-12-
De heer Lotstra is van mening dat het niet kan, want dit zou inhouden dat
de bezwaren ongegrond worden verklaard. De beroepstermijn waarbinnen
de appelanten zich kunnen wenden tot het college van Gedeputeerde Staten
begint dan te lopen.
De heer Schreiner acht het beter om het hele voorstel terug te nemen en
opnieuw aan de orde te stellen in de decembervergadering. Op die manier
wordt er geen enkel risico gelopen.
De voorzitter wil inderdaad ambtelijk advies inwinnen en schorst derhalve
de vergadering.
De voorzitter heropent na 3 minuten de vergadering en zegt dat het voorstel
niet mogelijk is, daarom kan het gehele voorstel beter worden aangehouden
tot 27 november aanstaande, met de restrictie dat dan alleen gepraat mag
worden over de bezwaarschriften Ik, 16, 17 en 21. Een van de bezwaarden
heeft zojuist gezegd vóór deze datum een contract op tafel te kunnen leg
gen. Dat zou voor het college en ook voor de raad prettig zijn, want dan
kan de raad nog beter gemotiveerd en onderbouwd zijn/haar stem uitbrengen.
De heer Lotstra zegt dat de C.D.A.-fractie hiermee akkoord gaat.
De heer van Geel stemt hiermede ook in, zij het dat het met pijn in het
hart is.
De heer Roeien zegt dat voor hem het uitstel niet nodig was. Hij tolereert
het graag in de hoop dat er sterke argumenten op tafel komen, die hem
kunnen bekeren.
De heer Verpaalen zegt hiermede ook akkoord te gaan mits het pand Loop-
straat-Valdijk er ook bij betrokken wordt.
De voorzitter merkt op dat dit pand onlosmakelijk verbonden is met
deze kwestie.
De heer van Geel tekent hierbij aan dat als de volgende keer niet meer
gepraat wordt over de Beeksestraat, zijn fractie geacht wordt tegen te
zijn. Het is een verkeersonveilige situatie.
De voorzitter zal dat nog op 27 november expliciet ter sprake brengen.
Zonder hoofdelijke stemming
wordt het voorstel vervolgens
aangehouden tot de vergadering
van 27 november 1986.
6. Voorstel tot het verstrekken van een geldlening aan de Woningstichting
Prinsenbeek ter gedeeltelijke financiering van de bouwkosten van acht
huurwoningen in de "non-profit" sfeer.
De heer Oomen zegt dat zijn fractie instemt met het gevoteerde krediet.
Iedereen weet dat er behoefte bestaat aan dergelijke woningen. Hoe meer
er gebouwd kan worden, hoe liever. De Woningstichting deelt op 6 oktober
1986 aan het Ministerie van Volkshuisvesting mede dat de gemeente bereid
is f. 130.000,— uit de algemene bedrijfsreserves van het Woningbedrijf als
financieringsmiddel beschikbaar te stellen. Dit is een vreemde gang van
zaken, want de raad moet deze uitspraak doen en dan pas kan dit aan het
ministerie worden medegedeeld.
De voorzitter is het daarmee eens doch zegt dat de uitdrukking slechts
is gebruikt om op een snellere manier een reactie van het departement
te verkrijgen. Vanmorgen, 5 november 1986, is deze reactie binnengekomen.
De heer Oomen kan de intentie van de verklaring wel billijken maar vindt
dat er toch sprake is van een onzorgvuldige formulering.
Zonder hoofdelijke stemming
wordt vervolgens conform het
voorstel van burgemeester en
wethouders besloten.