-7- De heer Dirven zegt dat mevrouw de Fouw mevrouw van Amstel verving en beiden kwamen rechtstreeks uit de zorgsector. De heer Oosthoek zegt dat mevrouw van der Hilst een onderwijs-specialiste is. Sinds een jaar is zij onderdirectrice van een insteiling die zich beweegt op het gebied van de volksgezondheid; lichamelijk zowel als geestelijk en zij is secretaresse van een sportvereniging en verzamelt als zodanig een serie vakgebieden in zich. De heer Nagelkerke zegt het jammer te vinden dat dit in de gemeenteraad ter sprake moet komen. Ten eerste vindt hij het vervelend voor mevrouw Ver- munt-Oomen en ten tweede voor mevrouw van der Hilst-de Kleijn. Ten derde vindt hij het vervelend voor de wethouder, omdat die aangeeft welke specifieke eigenschappen die mevrouw heeft en dat het uitvoerig in de Welzijnsraad is besproken. Die vond het goed dat mevrouw Vermunt benoemd zou worden, maar dat had dan ook in de stukken vermeld moeten worden, zodanig dat daaruit bleek dat er 2 kandidaten waren en waarom voor één kandidaat gekozen werd. Tijdens de vergadering van de commissie algemene zaken en financiën is men geschrokken van het feit dat de heer Oosthoek zich daar wat in verdiept had en zei dat mevrouw van der Hilst-de Kleijn de tweede kandidate was. Als dat zo is dan moet of het agendapunt opgeschort worden of, als dat niet kan of niet gebeurt, dan zal hij in ieder geval de eerstvolgende benoemen, gezien de kwaliteiten van mevrouw van der Hilst-de Kleijn. Mevrouw van Esch zegt dat de wethouder zojuist heeft gezegd dat er geen vergadering van de commissie welzijn is geweest, maar die stond ook helemaal niet op de agenda. Op grond daarvan heeft haar fractie een andere vergadering belegd. Wanneer er echter toch een vergadering van de commissie welzijn zou zijn geweest dan zou het over subsidiëring gaan en niet over dit agendapunt. De heer van den Bliek zegt er vanuit te gaan dat de wethouder over de desbe treffende kandidaat goed geïnformeerd is. Hij vindt het ook jammer dat de discussie nu hier moet plaatsvinden. Hij vindt ook dat zo veel mogelijk geledin gen in de Welzijnsraad moeten zitten. Als het zo is dat de overige kandidaten ook aangezocht zijn en wellicht interesse hebben dan is het misschien toch eleganter om deze zaak aan te houden tot een volgend beraad, met de overige kandidaten daarover van gedachten te wisselen en dan tot een voorstel te komen. Wethouder Dirven zegt er geen moeite mee te hebben om er een andere keer op terug te komen, want het is te precair om hierover te gaan stemmen. Als daar geen eenheid in gevonden kan worden dan is dat heel erg jammer, bij interruptie zegt de heer Oosthoek dat de commissie algemene zaken en financiën hiertoe ook adviseerde. Hij heeft dit niet tot het uiterste willen voeren maar nu het door het college aan de orde is gesteld wil hij dat wel nadrukkelijk stellen. Wethouder Dirven wil nog iets rechtzetten, want het is niet zo dat er iemand is gepasseerd. De heer Oosthoek heeft zelf gezegd dat er een gelijk aantal stemmen was en het college kiest dan voor de eerstvolgende die in dezelfde sector zit. Dat is naar zijn mening ook juist. De heer Nagelkerke zegt dat er uitvoerig met de voorgestelde kandidate is gesproken. Waarom doet de wethouder dat niet met de andere kandidate die ook vier stemmen had. De heer Oosthoek staat de onzorgvuldigheid in deze zaak tegen. De voorzitter zegt dat, als hij de wethouder goed heeft begrepen, het hier gaat om vier portefeuilles binnen de Welzijnsraad. De plaats van mevrouw Krot is vakant en er wordt gezocht naar een kandidate die past in deze portefeuille. Hij stelt daarom voor het voorstel aan te houden tot de maart-vergadering. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten het voorstel aan te houden tot de volgende vergadering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 33