15. Voorstel inzake huisvesting van de per 1 augustus 1985 te vormen basis-scholen
9 binnen de gemeente.
Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming
wordt conform het voorstel van burgemeester
en wethouders besloten.
16. Voorstel tot het verlenen vein medewerking ex artikel 72 der Lager-Onderwijs
wet 1920 voor de aanschaf van nieuwe stoelen ten behoeve van de personeels-
kamer der Heilig Hartschool, Kapelstraat UU.
Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming
j wordt conform het voorstel van burgemeester
en wethouders besloten.
17. Voorstel inzake subsidiëring van de ouderraden der plaatselijke kleuter- en
lagere scholen.
De heer van den Bliek vraagt of aan de schoolbesturen een verzoek kan worden
gedaan om na afloop van het jaar waarvoor de subsidie verleend is, een verslag
van activiteiten op te maken, zodat de raad kan zien op welke wijze de gelden
zijn besteed.
De heer van der Kooij zegt dat de schoolbesturen de verantwoordelijkheid hebben
voor de activiteiten. Hij vindt het niet juist om daar achteraf een verantwoording
voor te vragen. Hij steunt het voorstel van het college en met name ook het
weglaten van de afbouw en het uitbetalen via het bedrag per leerling.
De heer Oosthoek zegt dat zijn fractie blij is dat er nu eindelijk een oplossing
op tafel ligt. Blijheid met veel pijn in het hart. Zijn fractie geeft echter de
I voorkeur aan een directe subsidie in plaats van een bedrag per leerling.
Mevrouw van Esch zegt dat de schoolbesturen verantwoordelijk zijn. Er zijn zelfs
al kascommissies bij de ouderraden die alles controleren. Het is niet juist om
nog een nieuwe controle in te bouwen.
Wethouder Dirven acht de schoolbesturen geheel competent om deze zaak zelf
af te wikkelen.
De heer van den Bliek blijft er bij dat het toch niet teveel gevraagd is om na
afloop een verslag te maken om te zien hoe de gelden besteed worden.
De heer van der Kooij zegt bij interruptie het vreemd te vinden. Er is een bedrag
per leerling waarover geen verantwoording verschuldigd is. Daarom is het vreemd
dat er nu over vijf gulden verantwoording wordt gevraagd.
Wethouder Dirven zegt dat als men geïnteresseerd is in de activiteiten van de
schoolraad, er genoeg andere wegen zijn om dat te weten te komen. Zodra het
gemeentebestuur er een officieel tintje aan geeft, treedt men in de rechterlijke
bevoegdheden van het schoolbestuur en dat wil men vermijden.
Op verzoek van de heer van den Bliek brengt de voorzitter hierna diens voorstel
om een jaarlijks verslag te vragen in stemming.
Uit de hoofdelijke stemming blijkt dat het
voorstel van de heer van den Bliek wordt
verworpen met 7 stemmen tegen van de
leden Dirven, van Esch-Kuppens, Houtepen,
van der Kooij, Nagelkerke, van Trotsenburg
en Vissers en 6 stemmen voor van de leden
van den Bliek, Franken, de Hoon, Oosthoek,
Schreiner en van der Westen.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming
besloten conform het voorstel van burgemees
ter en wethouders.
p
_14_