-9-
De heer de Hoon is ook voor de toekenning van de subsidie, omdat alles moge
lijk is geweest dankzij de Amerikanen. Zij hebben de Polen opgevangen, de
Polen gefinancierd en de Polen geleerd soldaat te zijn. De Amerikanen hebben
uiteindelijk financiële offers gebracht naast menselijke offers. Hij is blij dat
toen niet afgewogen is hoeveel het zou gaan kosten om die mensen te bevrijden.
Wethouder Houtepen merkt op dat dit stuk in de raad is gekomen omdat het
een subsidieverzoek is en elk subsidieverzoek moet in de raad komen. Het
betoog van de heer Nagelkerke wordt door het college onderschreven. Als
er andere aanvragen komen dan kan het college daar niet om heen. Waarom
er precies 49 veteranen naar Nederland komen is hem ook niet bekend. Dat
aan een eventueel overschot een andere bestemming gegeven wordt is volgens
hem geen juiste besteding van de gelden. Tegenover de suggestie dat men zonder
de Amerikanen niet bevrijd zou zijn geweest kan hij net zo goed stellen
dat ais de Polen er niet geweest waren, men misschien ook wel niet bevrijd
zou zijn geweest, maar deze discussie wil hij niet met de raad aangaan.
De heer Nagelkerke wil even terug komen op de discussie die de heer Oosthoek
noemde in de vergadering van de commissie algemene zaken en financiën.
Eerst zei de heer Oosthoek dat agendapunt 9 snel afgewerkt zou zijn want daar
was hij bepaald niet voor. Nu zegt de heer Oosthoek, na de goede discussie,
dat er mensen in Prinsenbeek zijn die het vreemd vinden dat het niet gegeven
wordt. Daar is hij het niet mee eens. ledereen mag zijn eigen mening geven,
doch hij blijft voor afwijzing.
De heer Oosthoek zegt bij interruptie dat het juist is als de heer Nagelkerke
zegt dat hij inderdaad in de commissie-vergadering veranderd is van gedachte.
Eerst had hij zijn twijfels want het is een zaak die zowel positief als negatief
kan worden benaderd. Hij was bang voor een precedent-werking en die is door
de discussie die ontstond, weggenomen.
De heer van der Kooij vindt het jammer dat de wethouder een en ander zo
benadert. Hij vindt het zelfs een beetje beneden peil. Het aantal van 49 is
volgens hem afgeleid van de toenmalige 49 Amerikaanse staten.
De heer Vissers zegt dat de precedent-werking wel degelijk kan plaatsvinden.
Om de vijf jaren is er een wat groter jubileum voor wat betreft de 5-mei
viering. Het zou dus niet onmogelijk zijn dat bijvoorbeeld morgen weer een
aanvrage in de bus ligt van één van de bondgenoten. Hij heeft erg veel sympha-
tie voor al die oud-strijders. De Amerikanen hebben het meest gedaan want
die waren toen toevallig het machtigste land en hadden de meeste centen.
Maar de dank dient uit te gaan naar iedereen. Wanneer er in de komende tijd
nog brieven in de bus vallen met een aanvrage, dan dienen die op dezelfde
manier tegemoet getreden te worden als deze. Hij vindt deze groep oorlogsvete
ranen te specifiek, terwijl anderen evenveel verdiensten hebben.
De heer van Trotsenburg kan zich een tijd herinneren dat hij misschien wel
tien keer zo veel had willen geven als ze toen waren gekomen. Hij vindt het
buiten alle proporties dat er hierover zo geredeneerd wordt.
De heer Nagelkerke zegt dat niet ter discussie staat wat de heer van Trotsen
burg in het verleden heeft meegemaakt. Het gaat erom of men f. 500,— wil
schenken aan deze stichting.
De heer van Trotsenburg vindt dit een verschrikkelijke redenering en twijfelt
er aan of de heer Nagelkerke zelf de oorlog heeft meegemaakt want anders
zou hij dit niet hebben gezegd.
De heer van der Westen zegt ervan overtuigd te zijn dat er wel eens gelden
besteed worden die minder achtergrond hebben. Dit bedrag wordt in ieder
geval verantwoord verstrekt. Persoonlijk is hij voor verlening.
Wethouder Dirven zegt dat het wordt georganiseerd door de Stichting Nederland-
Amerika, die in 1982 is opgericht. Twee eeuwen geleden werd de eerste ambassa
deur naar Amerika gestuurd. Er worden 40 oorlogsveteranen naar Nederland
gehaald, omdat we 40 jaar zijn bevrijd. Dat staat ook in de aanvraag.