-9- 6. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het centrumgebied van de gemeente. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 7. Voorstel tot het vaststellen van de herziening van de voorschriften van het bestemmingsplan "Moleneind". De heer Nagelkerke zegt dat dit een plan is waaraan lang is gewerkt. Inmiddels is reeds het plan begonnen. De vraag om een klein onderdeel te herzien en zodoen de de goothoogte van vrijstaande woningen te verlagen tot 3 meter, schaadt het plan als zodanig niet. Hij wijst er wel op dat het niet de bedoeling is om goed voorbereide plannen te veranderen maar is wel van mening dat het niet de gewoonte moet worden om steeds met veranderingen te komen. De voorzitter zegt dat het inderdaad niet de bedoeling is dat dit vaker voorkomt. Deze wijziging is voortgekomen uit de vraag van adspirant-bouwers via hun archi tect om dit te veranderen. Hij zal er op letten dat dit soort veranderingen niet te snel en te vaak zullen voorkomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 8. Voorstel tot vaststelling van een algemene subsidieverordening en de verorde ning welzijnsactiviteiten. De heer van Trotsenburg zegt niet zo gelukkig te zijn met de relatie van het puntensysteem. Een betere onderbouwing van de verfijning van de toekenning van het aantal punten door de welzijnsraad zou hij graag zien. 3uist omdat het een subjectieve beoordeling is van de verenigingen door mensen die al dan niet meer geporteerd zijn voor een bepaalde afdeling. Het is en blijft een gevaarlijke zaak om zoiets op subjectieve wijze te beoordelen. De toewijzing van subsidies voor 1986 is wel toegerekend naar de toestand zoals die op dit moment is. De benadering en de wijze van subsidiè'ring zou wetenschappelijk beter onderbouwd moeten zijn. Een meer koelere en zakelijke benadering van de toerekening van de subsidie. Niet een toerekening naar de toestand zoals het is. Hij zou wel eens willen zien hoe het werkelijk zou zijn als dat naast elkaar wordt gelegd op een wetenschappelijke manier en niet gevoelsmatig. Mevrouw van Esch zegt veel waardering te hebben voor de mensen die zo'n lange tijd met deze subsidieverordening bezig zijn geweest. Overigens is het wel zo, dat als ambtenaren en welzijnsraad hier twee jaar mee bezig zijn geweest, de drie vergaderingen die de raad eraan spendeert erg weinig is. Het is het in kaart brengen van de bestaande subsidies. Nu is er de hoop dat er in de jaren een groei proces ontstaat waardoor de subsidies verantwoordelijker worden verdeeld. Het zou fijn zijn langzamerhand naar een objectieve beoordeling te kunnen gaan. Zij kan er zich mee verenigen omdat de hoogste en laagste waardering gaat vervallen en hoopt dat al die activiteiten en subsidies niet te veel gekort worden. De heer van den Bliek hoopt dat ook de bemerkingen die in de commissies zijn genoemd meegenomen worden. Op bijlage 11 is een overzicht gegeven van de percentages die bedoeld zijn om de subsidiabele kosten van activiteiten vast te stellen. Deze percentages stemmen overeen met de bestaande situatie. Hij wil graag op korte termijn een inzicht hoe deze evenwichtig zijn opgebouwd en of er niet een herverkaveling zou moeten plaatsvinden. De uitgangspunten moeten eerst goed op een rij gezet worden alvorens het systeem van korting op papier wordt gezet. Aan de basis moet eerst alles correct uitgevoerd worden. Dit is een van de prioriteiten voor de welzijnsraad voor het komende jaar. In de subsidieverordening staat dat de subsidie niet meer zou mogen bedragen dan het exploitatie-tekort van de betreffende vereniging of instelling en dat zou wel eens ten koste kunnen gaan van de zelfwerkzaamheid van de verenigingen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 57