtepen
terecht niet wist dat er eventuele verschuivingen hebben plaatsgevonden, aange
zien deze aangelegenheid niet thuishoort in de commissie algemene zaken en
financiën. Het blijft uiteraard wel een collegebesluit.
De heer Oosthoek zegt dat hij zich daarna in verbinding heeft gesteld met
mevrouw van der Hilst-de Kleijn. Die vertelde dat zij ongeveer zes weken
geleden een brief heeft gehad waarin gevraagd werd of zij haar kandidatuur
handhaafde en dat zij dat heeft bevestigd. Op zijn vraag of zij vandaag nog
beschikbaar zou zijn antwoordde zij dat zij bij wijze van spreken met ingang
van morgen al kon. Mevrouw van der Hilst is volgens de rangvolgorde aan
de beurt en hij vindt het wat onzorgvuldig om buiten de raad om, mevrouw
van der Hilst-de Kleijn over te slaan en mevrouw Vermunt-Oomen voor te
dragen voor benoeming, alsof mevrouw van der Hilst-de Kleijn niet bestaat.
Hierin had de raad gekend moeten worden.
Wethouder Dirven zegt dat het niet gaat om het feit, waarom de ene mevrouw
wel en de andere mevrouw niet, maar het gaat om de vier onderdelen van
de Welzijnsraad: recreatie, sport, maatschappelijk werk en onderwijs, teneinde
die zo goed mogelijk in de Welzijnsraad vertegenwoordigd te doen zijn. Door
het wegvallen van mevrouw Krot, die een groot deel van de maatschappelijke
zorg op zich had genomen, was het heel belangrijk, voor een goede opvolging
te zorgen, met name in de richting van het maatschappelijke zorg-gedeeite.
De bezorgdheid van de Welzijnsraad over goede kandidaten bracht zelfs een
eventueel overwegen voor een sollicitatie-procedure teweeg. Wat betreft de
opvolgingslijst merkt hij op, dat ais de raadsleden de stemming nog eens nakij
ken, dan waren de uitgebrachte stemmen op deze 2 personen gelijk en zijn
ze alleen alfabetisch gerangschikt. Daarom is daarin geen volgorde als zodanig
in op te merken. Er is jammer genoeg geen commissievergadering welzijn
geweest omdat op verzoek van een bepaalde fractie, in verband met de fractie
vergadering, deze is komen te vervallen. Anders had het in die vergadering
uitvoerig kunnen worden besproken. Met alle nadruk wil hij de raad verzekeren
dat met deze kandidaat uitvoerige besprekingen zijn geweest over haar taak,
samen met de mevrouw die al in de Welzijnsraad zit. Dit ter verdeling van
de activiteiten op het gebied van de hele maatschappelijke zorg. Mevrouw
Vermunt-Oomen is werkzaam bij het onderwijs, terwijl mevrouw van der Hilst
meer vanuit de sportwereld komt. De sportwereld is in de Welzijnsraad
al goed vertegenwoordigd. Hij vindt het jammer dat dit nu in de gemeenteraad
besproken moet worden want hij had het liever in de commissievergadering
besproken.
De voorzitter zegt dat de heer Oosthoek een voorstel heeft gedaan afwijkend
van het voorstel van het college. Dat kan alleen onderwerp van beraadslaging
zijn als het ondersteund wordt door twee leden van de raad.
De heer de Hoon en de heer Vissers stemmen er mee in dat het onderwerp
van beraadslaging is.
De heer Oosthoek zegt dat er indertijd drie dames: mevrouw de Fouw-Koole,
mevrouw van der Hilst-de Kleijn en mevrouw Vermunt-Oomen, waren. Die
hadden eik vier stemmen. De eerste vervanging was toevallig ook de eerste
in het rijtje, namelijk mevrouw de Fouw-Koole.