-t- om zakelijke maar om politieke redenen. Het komt zijn fractie voor dat er door de gemeente onzorgvuldig is gehandeld en dat er een verkeerd advies gegeven is. Fouten maken is niet erg, doch het siert echter de mens om deze zo snel mogelijk te herstellen. De voorzitter zegt het eens te zijn met de opmerking dat het siert om ongelijk te bekennen, maar tekent er wel bij aan dat dit alleen geldt als blijkt dat men ongelijk heeft. Wethouder Houtepen betreurt het dat hier toch weer op wordt ingegaan ondanks het feit dat hier twee raadsvergaderingen geleden uitvoerig over is gesproken. Toen is er een besluit genomen dat er nog een keer overleg gepleegd moest worden met betrokkene, maar dat er verder niets aan de standpunten toegevoegd kon worden. Het overleg was noodzakelijk ter verduidelijking. Verder betreurt hij het dat zijn naam in deze wel genoemd wordt, doch dat er niet naar hem geluisterd wordt en wel naar de woorden van de tegenpartij. Als naar beide partijen met evenveel aandacht geluisterd zou zijn dan was deze zaak hiermee al lang afgedaan. Niettemin wil hij hierover alsnog van gedachten wisselen, maar niet met de bedoeling om een ander standpunt in te nemen. De heer Franken zegt dat zijn fractie toch op dit standpunt blijft staan, aange zien hij zich niet aan de indruk kan onttrekken dat reclamant niet correct behandeld is. Het college zou dan ook reclamant tegemoet moeten komen. De heer Lotstra zegt dat het C.D.A. vasthoudt aan haar oude standpunt, aange zien de gemeente zijns inziens volkomen correct gehandeld heeft. Hij kan wat dat betreft ook uit eigen ervaring putten. De voorzitter brengt vervolgens het verderstrekkend voorstel van de heer Fran ken om het verzoek van reclamant wel te honoreren in stemming. Vóór stemmen de leden van Geel, Franken en Schreiner. Tegen stemmen de leden van Trotsenburg, Schalk-Fabrie, Lotstra, Verpaalen, vanderHilst, Oomen, Overboom, de Craen, Houtepen, Roeien en Dirven, zodat het verderstrekkend voorstel wordt verworpen met 3 stemmen vóór en 11 tegen. De voorzitter zegt dat dit voor hem de laatste keer is geweest dat dit punt onderwerp van bespreking is. De heer Roeien verzoekt om ingekomen stuk v., nadat het college hierover intern van gedachten heeft gewisseld, ter bespreking te brengen in de commissie ruimtelijke ordening, voordat de raad hierover een beslissing gaat nemen. De voorzitter gaat hiermede akkoord en verzekert hem dat het gevoelen en advies van de commissie zal worden ingewonnen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten de stukken u. en v. voor nader advies in handen van het college te stellen. fr. Mededelingen over de Gewestraad Breda (32e vergadering). Aangezien er geen vergadering heeft plaatsgevonden zijn er noch schriftelijke noch mondelinge mededelingen te doen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 145