De formatie op een school wordt bepaald door het sociale milieu van de kin deren. Afhankelijk van de opleiding van de ouders kunnen leerlingen voor f. 1,25 (of eventueel nog meer) in het totale leerlingenbestand meetellen. Door deze stijging van leerlingen, stijgt ook het aantal leerkrachten waarop de school aanspraak kan maken. Verwezen wordt naar het Formatiebesluit W.B.O., artikel 5 en volgende. Op deze wijze ontvangen de scholen extra formatie om de zorgverbreding te realiseren, én om de verminderde toelating van leerlingen op scholen voor speciaal onderwijs op te vangen. In deze gemeente zal de drempelverhoging naar het speciaal onderwijs voorlopig geen problemen opleveren. Het hier gesignaleerde probleem bestaat meer op scholen in de grote(re) steden. Thans maken alle scholen gebruik van de diensten van de O.B.D. Overigens hebben de directeuren van de scholen te kennen gegeven zeer tevreden te zijn met de aanpak van de O.B.D. Als daartoe aanleiding bestaat zal uitbreiding van het O.B.D.-pakket overwogen worden. Aangezien een publiekrechtelijk bestuursvorm voor het openbaar onderwijs verstrekkende gevolgen heeft, is het college van mening vooraf een diepgaand onderzoek te houden met betrekking tot de voor- en nadelen van een dergelijke vorm. Het college zal te zijner tijd hierop terugkomen. In het Vergoedingsstelsel Basisonderwijs is geen rijksvergoeding conciërges opgenomen. Gesteld kan dus worden dat de conciërge-werkzaamheden door de teamleden zelf verricht moeten worden. Hoewel het college begrip heeft voor het feit dat de taken van de groepsleer krachten extra overbelast zijn als gevolg van de schoolwerkplan-ontwikkeling wordt toch aangesloten bij de rijksnormen en geen extra kosten voor een conciërge in de begroting 1987 opgenomen. Tot voor kort werden via de B.S.W.-Breda conciërges op de scholen geplaatst. De B.S.W. heeft ons eind vorig jaar medegedeeld dat zij geen geschikte kandi daten hebben voor de uitoefening van de functie als conciërge en dat dit voorlopig ook niet het geval zal zijn. Het bestuur van de S.K.O.P. heeft onlangs de mogelijkheid geopperd een uit keringsgerechtigde aan te stellen. Hierbij wordt gedacht aan een kracht voor 8 uur op basis van het minimum loon en inzetbaar op twee scholen. De Toetsingscommissie Breda moet overigens voor een dergelijke transactie toestemming verlenen. Dit model bevindt zich nog in het stadium van overleg. Het college zal in deze een voorzichtig beleid voeren aangezien een en ander niet mag leiden tot reguliere arbeid en is niet voornemens een conciërge uit eigen middelen te bekostigen. De Tweede Kamer moet nog beslissen over de 4-jarigen-maatregel van Deetman. De stemming van de meerderheid van de Volksvertegenwoordiging is overigens vrij negatief. Ervan uitgaande dat op enige wijze toelating van leerplichtige kinderen geremd wordt, stelt het college nu voor afhankelijk van de precieze inhoud en de exacte omvang van de maatregel een standpunt te bepalen. Centralisatie welzijnsvoorzieningen. De centralisatie van welzijnsvoorzieningen in de Schoolstraat roept bij het C.D.A. vraagtekens op. Ook het college zet intussen vraagtekens of centrali satie in gebouwen aan de Schoolstraat de enige mogelijke oplossing is van problemen op accommodatiegebied voor welzijnsactiviteiten. Daarom is er nader onderzoek nodig. Daarbij zou ook worden bezien of de K.P.J. geholpen kan worden met het terrein aan de rand van de bebouwde kom. Voor zover bekend wenst de K.P.J. echter niet alleen de beschikking over een terrein te hebben maar is het juist de bedoeling een eigen "home" te krijgen. Ook de vraag van de P.v.d.A. sluit aan op de door het C.D.A. gestelde vraag. De vraag of de lokaties aan de Schoolstraat wel de meest geschikte zijn, dient nader onderzocht te worden, zulks mede in relatie met de kosten die -14-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 205