g. Exploitatieoverzicht gemeenschapshuis Eikebos over le t/m 3e kwartaal
1986;
h. Verslag openbare vergadering welzijnsraad van 14 oktober 1986.
De heer Franken vindt het naar aanleiding van punt h. vreemd dat de heer
Lodewijks zich terug wil trekken uit de Welzijnsraad waarin hij echter nog
niet gefunctioneerd heeft.
Wethouder Dirven zegt dat dit in de Welzijnsraad voldoende besproken is.
Dit is ook in de notulen terug te vinden. Concrete vragen zullen door hem
graag beantwoord worden maar over personen moet in de gemeenteraadsvergade
ring niet gesproken worden.
De heer Franken zegt in de betreffende commissie hierop terug te zullen komen.
Vervolgens wordt zonder hoofde
lijke stemming besloten de stukken
a t/m h voor kennisgeving aan
te nemen.
3. Mededelingen over de Gewestraad Breda.
Er zijn noch schriftelijke noch mondelinge mededelingen.
4. Voorstel tot het vaststellen van het bestemmingsplan Centrum.
De voorzitter deelt mede, dat - zoals afgesproken - er alleen gediscussieerd
zal worden over de kwestie Valdijk en de bezwaarschriften daarop.
Aan de orde is het voorstel van burgemeester en wethouders zoals verwoord
in het voorstel van 21 oktober j.l., aangeboden in de vergadering van 5 november
1986 en zoals dit nadien is gewijzigd en aangevuld.
Vanavond is aan de raad een exemplaar van het door hem getekende contract
overhandigd als uitvloeisel van het besluit van het college met de heer van
de Mosselaar. Dit is in de commissie algemene zaken, ruimtelijke ordening
en volkshuisvesting aan de orde geweest.
De heer Verpaalen zegt dat zijn fractie zich sinds gisteren kan vinden in het
gewijzigde voorstel. De opmerking in het commissieverslag is dan ook niet
juist.
De heer Lotstra zegt dat het geen zin heeft om verder nog te discussiëren.
Het voorstel is een uitvloeisel van hetgeen in de laatste vergadering is bespro
ken en daarmee kan zijn fractie zich van harte verenigen, met uitzondering
van de heer Roeien.
De heer van Trotsenburg gaat ook akkoord met het tweede voorstel en neemt
daarbij aan dat het eerste voorstel op dit punt hiermede komt te vervallen.
De voorzitter beaamt dit.
De heer van Geel is verheugd met het laatste voorstel en dankt het college,
doch heeft echter nog een vraag betreffende de percelen aan de Groenstraat.
In de commissievergadering is door hem gevraagd of zulks in overeenstemming
was met de wensen van de eigenaren. Dat is niet in het verslag opgenomen.
De heer Roeien zegt dat een deskundige op het gebied van ruimtelijke ordening
te rade gegaan, hem wat sterkte in zijn oordeel. Mede rekening houdend met
het gegeven dat een soortgelijk verzoek, eerder door deze raad gefiatteerd
en waaraan goedkeuring is onthouden, blijft hij bij zijn oordeel dat binnen
het kader van de ruimtelijke ordening best kan worden vastgehouden aan datgene
uat in het plan dat ter visie heeft gelegen verwoord is ten aanzien van dit
onderdeel. Hij is dus tegen dit voorstel en verzoekt het college, nadat de raad
tot besluitvorming gekomen is, dit wel te betrekken in de discussie betreffende
een lopende AROB-procedure met betrekking tot vestiging van een supermarkt
aan de Groenstraat.
-2-