A. "optie verlenen zonder beperkende voorwaarden".
B. "optie-termijn maximaal drie maanden".
C. "optie-som van 5% van de koopsom betalen na één maand".
Het doet de heer de Craen deugd dat er nu optie-voorwaarden vastgesteld
zullen worden.
De heer Schreiner zegt dat de wethouder enkele wensen van de commissie
financiën aanhaalt en overneemt, maar in de commissie openbare werken is
gevraagd om de optie-som gelijktijdig te laten ingaan met de aanvang van
de optie. Dus niet één maand later.
Wethouder Houtepen zegt dat er uiteindelijk door de commissie financiën een
advies is gegeven en dat dit advies door het college is overgenomen.
De heer de Craen stelt dat die drie maanden nodig zijn in verband met een
aantal zaken die te regelen zijn met betrekking tot de financiën van de onder
nemers. Het is goed om de termijn van drie maanden eventueel te verlengen
en hij verzoekt daarom om dit ook in het voorstel op te nemen.
De heer Schreiner zegt dat na één maand pas de optie-som betaald wordt.
Volgens hem moet geteld worden vanaf het moment dat men de optie neemt
en niet vanaf het moment dat betaald wordt.
Wethouder Houtepen is van mening, dat bij drie maanden optie met ingang
van de tweede maand betaald moet worden. Dat betekent dat dit ook de tweede
maand is en dat in totaal dan drie maanden betaald moet worden. Op verzoek
van de heer de Craen kan die optie dan nog met een maand verlengd worden.
De heer Oomen zegt dat het niet de bedoeling is dat er iemand een maand
lang voor niets optie krijgt.
Zonder hoofdelijke stemming
wordt vervolgens conform het
voorstel van burgemeester en
wethouders besloten, met inacht
neming van de door wethouder
Houtepen aangehaalde wijzigingen.
8. Voorstel tot verkoop van bouwgrond op het bedrijventerrein De Lind.
De heer de Craen vraagt of het verzoek om een bedrijfswoning te mogen bouwen
ingewilligd is bij het eerste verzoek in het voorstel. Bij het tweede verzoek
plaatst zijn fractie vraagtekens. Wat zijn de motieven van deze ondernemer
om deze strook grond erbij te kopen? Waarom verzoekt hij om een relatief
klein strookje grond er bij te kopen? Is het misschien om het totale perceel
met de opstallen wat gemakkelijker te vervreemden? Zo ja, dan moet de betrok
ken ondernemer met zijn adspirant-koper aan tafel gaan zitten en zaken doen.
Spreker vraagt om te handelen conform de voorstellen van de commissie openba
re werken.
De heer van Trotsenburg gaat akkoord met de verkoop van grond ten behoeve
van het transportbedrijf. Met de verkoop van het stukje grond naast het andere
pand is hij het in deze vorm niet eens en zou daarom graag zien dat het alleen
verkocht wordt indien het pand wordt verkocht aan de koper, zoals gesteld
in de commissie financiën, tenzij de grond eerder verkocht kan worden. Resu
merend: de strook grond niet verkopen aan de huidige eigenaar, doch pas als
een nieuwe eigenaar zich aandient. Die mag ook van buiten Prinsenbeek komen.
De heer Schreiner verzoekt het college om dit soort verkopen in twee agenda
punten te behandelen. Ten aanzien van punt Postbaan 2b blijft hij achter het
advies van de commissie openbare werken dat overgenomen is door de commissie
financiën staan. Hij neemt aan dat het college deze adviezen overneemt.
Wethouder Houtepen zegt dat het verzoek tot het bouwen van een bedrijfs
woning is ingewilligd. Wat betreft het tweede verzoek kan het college zich
vinden in de adviezen om dat perceel rechtstreeks te verkopen aan de koper
-11-