-20-
burgerzaken in de avonduren open te houden onderzocht wordt. Zijn fractie
verbindt daar wel aan dat de benadering budgettair neutraal moet zijn. Omtrent
de behandeling van de begrotingsstukken heeft het college toegezegd dat het
een juiste zaak is om - zeker de meerjarenraming - in de functionele com
missies in behandeling te nemen. Zijn fractie hoopt dat dat bij de volgende
begroting kan gebeuren.
Ten aanzien van de financiële stukken was het niet zijn bedoeling om die in
de commissies te bespreken maar het was meer te doen om bij het stellen
en afwegen van prioriteiten de functionele commissies nadrukkelijk te betrek
ken.
Hij betreurt de misvatting die bestond over de Markt. Eerder wenste zijn fractie
dat met betrekking tot de herinrichting, en herinrichting en bestemmingsplan
zijn duidelijk twee aparte aangelegenheden, geen spade in de grond gaat voor
dat het bestemmingsplan was goedgekeurd. In zijn eerste termijn heeft hij
daar aan toegevoegd: "totdat het bestemmingsplan onherroepelijk is", daarbij
duidelijk doelend op de herinrichting. Zijn fractie realiseert zich volledig haar
verantwoordelijkheid voortvloeiend uit inbreng in het verleden in commissoriaal of
I in raadsverband. Maar als zijn fractie gezien de geluiden die steeds meer op
gang doen, tot de benadering komt dat het beter is ten halve te keren dan
ten hele te dwalen, vindt hij het nodig om dat op een erg vroeg tijdstip te
signaleren. Het ware te wensen dat sommige leden van het college ook in zo'n
vroeg stadium de commissies informeerden. Hij zegt dat de voorzitter zijn
antwoord heel nadrukkelijk heeft gepreciseerd, rekening houdend met de inbreng
zoals die aan de orde geweest is in de laatste vergadering van de commissie
Algemene Zaken, Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting. Het antwoord is
niet helemaal juist. De zin "zoals dat onderdeel op 27 februari j.l. reeds is
j vastgesteld" is naar zijn mening onjuist, omdat in die vaststelling aan de noord
zijde een andere intentie was toegekend, dan daaraan is toegekend. De voor
zitter verwijst bij "het overige gedeelte van de Markt niet in de weg te staan"
naar het noordelijke deel van de Markt. Men kent de wens van zijn fractie
dienaangaande. Er wordt dan gezegd dat dit de overige invulling van de Markt
niet in de weg behoeft te staan. Zijn fractie legt dat als volgt uit. Er een andere
bestemming aan geven kan voor de rand daarom heen toch bepaalde consequenties
hebben anders dan in het nu vastgestelde herinrichtingsplan. Hij hoopt dat over
het bestemmingsplan in een volgende vergadering een uitspraak kan worden
gedaan. Hij maakt namens zijn fractie nog een kanttekening bij dit onderdeel.
Wanneer het over de herinrichting gaat dan wordt bedoeld: de Markt en toe
loopstraten. Dit laatste dreigt door de discussie wat buiten beeld te geraken.
Men nam kennis van het feit dat er wat betreft uitkeringen van het Rijk
f. 65.000,— minder te verwachten is binnen dit begrotingsjaar. Het sterkt hem
wat in de benadering zoals die uitgesproken is in de eerste termijn met be
trekking tot de minder financiële ruimte die er is en de noodzaak die aan
wezig is met betrekking tot het stellen van prioriteiten. Wethouder Houtepen
vermeldt dat er geen onderhoudsplan is voor wegen op dit moment. Zijn fractie
kent aan een onderhoudsplan hoge waarde toe omdat het, wanneer het meer-
jarenbeleid serieus wordt genomen, zo'n onderhoudplan node gemist wordt.
Hierbij wil hij nog een stap verder gaan, omdat uit het antwoord bleek dat
er gegevens in een computerbestand gebracht zouden worden. Hij kan zich
indenken dat bij dat onderhoudsplan wegen en straten, op termijn ook het groen
direct betrokken zou kunnen worden. De prioriteit gaat echter uit naar het
zo juist genoemde onderhoudsplan.
Voor wat betreft het krediet van het gemeentehuis wil spreker niet vooruit
lopen op dat wat het antwoord aangaf. Maar het verdriet zijn fractie zeer
dat die passage zo in het antwoord voorkomt. Hij herinnert zich nog erg goed,
dat er nog niet zo heel lang geleden een aanvullend krediet nodig was, waarbij
de gehele raad in zijn medewerking het college een groter krediet toestond,
dan gevraagd werd. Daarbij werd de afspaak gemaakt dat de vinger aan de
pols gehouden zou moeten worden zodra men in de bandbreedte van de post