-9- handhaaft zijn mening zoals verwoord in de openbare commissievergadering van 28 oktober j.l. Het C.D.A. zou nog graag een bebouwing geëffectueerd zien aan de noordzijde van de Markt (Kromme Elleboog). Als er nu op zou worden ingespeeld, dan zou dit een remming betekenen van het effectueren van het bestemmingsplan of het vaststellen van het bestemmingsplan. De C.D.A.-woordvoerder heeft bij de algemene beschouwingen al gezegd dat zijn fractie in deze met een initiatief-voorstel zou komen. De heer Lotstra verwoordt de mening van een minderheid van de fractie en gaat met tegenzin akkoord met de marktaanpassing. Voorgesteld wordt akkoord te gaan met de bezwaarschriften en te proberen het eventueel verdwijnen van het beeld bepalende gedeelte aan de noordzijde van de Valdijk met een contract, over eenkomst, verklaring of kettingbeding te ondervangen. Volgens de advocaat van de gemeente is nauwelijks te realiseren een zodanige constructie in elkaar te draaien dat er nooit onderuit gekomen zou kunnen worden. De V.V.D. ondersteunt het verderstrekkend voorstel, is tegen bebouwing aan de noordzijde en wil graag overal 100% bebouwing. Dit zou met zich kunnen brengen dat er meer ruimte in beslag werd genomen en het aantal m2 nuttige vloeroppervlakte wordt vergroot. Dat kan nadelige invloed hebben en is in strijd met bepaalde uitgangspunten van het D.P.O.-rapport van 1982. Men moet zover mogelijk tegemoet komen aan wensen maar er zijn grenzen. De P.v.d.A. is akkoord met het plan, tevreden met de wijze van aanpak en gaat akkoord met de dierenpraktijk als er voldoende parkeergelegenheid komt op eigen terrein. Dat zal één van de eisen zijn bij effectuering van deze dierenpraktijk. In een commissievergadering is door spreker al een keer gezegd dat de dierenpraktijk bij realisering een andere aanpak voorstaat. Er wordt dan in plaats van 1 maal per dag, 3 maal per dag spreekuur gehouden. Het spreekuur is dan op afspraak en de dieren die geopereerd moeten worden, worden van te voren gebracht. Door de spreiding van het spreekuur zal de verkeersintensiteit op een bepaald tijdstip verminderen. De P.v.d.A. volgt het collegevoorstel inzake de kwestie Valdijk. Men kan blijven discussiëren over het feit wat beeldbepalend is en wat niet. Beeldbepalend is namelijk een zeer subjectief iets. De Valdijk heeft een dorpskarakteristiek, doch is bijvoorbeeld geen Thorn in Limburg. De Valdijk is nooit gerekend tot het winkeiconcentratiegebied en het zou een vergroting van dat gebied met zich brengen. Een stemming zal in deze uiteindelijk de doorslag moeten geven. De heer van Geel citeerde dat de voorzitter tijdens de laatste commissie vergadering constateert dat alle fracties met behoud van de beeldbepalende bebouwing aan de Valdijk onderschrijven. Meer heeft hij niet gezegd. Bepaalde fracties stelden toen dat het pand intact moest blijven en niet alleen de gevel. Andere fracties zeiden dat dit enkel voor de gevel gold. Het zou echter een beeldbepalend iets moeten blijven. De heer van Geel citeert vervolgens dat "zijns inziens (de voorzitter) een te sluiten overeenkomst met de desbe treffende eigenaar te weinig juridische houvast geeft om de beeldbepalende gevels op termijn te behouden". Daar is iets weggelaten. Bij een leek komt dit verkeerd over. Hij stelt dan dat de enige behoorlijke oplossing naar het gevoelen van het college is om de bestemming van de desbetreffende panden te houden zoals die door het college wordt aangegeven en ze tevens op de monumenten- te zetten. De heer van Geel citeert maar laat uit het verslag wel tevens stukken weg; hij is overigens wel dezelfde mening toegedaan als de heer Lotstra. Met de dierenpraktijk kan de heer van Geel alleen akkoord gaan als er een achteruitgang is. Het college kan hiermede niet akkoord gaan. Als er voldoende parkeergelegenheid is op eigen terrein dan zullen er geen verkeersproblemen optreden. Over de kwestie Valdijk is verschil van mening binnen de raad. Over het verstrekkende voorstel van de heer Lotstra zal dan eerst worden gestemd en mocht dit worden afgewezen, dan komt het voorstel van het college van burgemeester en wethouders aan de orde. De heer Roeien wil vooraf, naar aanleiding van de beantwoording van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 241