-10-
Er zijn veel verenigingen die erg veel doen om de inkomstenbalans op te vijze-
I len. Het zou weieens een drempel op kunnen werpen wanneer men in de gaten
krijgt dat de exploitatie-tekorten worden gekoppeld aan de subsidie en zou de
contributie weieens kunnen worden verlaagd, of een aantal activiteiten achterwege
wordt gelaten.
Eigenlijk zouden de donaties bij de kortingsregel moeten worden meegenomen.
Er is een beroepsmogelijkheid. Wanneer een vereniging of instelling beroep aante
kent kan dat leiden tot herverkaveling. Welke beroepsuitspraak is dan definitief
en in hoeverre is die dan definitief voor degenen die geen beroep hebben aangete
kend?
Als het herverkaveling betekent is het denkbaar dat er een tweede vereniging
I opstaat die ook in beroep gaat. Het is hem nog niet helemaal duidelijk hoe dit
in het procedurele vlak zal worden uitgevoerd.
De heer Oosthoek is zeer tevreden met dit voorstel en wil ook zeker een compli
ment geven aan de wethouder voor welzijnszaken. De voorbereidingen zijn een
enorme klus geweest, zowel gemeten in tijd als in volume. Het orde scheppen
in zo'n complexe materie, die in de loop der jaren is ontstaan, vereist veel inzicht,
doorzettingsvermogen en, zoals nu ook, de capaciteit om negatieve kritiek te
moeten incasseren. De leden en secretaris van de welzijnsraad hebben een enorm
stuk werk verzet en belangrijke adviezen gegeven die hebben geleid tot dit resul
taat. Hij vindt het bijzonder knap dat, na het indelen in categorieën, het groe
peren van zo enorm veel cijfers en het maken van wegingscoëfficiënten, het
afwegen van al die belangen er een subsidielijst voor 1985 is uitgekomen die
alleszins redelijk is. Als de meningen van de leden van de welzijnsraad als subjec
tief worden beschouwd dan komt hier toch een mooie objectieve norm naar voren.
Al de tijd die er nu aan is gespendeerd kan er in de komende jaren toe leiden
dat de werkzaamheden zeer vereenvoudigd opgelost kunnen worden.
Wethouder Dirven zegt de dank over te zullen brengen aan de ambtenaren en
leden van de welzijnsraad. ledereen zit nog met een stukje dualiteit. Op gevoels
matige wijze een subsidie toekennen zoals in het verleden gebeurde en nu op
een wat meer rationele wijze, onderbouwd op motieven en normen, is een omscha
kelingsproces. Vandaar dat in artikel 31, bijlage II wordt uitgegaan van de vraag
hoe de percentages zouden moeten worden vastgesteld. Die percentages heeft
de raad verder in de hand. Nu zijn de percentages zo eerlijk mogelijk berekend
naar de gegroeide situatie. Daardoor komen er geen conflictsituaties op dit mo
ment. Al werkende in de toekomst krijgt men een instrument in handen waarmee
- uiteraard zonder daarbij uit het oog te verliezen dat zo'n vereniging of instituut
moet kunnen blijven voortwerken - gestuurd kan worden. Het hoeft ook geen
probleem te zijn dat de zelfwerkzaamheid en eigen activiteiten verloren gaan,
want er is een mogelijkheid die verankerd ligt, dat de mensen dit zo hoog mogelijk
kunnen benutten. Daar tegenover staat wel dat dit in de toekomst zal moeten
worden bewaakt. Het onderscheid van normen ten opzichte van allerlei mogelijke
zaken waarop vroeger subsidie gegeven werd is iets heel normaals aan het worden.
De V.N.G. is het uitgangspunt. De moeilijkheid was hoe er zou worden gekort
en als er gekort moet worden dan volgens een systeem. Prinsenbeek is een van
de eerste gemeenten die een kortingssysteem hebben dat niet gebaseerd is op
de botte bijl maar op een gewogen en eerlijk systeem.
Het college neemt graag van de heer van Trotsenburg over om niet het gemiddel
de te berekenen van 7 subjectieve mensen, maar om het modaal te berekenen.
De hoogste en de laagste gaan er af en dan ontstaat er een meer gewogen modaal
cijfer waardoor de objectiviteit weer vergroot wordt. Een persoonlijke invloed
op het geven van puntenaantallen om in de rangorde een bepaalde plaats te berei
ken is een stuk geminimaliseerd.
Bij de vaststelling van de donaties als zodanig zou de raad kunnen zeggen dat
aan donaties in totaliteit een bedrag van f. 10.000,— a f. 15.000,— uit die
totale verdeling wordt gegeven.
Het college van burgemeester en wethouders verdeelt dit dan verder over de
aanvragen.
In het boekje van de V.N.G. worden de beroepsmogelijkheden behandeld. Er staat