-10-
voorzitter, enkele zaken duidelijk met elkaar af spreken, want bij hem leeft
het gevoel dat er op enkele onderdelen toch enige misvatting zou kunnen
zijn. De voorzitter speelt de bemerking met betrekking tot de ontwikkeling
aan de Groenstraat terecht terug naar de besluitvorming van de gemeenteraad
in een eerder stadium. Zijn fractie ziet die ontwikkeling toch wel haaks staan
op de uitbouw van de Markt. Dat past volledig in datgene dat hij op het
laatste moment zei met betrekking tot de wenselijkheid van de bebouwing
aan de noordzijde. Men wil echter de zaak niet vertragen en de procedure
moet doorgaan. Als hij zijn persoonlijk gevoelen zou mogen ventileren dan
doet het hem veel deugd, dat er met de noordzijde in september 1973 is
begonnen en dat de gemeenteraad toen zei om te stoppen en niets te doen.
Nu zijn er weer geluiden om toch weer iets te doen. Bij de Beeksestraat
werd door de voorzitter geconstateerd dat het C.D.A. akkoord ging met de
verruiming. In het plan is het echter geen verruiming van het concentratie
gebied. Het is het ongegrond verklaren van een bezwaarschrift. Daarmee
gaat zijn fractie akkoord. Er is gesproken over een aangekondigd initiatief
voorstel. Als men zijn woorden goed heeft beluisterd dan was het toch minder
verstrekkend dan geconstateerd werd. Het C.D.A. wil de procedure niet verder
vertragen maar zal afhankelijk van de mate waarin deze visie van de C.D.A.-
fractie maatschappelijke ondersteuning krijgt daarop in een later stadium
terugkomen zodat dit eventueel realiseerbaar wordt door middel van een
wijziging van het onderhavige plan. Het mag dan niet het etiket krijgen dat
er in ieder geval een initiatief-voorstel komt. De raad heeft in het verleden,
in afwijking van de bedoelingen van burgemeester en wethouders, eens ja
gezegd tegen de onderhavige problematiek Valdijk. Bij de hogere instantie
is dat niet gehonoreerd. Bij rechtlijnigheid van ruimtelijk ordeningsbeleid
is hem het resultaat van die vervolgprocedure al lang duidelijk. Hij heeft
er geen enkele behoefte aan om iemand die iets aanbiedt te wantrouwen,
zodat daar geen misverstand over kan zijn. Het gaat hem alleen om de rechts
zekerheid binnen het kader van de Wet Ruimtelijke Ordening bij het enta
meren van welke regeling dan ook. Bovendien is het hem vanuit het verleden
bekend dat, hoe ook bedingen geregeld worden zoals bijvoorbeeld boeteclausules
in notariële akten bij grondaankoop, er zich situaties voor doen waarbij het
volgende geschiedt. Degene die het aangeboden heeft, had dit nodig om iets
te kunnen doen en moest iets tekenen omdat het anders niet ging. In een
dergelijke procedure is het tot nu toe altijd gebeurd dat een gemeente die
het kettingbeding wilde effectueren aan het kortste eind trok. Dat is voor
hem de reden om - hoe goed het ook bedoeld is - een kettingbeding in deze
situatie als een onbruikbaar instrument te verklaren. Enigszins bruikbaar
zou misschien kunnen zijn het hebben van een monumentenverordening. Eerst
wil hij echter in beeld hebben wat daarin precies is geregeld. Hem zijn voor
beelden bekend van de binnenstad van 's-Hertogenbosch. Met een dergelijke
verordening in de hand is wel iets mogelijk. Hem zijn echter ook voorbeel
den bekend van een monumentenverordening in een kleinere gemeente waarmee
ook niet bereikt kon worden hetgeen men voor ogen had.
Volgens de heer Lotstra heeft het geen zin om er eindeloos over te discus
siëren of een kettingbeding nu wel of geen zin heeft. De door het college
geraadpleegde advocaat zag geen mogelijkheden. Naar zijn mening is het
wel mogelijk. Zekerheid heeft men nooit, maar het lijkt hem voldoende on
dervangen. Bovendien heeft een door hem geraadpleegde notaris bevestigd
dat het wei mogelijk is. Op die grond handhaaft hij het door hem gestelde.
De heer Verpaalen zegt dat er door de wijziging aan de Valdijk van de achter
liggende bestemming wederom een verruiming komt van het winkelconcentratie
gebied. duist het beperken van die concentratie ligt ten grondslag aan dit
plan. De steunpilaren worden onder het ruimtelijk ordeningsbeleid weggehaald.
Er bestaat bij zijn fractie nog steeds geen duidelijkheid of er nu wel of niet
zekerheid gegeven kan worden voor het behoud van de gevels aan de Valdijk
en blijft dus bij het standpunt gegeven in de commissie algemene zaken,
ruimtelijke ordening en volkshuisvesting.