-20-
Omdat er een bepaalde ontwikkeling gaande was in de Groenstraat heeft de
gemeente aangevraagd en verkregen 12 premie-huurwoningen in de non-prof it-
sfeer. Non-profitsfeer wil zeggen dat deze woningen alleen gebouwd kunnen
worden door een toegelaten instelling, i.e. de Woningstichting Prinsenbeek.
De raad is akkoord gegaan dat 8 van de 12 woningen ter beschikking werden
gesteld van de architect, die dit in handen had. De overige 4 zijn, via het Stads
gewest, omgezet in woningwetwoningen waardoor de woningwet op 20 kwam.
Nu in de loop der tijd is gebleken, dat het niet realiseerbaar zou zijn, de in
middels in profit-huurwoningen omgezette sfeer in de Groenstraat te realiseren,
is getracht om deze weer terug te brengen naar de non-profit. Het Stadsgewest
Breda kon daarvoor niet onmiddellijk het licht op groen zetten. Eerst moest
een inzicht worden verkregen in het totaal-overzicht van de Stadsgewest-ge-
meenten met alle categorieën van woningen tot en met de huurwoningen. Dinsdag
middag j.l. heeft er een definitief gesprek plaatsgevonden van de delegatie
uit het Stadsgewest met de Directie Volkshuisvesting in 's-Hertogenbosch en
woensdagochtend is er telefonisch bericht binnengekomen, dat de resterende
8 alsnog kunnen worden omgezet in woningwetwoningen. Het college heeft
dit uiteraard met grote dank aanvaard. Dit bracht wel met zich dat in één
dag de nodige activiteiten ontplooid zijn moeten worden. Met het onder meer
invullen van de desbetreffende aanvrage is een besluit van de raad noodzakelijk
om van rijkswege gelden te verkrijgen. Dat is ieder jaar de normale gang van
zaken.
De heer Roeien herinnert zich dat de 8 woningen die het college op het laatst
kon bemachtigen om de problematiek in de Groenstraat tot een oplossing te
brengen ook als nagekomen voorstel in de raad werd gebracht. Het nu omzetten
in de woningwetsfeer houdt in dat aan de Groenstraat een nieuwe blanco situatie
ontstaat en er niets meer kan. Is dat de consequentie van een en ander?
De voorzitter ontkent dit. Degene die de bouw daar ter hand zou kunnen nemen
doet dit in de vrije sector.
De heer Roeien bedoelt dat het aanbod om de problematiek op te lossen nu
volledig van tafel is en in feite weer een blanco situatie geeft.
De voorzitter beaamt dit.
De heer Schreiner zegt akkoord te gaan met het voorstel maar vraagt dit voor
stel uitgebreid in de notulen op te laten nemen.
De voorzitter antwoordt, dat uitgebreider dan hetgeen gezegd is, niet kan.
De raad krijgt de precieze tekst van het besprokene.
De heer Roeien heeft graag vermeld dat daarmede het raadsbesluit van 28
november 1985 is komen te vervallen.
De voorzitter stemt hiermede in.
Vervolgens wordt zonder hoof
delijke stemming conform het
voorstel van burgemeester en
wethouders besloten.
25. Mededelingen.
De voorzitter deelt namens de beide wethouders mede dat zij er moeite mee
hebben dat door hen bij het vragenhalfuurtje na afloop van de openbare raads
vergadering vragen beantwoord moeten worden van vragenstellers van de publieke
tribune en daarbij steeds in toenemende mate in zekere zin ook verantwoording
moeten afleggen aan die vragenstellers.
De bezwaren van de wethouders zijn ook terecht omdat het college als insti
tuut voorstellen doet aan de raad en ter besluitvorming voorlegt. De raad beraad
slaagt over de voorstellen van het college en neemt een besluit. Er dienen geen
vragen aan de wethouders - leden zijnde van dat collegiaal bestuur - te worden
gesteld, maar aan de leden van de raad. In het reglement met betrekking tot
het vragenhalfuurtje komt ook tot uiting dat, als er gerouleerd wordt, de wethou
ders nooit de plaats innemen van gespreksleider, want anders komt men in poli
tieke problemen.