-8-
dan de voordelen en wel met name dat ten behoeve van een goed huisvestings
beleid het gehele woningbezit in de huursector beschikbaar moet blijven voor
de laagstbetaalden. Dat weegt voor zijn fractie erg zwaar. De vraag naar goed
kope huurwoningen komt toch vooral van jeugdigen. Door verkoop van goedkope
huurwoningen worden de mogelijkheden om de minder draagkrachtigen aan een
passende woning te helpen verhinderd. Door het kleine aantal goedkope woningen
dat voor verdere verhuur beschikbaar komt zal een groep woningzoekenden
met een lager inkomen aangewezen zijn op een voor hen te dure woning en
derhalve een beroep moeten doen op de individuele huursubsidie, een overheids
uitgave welke in wezen dient te worden voorkomen. Op dit moment zijn er
ongeveer 220 woningzoekenden in Prinsenbeek. Mensen die gemiddeld zo'n
3 1/2 jaar wachten op een huurwoning. In de vorige raadsvergadering is onder
agendapunt 5 het voorstel tot vaststelling van de woningbouwplanning en de
planning woningverbetering voor de jaren 1986 t/m 1990 aan de orde geweest.
Hij citeert uit het voorstel: "ter verdere toelichting zij opgemerkt, dat in het
eerder genoemde rapport "actualisering woningmarkt 1985" voor onze gemeente
voor het jaar 1987 het uitgangspunt is opgenomen dat het aantal sociale huurwo
ningen met 10% verhoogd moet worden". Spreker is ook lid van de commissie
inschrijving woningzoekenden en maandelijks wordt die geconfronteerd met
een aantal schrijnende gevallen. Mensen die heel graag ingeschreven zouden
willen worden maar die teleurgesteld moeten worden vanwege het feit dat
het aantal huurwoningen op dit moment nog een zeer schaars goed is in de
gemeente Prinsenbeek. Dit alles in aanmerking nemende acht hij het niet juist
om de totale voorraad huurwoningen te verkleinen door verkoop, zodat zijn
fractie tegen het voorstel is.
De heer Oomen heeft 2 opmerkingen. Het voorstel is macro-economisch bekeken
een goede zaak. Daarmee wordt een stuk financiering weggehaald bij de rijksover
heid, dat dan bij de huurder terecht komt. Bovendien wijzigt, waar woningwet
woningen verkocht worden, het straatbeeld, omdat de huizen opgeknapt worden.
De straten gaan er op vooruit. Micro-economisch gezien sluit hij zich aan bij
de woorden van de heer van der Hilst. Het aantal woningwetwoningen in Prinsen
beek is niet al te hoog. Spreker is ook lid van de commissie inschrijving woning
zoekenden en wordt dus ook geconfronteerd met mensen die vragen om ingeschre
ven te worden. Vanuit die achtergrond zou hij tegen de verkoop kunnen zijn,
maar dan is men bezig met een schijnstelling, omdat men kan zeggen: de man
past in de jas, de jas past in de tas dus de man past in de tas. Die stelling
klopt niet. Bij de verkoop van een woningwetwoning gaat de vergelijking wel
op. De stelling: ik verkoop de woningwetwoning niet, dus dan komt de woning
vrij om andere mensen te helpen, klopt ook niet. Als de woning niet aan de
huurder verkocht wordt dan komt in 9 van de 10 gevallen de woning niet meer
vrij. Het C.D.A. is het daarom met het voorstel eens.
Wethouder Houtepen zegt - samen met de heren van der Hilst en Oomen -
de problemen heel goed te kennen. Het verkopen van woningwetwoningen is
niet iets nieuws, want dit is al regelmatig gebeurd. Het zijn allemaal woningen
uit complexen die na 1948 gebouwd zijn. De woningen die gebouwd zijn
na 1964 mogen niet meer verkocht worden. Deze woningen zijn extra gesubsi
dieerd met de restrictie van de overheid dat deze woningen ten gunste moeten
komen van de mensen met de laagste inkomens. Het verkopen van woningwetwo
ningen is een verkregen recht en vanwege de rechtsgelijkheid is het gerecht
vaardigd en verantwoord om de woningen te verkopen.
De heer van der Hilst is het niet eens met de heer Oomen dat in 9 van de
10 gevallen de woning toch niet vrij zou komen. Natuurlijk komt de woning
wel een keer vrij, want anders zou men alle huurwoningen kwijt zijn. Als deze
mensen heel graag een woning willen kopen dan kan het zijn dat deze woningen
heel snel leeg komen, omdat ze dan op zoek gaan naar een koopwoning. Het
is maar hoe je het bekijkt. Diens stelling dat de woningen worden opgeknapt
en een mooier straatbeeld geven is ook niet juist. In de eerdergenoemde nota