voteerd en tevens besloten heeft tot het verlenen van een opdracht aan de
landschapsarchitect tot het besteksgereed maken zelf heeft het college met
het tot uitvoering brengen van dit besluit gewacht totdat de raad het plan
Centrum zal hebben vastgesteld. Eventuele bezwaarschriften zouden namelijk
nog aanleiding kunnen zijn tot bepaalde wijzigingen. Van vertraging mag er
dan ook nog niet worden gesproken.
Het college kan de P.v.d.A. zeer wel gerust stellen inzake haar mogelijke
ongerustheid ten aanzien van het reageren van gemeentewege op ingediende
bezwaarschriften. Zoals dat met betrekking tot elk ontwerp-bestemmingsplan
geschiedt, ontvangen degenen, die bezwaar tegen dat plan hebben ingediend
antwoord; doch zulks kan niet eerder dan nadat eerst de raad een beslissing
heeft genomen op dat bezwaarschrift. De reclamant heeft - na kennis genomen
te hebben van de uiteraard gemotiveerde raadsbeslissing - de bevoegdheid
daarop in beroep te gaan bij Gedeputeerde Staten.
De C.D.A.-fractie stelt met betrekking tot de markt, dat zij steeds meer
problemen krijgt waar het de her-inrichting betreft.
Nog afgezien van het feit, dat deze opmerking met geen enkele argumentatie
wordt onderbouwd of gestaafd, kwam de reactie reeds op zich bij het college
uitermate vreemd, onbegrijpelijke, ja welhaast onwerkelijk over.
Als er in deze gemeente de afgelopen periode namelijk één plan is voorbereid,
waarbij zowel de onderscheiden bevolkingsgroeperingen als de raadscommissies
en raad met de grootste zorgvuldigheid zijn betrokken en waarbij na en in
een goed, open en eerlijk overleg door de raad in volle unanimiteit een wel
overwogen beslissing is genomen, dan betreft het wel het plan met betrekking
tot de her-inrichting van de markt.
En het was met name de C.D.A.-fractie welke in de raad in deze het voortouw
nam op, 15 november 1984 en nadien in commissoriaal verband - gedoeld
wordt hier met name op de raadscommissie Ruimtelijke Ordening, waarin
zij met twee van de vijf fractieleden zitting had - steeds zeer constructief
medegedacht en positief medewerkte aan het tot standbrengen van dit plan;
ja zelfs het voorstel deed op 27 februari j.l. tot het voteren van een totaal
krediet voor én besteksgereed maken én tot uitvoering brengen van dat plan,
welk plan unanieme ondersteuning verkreeg van de raad.
Tijdens de openbare vergadering van de commissie Algemene Zaken, Ruimtelijke
Ordening en Volkshuisvesting op 28 oktober j.l. is - zo meent het college
het te mogen stellen - kennelijkgebleken, dat hier toch en alsnog sprake moet
zijn van een misverstand; het college vermocht overigens nauwelijks ook anders
verwachten en is verheugd over de nadere uiteenzetting van de C.D.A.-woord
voerder tijdens die vergadering over onderwerpelijke kwestie.
Met de op 16 oktober j.l. door hem namens het C.D.A. gemaakte opmerkingen
ten aanzien van de markt zou - heeft het college zulks goed en juist begrepen -
namelijk het navolgende worden beoogd:
1. De C.D.A.-fractie handhaaft haar reeds eerder ingenomen standpunt,
namelijk dat het bestemmingsplan Centrum moet worden vastgesteld
conform de op 20 augustus, 4 en 24 september door haar in de commissie
Algemene Zaken, Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting gegeven
advies inclusief de her-inrichting van de markt, zoals dat onderdeel
op 27 februari j.l. reeds is vastgesteld.
2. Met inachtneming van de desbetreffende wetsbepalingen R.O. kan nadien
worden begonnen met de daadwerkelijke uitvoering onder andere voor
wat betreft de bebouwing aan de Noord-West-zijde.
3. Wel stelt de C.D.A.-fractie, dat zij alsnog conform dan wel in de geest
van het bestemmingsplan 1957 alsnog bebouwing voorstaat aan de Kromme
Elleboog; zulks zou dan wel ten koste gaan van een aantal aldaar aan
wezige plantanen; doch zeker één rij naast het huidige grasveld zou
zonder meer gehandhaafd kunnen blijven.