-9-
wordt als nadeel van verkoop van incidentele woningen genoemd dat de unifor
miteit in aanzien kan worden geschaad. Als in een rij woningen één of twee
woningen worden verkocht en er worden andere voordeuren ingehangen, dan
zal de een zeggen dat het straatbeeld wordt verfraaid en de ander zal zich
afvragen of dit nu wel zo goed is voor de uniformiteit en voor het zicht van
de straat. Hij spreekt dan nog maar niet over het feit dat als er een woningblok
moet worden verbeterd of aan dakgoten moet worden gewerkt, dat er dan één
of twee woningen in de rij zijn die over moeten worden geslagen. Dat brengt
extra kosten met zich mee. De wethouder heeft gesproken over een recht omdat
de gemeente bepaalde woningen mag verkopen. Overigens is na 1979 aangenomen
dat het niet meer zou gebeuren. Toen was men er ook al van overtuigd dat
het geen goede zaak was. Men heeft dit verstopt. Het is een recht dat eventueel
verleend mag worden maar het is geen recht dat verleend moet worden. De
gemeente kan weigeren aan bewoners van huurwoningen om hun huis te kopen.
Zijn fractie blijft tegen het voorstel.
De heer Oomen zegt dat het feit van de rechtsgelijkheid voor zijn fractie ook
zwaar gewogen heeft. Het betreft hier bouwblokken waar het mogelijk is nog
enkele woningen te verkopen. Het zou een beetje vreemd overkomen om te
zeggen dat meneer A de woning wel kon kopen maar meneer B kan het nu
niet meer. Overigens handhaaft hij zijn eerder geformuleerde stelling.
De heer Franken zegt dat zijn fractie dit ook onderschrijft. Voor iedereen gelijke
rechten.
Wethouder Houtepen zegt dat het zo kan zijn dat iemand in een woningwetwoning
blijft wonen, zolang zijn gezondheid dit toelaat.
De heer van der Hilst zegt dat de woning daarom ook bij de dood van de huurder
vrijkomt.
De heer Lotstra zegt dat dit inderdaad zo is, mits de echtgenote of de nabestaan
den niet van rechtswege mede-huurder zijn geworden.
Wethouder Houtepen vindt het juist dat uit het oogpunt van rechtsgelijkheid
het huidige beleid zal worden voortgezet. Wat betreft de veranderingen merkt
hij op dat de gemeente verplicht is om goed onderhoud te plegen, zodanig dat
die veranderingen niet zo ver uit de hand gaan lopen dat er grote verschillen
ontstaan. Bij renovatie en verbouwing is er ook altijd nog zo iets als een wel
standstoetsing. Het beeld zal wel in positieve zin veranderen maar niet zo
erg dat men er zich aan zal storen.
Wethouder Dirven zegt dat een aantal jaren geleden zeer heftig is gediscus
sieerd over de rechtsgelijkheid toen de huurharmonisatie aan de orde was, waarbij
naar inkomen een bepaalde huur betaald zou moeten worden. Als dat mogelijk
is dan zou men eerder naar een duurdere huurwoning gaan en komt de woning
vrij. Niemand is echter uit zichzelf genegen om voor een lage huurprijs te
vertrekken of er moet werkelijk iets tegenover staan. Die regeling is toen niet
aangenomen en een gemeentebestuur kan dus nu ook niet anders werken als
volgens het nu gevolgde beleid. Gelijkheid voor iedereen in hetzelfde blok.
De heer Roeien zegt dat doorstroming zelfs nog tegenviel toen er door de ge
meente geprobeerd werd daarin financieel te stimuleren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
conform het voorstel van burgemees
ter en wethouders besloten. De
P .v.d. A.-fractie wordt geacht te
hebben tegengestemd.
8. Voorstel tot het vaststellen van enige regelingen met betrekking tot het
schoolzwemmen voor het schooljaar 1986/1987.
De heer van Geel zegt dat de duur van het schoolzwemmen is teruggebracht
van 45 naar 30 minuten. Daar is begrijpelijk een beetje onvrede over, maar
volgens hem zijn 30 minuten lang genoeg. Er bereiken de raad nu echter klachten