-13-
subsidie toegekend, er best een heroverweging mag zijn. Zij zou graag zien
dat punt e. er uitgehaald wordt en daarvoor in de plaats teruggekoppeld wordt
naar de ouderraden. Door de integratie komt er toch een andere structuur.
Misschien dat er van hogerhand iets opgelegd wordt aan de ouderraad. Anders
kan men nog met de ouderraden praten en vragen of het werkelijk nog nodig
is. Ten aanzien van punt a. vraagt zij hoe het zit met het subsidiepiafond
voor wat betreft deze zaak. Moet daar nog over gepraat worden.
De heer van der Kooij heeft de afbouw van het subsidie niet alleszins redelijk
gevonden indertijd maar, vond het ook niet onredelijk. Overigens vindt hij
de argumenten van de heer Lodewijks zo zwaar wegen dat hij diens voorstel
wel wil volgen. Het subsidie ais een deel van een bedrag per leerling te beschou
wen is inderdaad in de commissies nooit naar voren gekomen. Er is over gespro
ken, maar er is steeds gezegd dat dit subsidie gezien moet worden als een
separate subsidie. Vooral omdat dan zeker is dat het subsidie komt op de daar
voor bestemde plaats. Met andere woorden, het is een soort doelsubsidie voor
die ouderraden. Een andere reden waarom hij er de voorkeur aan geeft, is
omdat hij een voorstander is om het direkt uit te keren aan de penningmeester
van een dergelijke commissie. Die heeft dan daarover het beheer en kan even
tueel een financiële verantwoording achteraf geven. Het veranderen van punt
a. in een directe subsidie is veel vanzelfsprekender dan wanneer het in het
bedrag per leerling komt. Temeer ook omdat wethouder Dirven naar voren
bracht dat er inderdaad subsidies in het verleden weieens niet helemaal zijn opge
maakt. Dat kan onhandigheid zijn van degene die van het subsidie gebruik
heeft gemaakt. De één is slimmer dan de ander en hij vindt niet dat slimme
mensen bevoordeeld moeten worden.
Hierna concludeert de voorzitter dat de drie sprekers twee punten aan de
orde hebben gesteld: laat het subsidiebedrag geen deel uitmaken van het bedrag
per leerling en het schrappen van punt e.
Wethouder Dirven zegt dat het van het begin af aan de bedoeling is geweest
om de ouderraden te ondersteunen. Daartegenover heeft het college gesteld
dat deze subsidie ingepast moet worden in de subsidieregeling en dat die geen
deel kan uitmaken van het vastgestelde zogenaamde subsidieplafond, dus los
van die f. 159.000,—. Dan komt het dus ten laste van de algemene middelen.
De heer Lodewijks ziet deze subsidie overeenkomstig de subsidie aan de districts-
katechese. Die wordt ook niet uitbetaald binnen het bedrag per leerling, maar
wordt afzonderlijk bij doelsubsidie verstrekt. Dat subsidieplafond komt nu
in de discussie even naar voren, maar dat heeft bij de beraadslaging geen
rol gespeeld. Het was voor iedereen acceptabel dat het bij het totale bedrag
aan subsidies zou worden geteld en dat daardoor het plafond zou opschuiven.
Wethouder Dirven zegt, dat het in feite niet zoveel uitmaakt en vindt het
wel gemakkelijk gesteld. Hij blijft overigens van mening dat het subsidie
in het bedrag per leerling moet blijven en dat de Stichting Katholiek Onderwijs
Prinsenbeek zelf deze zaak moet regelen met de ouderraden. Het gaat naar
zijn mening te ver, dat die ouderraden zelfstandig subsidie vragen aan de ge
meente.
De heer Lodewijks zegt dat het nu zo is dat de katholieke scholen een bedrag
per leerling krijgen uitbetaald. De ouderraden moeten dan maar afwachten
of dat gedeelte van het bedrag wat voor de ouderraden bedoeld is door het
katholiek schoolbestuur aan de ouderraden wordt doorbetaald.
Wethouder Dirven vindt dat niet de taak van het gemeentebestuur.
De heer Lodewijks zegt dat zodoende de kans, dat de ouderraden het geld
niet krijgen, groter is dan wanneer het college of de raad een afzonderlijke
subsidieregeling in het leven roept voor de ouderraden. Dan kan het katholiek
schoolbestuur ten behoeve van de onder hun bestuur vallende ouderraden bij
de gemeente een aantal subsidieverzoeken aanhangig maken en die worden
verleend. Het schoolbestuur is dan wei gehouden om dat geld, conform die
regeling, die voorligt, ter beschikking te stellen van de activiteiten waarvoor