Wethouder Houtepen vangt zijn betoog als volgt aan: "Financiën algemeen. Bij de beschouwingen over de financiële positie van de gemeente wijst de woordvoerder van het C.D.A. op de noodzaak tot herbezinning en het stellen van prioriteiten. Deze noodzaak komt met name voort uit de regelmatige verlaging van de uitkering uit het gemeentefonds. Het college kan zich geheel in deze opvatting vinden. In dit verband wordt gevraagd naar de gevolgen voor de begroting van het nieuwe Kabinetsbeleid. Nu is de raming van de algemene uitkering gemeente fonds in de begroting gebaseerd op de zogenaamde juni-circulaire. Hierop is een september-circulaire gevolgd, waarop weer correcties zijn aangebracht bij een oktober-circulaire. Door diverse factoren zoals bijstelling van de bij stands- en prijscompensatie, het vervallen van de voorgenomen profijtkortin gen voor 1987, de investeringsimpuls de wijziging van de verfijning sociale structuur, de verandering van de bedragen per woonruimte als gevolg van de introductie van wooneenheden worden per saldo het uitkeringspercentage en de bedragen per woonruimte verlaagd. Dit resulteert in een verlaging van de geraamde uitkering gemeentefonds van ruim f. 65.000,—In dit kader zullen ook de meerjarenramingen moeten worden aangepast. Het college is van plan om deze aanpassing aan uw raad voor te leggen in de vergadering van december aanstaande. Belastingen. In het betoog is gesproken over een belastingstijging van f. 88.000,—, maar het betreft hier een stijging over twee jaren. Per jaar is dit gemiddeld 4,5%. Het college kan de lasten van de burgers plaatselijk moeilijk verlichten, daar de gemeente via de algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt gekort in het kader van de profijtgedachte. De overheid adviseert het verrichten van individuele diensten kostendekkend te maken. Het doorberekenen van een gering gedeelte van de kosten voor bepaalde diensten acht het college gerechtvaardigd, gelet op de extra kortingen en het voorziene tekort in de komende jaren. Vandaar dat het voorstel om de reinigingsrechten in drie jaren kostendekkend te maken wordt gehandhaafd. De trendmatige aanpassing van de belasting en retributies wenst het college te handhaven op drie procent. Gezien de voorgenomen kortingen op de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de jaren 1987 - 1991 wordt het niet verantwoord geacht de aanpassing van de belastingtarieven op nul te stellen. Het college wil grote tariefstijgingen voorkomen door de belastingen gelijk matig te laten stijgen. Ook hier wordt verwezen naar de geprognostiseerde financiële ruimte voor de jaren 1987 t/m 1990 volgens de meerjarenbegroting op bladzijde 20. Voor gemeentelijke belastingen is het niet mogelijk op een of andere manier reductie te verlenen voor financieel minder draagkrachtige ingezetenen. Indien een dergelijke passage in een gemeentelijke verordening zou worden opgenomen, wordt de belastingverordening niet Koninklijk goedgekeurd, daar de overheid het beleid voor de financieel minder draagkrachtigen zelf wil regelen. De Kroon heeft reeds enkele raadsbesluiten over deze materie vernietigd. De rijksoverheid vindt het voeren van inkomensbeleid geen gemeentelijke taak. De gemeentelijke leges is met 5% verhoogd omdat de overheid de algemene uitkering uit het gemeentefonds heeft gekort in verband met de toepassing van de profijtgedachte. Gezien de hoogte van de tarieven van de gemeente lijke leges is het verantwoord een tariefsverhoging van 5% toe te passen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 196