-33- Wethouder Houtepen vindt dat 3% al jaren gehanteerd wordt om een conse quent beleid te kunnen voeren. De heer van der Hilst zegt dat die trend betrekking heeft op de inflatie. Op dit moment is er nauwelijks of helemaal geen sprake van een inflatie, eerder van een deflatie. Wanneer men spreekt over een trend, dan zou dat inhouden dat er met 1 of 2% moet worden verlaagd. Het woord "trend" is in deze dus niet juist. Beter is te zeggen dat er wat meer geld nodig is en dat het de af gelopen jaren ook is verhoogd en dus nu ook maar. De heer van Trotsenburg zegt dat er niet zonder meer kan worden verhoogd want men is gebonden aan de afspraken. Wethouder Houtepen wijst erop dat het huishoudboekje van de gemeente twee kanten heeft en dat de uitkeringen van het Gemeentefonds jaarlijks met een vrij groot bedrag teruglopen. Daarom is het een heel normale zaak dat, als alle wensen uitgevoerd moeten worden dit geld kost en dat aan moet worden gegeven waar het dan wel vandaan moet komen. De heer van Trotsenburg heeft tevoren gezegd dat hij dit wel begrijpt maar waarom geeft het college in zijn aanbiedingsbrief aan dat het gaat over een trendmatige verhoging. Het college had daarover eerlijk en ronduit moeten zeggen dat die verhoging is toegepast omdat het nodig is. Dan is het aan de raad om te stellen of dat niet of wel nodig is. De heer Oomen zegt dat het college er goed aan doet om het begrip "trend" te laten vallen, want hij heeft de juiste definitie nog niet gehoord. De heer van Trotsenburg zegt dat dit een algemene tendens is in de tijd. Wethouder Houtepen zegt dat hierover in de commissie financiën verder zal worden gesproken. Het college is blij dat de raad instemt met het afschrijvings- beleid. De legesgelden zijn met 5% verhoogd omdat de regering voorstelt het profijtbeginsel toe te passen. Op de composteringsunits wil hij graag in de commissie openbare werken terug komen. De reinigingskosten zijn volgens de heer van der Hilst vrij hoog. Dit zou best zo eens kunnen zijn, maar de heer van der Hilst maakt een fout, omdat ook moet worden gekeken naar hetgeen aangeboden wordt. Dan zou de heer van der Hilst wel eens tot een andere conclusie kunnen komen. Het college heeft zich weieens afgevraagd hoe het mogelijk is dat er zoveel aanbod is. Dit is vastgesteld via wegingen toen er overgegaan werd van de stortplaats Etten-Leur naar de stortplaats Bavel/Dorst. Toen moest exact bekend zijn hoeveel vuil de gemeente Prinsenbeek aanvoert. De heer van der Hilst zegt dat door de compostbakken de hoeveelheid afval afneemt. De service in Prinsenbeek is in vergelijking met de gebelde gemeenten practisch hetzelfde. Door vermindering van aanvoer van huisvuil ontstaat ver mindering van de kosten voor de stortplaats. Wethouder Houtepen wil hierop in de commissie openbare werken terug komen. Ten aanzien van de koppeling van kwijtschelding bij belastingen is het college van mening dat het altijd een individuele zaak zal zijn. Het college is van plan om dit ook zo uit te voeren. Voor de verkeersbrigadiers zal in het plan Moleneind een veilige oversteek plaats gecreëerd moeten worden. Het college heeft niet de bedoeling om zich te verschuilen achter het komende rapport. Integendeel, want het college heeft voorgesteld om deze zaak in één keer goed aan te pakken. De raad is daarmee akkoord gegaan. Destijds is een soepele regeling voorgesteld bij de overgang van de stort van Etten-Leur naar Bavel/Dorst. Als stadsgewestelijke vertegen woordiger heeft hij daarover in diverse vergaderingen iets gezegd. De porte feuillehouder van het Stadsgewest heeft dit in een stadsgewestelijke verga dering aan de orde gesteld. De gemeente Prinsenbeek zal daarover bericht ontvangen. Uit informatie bleek dat er op dit moment geen voorstel is en dat bekeken wordt hoeveel extra tijd besteed wordt aan het rijden via de zuide lijke rondweg. Dit wordt allemaal meegenomen in de berekening van de kosten- pooling. Zodra daarover het college een voorstel bereikt, dan zal zeker deze informatie doorgespeeld worden aan de raad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 224