-6- De gemeente heeft extra inkomsten nodig om op langere termijn een sluitende begroting te blijven houden, zoals reeds gesteld is bij het kostendekkend maken j van de reinigingsrechten. Afschrijvingsbeleid. Ten aanzien van het afschrijvingsbeleid voor de plaatselijke belasting is het college voorstander van een individuele benadering. Een uitzondering maken voor bepaalde groepen belastingschuldigen, zoals door de P.v.d.A. verwezen wordt naar de gemeente Breda, die voor inwoners van 65 jaar en ouder geen aanslag O.G.B. meer oplegt, indien zij reeds afschrijving hebben gekregen in 1984 en 1985, vindt het college geen goede zaak. Een bepaalde groep vooraf vrijstelling verlenen leidt tot rechtsongelijkheid ten opzichte van andere in woners, die financieel in dezelfde positie verkeren. Artikel 17 van de Invorde- ringswet is gebaseerd op individueel afschrijvingsbeleid. In dit artikel staat vermeld, dat de belastingschuldige, die niet in staat is anders dan met buiten gewoon bezwaar de belasting of de volle belasting te betalen, geheel of ge deeltelijk afschrijving kan worden verleend. Bovendien wordt in artikel 300 van de Gemeentewet voorgeschreven dat voordat afschrijving kan worden verleend eerst de gemeente-ontvanger moet worden gehoord. Zowel uit artikel 17 van de Invorderingswet als uit artikel 300 van de Gemeentewet blijkt dat bij het verlenen van afschrijving uitgegaan moet worden van een individuele behandeling van iedere zaak op zich. Verder kan in het algemeen gesteld worden dat de thans in Nederland bestaande sociale voorzieningen voldoende moeten worden geacht om te voorzien in de noodzakelijke bestaanskosten. De gemeentelijke heffingen, waar individueel aanwijsbare tegenprestaties t tegenover staan, zoals leges en reinigingsrechten, behoren tot die noodzakelijke bestaanskosten. Er wordt pas afschrijving verleend indien blijkt van bijzondere omstandigheden of buitengewoon bezwaar zoals is vermeld in de notitie over het afschrijvingsbeleid, die in de raad van 30 mei 1985 is behandeld. Het hierin aangegeven te voeren afschrijvingsbeleid zal worden voortgezet. Meerjarig investeringsplan en meerjarenbegroting. De woordvoerder van Gemeenschapsbelang zegt begrepen te hebben, dat in het op het investeringsplan genoemde bedrag van f. 1.300.000,— voor de verplaatsing van de hockeyvelden naar de Heikant het genoemde bedrag van f. 45.500,— voor de aanleg van een ijsbaan zou zijn opgenomen. Dit is echter niet het geval. Het bedrag van f. 1.300.000,— is samengesteld uit het in het rapport inzake de aanleg van kunstgras genoemde investeringsbedrag van f. 1.250.000,— en een bedrag van f. 50.000,— voor de bouw van een materialen- berging op het sportpark "de Heikant". De daar aanwezige berging is hard aan vervanging toe. Gemeenschapsbelang verzoekt tevens een verklaring te geven voor de verschil len tussen de aangegeven investeringsbehoefte voor de jaren 1987 en 1988 in de begrotingsstukken 1986 en 1987. Het verschil tussen de aangegeven financieringsbehoefte in 1986 en 1987 voor het jaar 1987 bedraagt f. 2.550.000,— en wordt veroorzaakt door het door schuiven van niet uitgevoerde projecten van het investeringsplan 1986 naar 1987 tot een bedrag van f. 691.000,Verder werd door de raad voor de reconstructie van de Markt f. 1.108.000,— meer gevoteerd dan aanvankelijk door het college werd geraamd. Voor de automatisering eerste fase zal f. 226.000,— meer nodig zijn en was over de verplaatsing van de hockeyaccom- modatie, zijnde f. 900.000,— netto, in 1986 nog geen beslissing genomen. Hiertegenover staat het aanbrengen van een fasering in de aanleg van het fietspad langs de Strijpenseweg. Dezelfde vergelijking kan voor 1988 worden gemaakt. Het verschil bedraagt hier f. 3.425.000,—. Dit wordt veroorzaakt door het doorschuiven van projecten vanuit 1986 en 1987 naar 1988 tot een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 197