-14- zijn verschillende besprekingen geweest en zijn zodanig positief ervaren dat de protestants-christelijke groepering volmondig akkoord is gegaan. Bij de openbare school is precies hetzelfde gebeurd en is de begeleiding naar de docen ten toe gegaan. Het voorstel van de heer Oomen is een goede zaak, want dan kan dit in 1988 bekeken worden. Er zijn inderdaad leerlingengroepen van 10 kinderen bij, omdat niet alle leer- lingengroepen begeleid worden door de docent daar het godsdienstonderwijs daar vrij is. De maximale financiële consequentie is een afgerond bedrag van f. 10.000,—. Als Breda "neen" blijft zeggen dan betekent dat het einde van het werk van de districtskatecheet. Bijscholing is een voortdurend proces waarmee niet gestopt kan worden. De heer van der Hilst vraagt of er nu alleen leerkrachten begeleid worden of ook leerlingen. Wethouder Dirven zegt dat de programma's opgesteld worden voor 10 of 20 leerlingen. Het is een teambegeleiding. De heer Oomen zegt dat het godsdienstonderwijs in een ruimere context gezien moet worden, zoals de projecten: mens en samenleving. Uit gesprekken met een directeur van de basisschool is gebleken dat ook de taak steeds toeneemt. Men heeft te maken met een steeds sterker wordende ontkerkeling. De heer van Trotsenburg zegt dat dit te maken heeft met het feit dat dit alleen maar gebeurt bij godsdienstonderwijs. De heer Oomen zegt dat het gaat om kennis op het gebied van geloofsbelijdenis. De heer van Trotsenburg vraagt zich af waarom dat dit bijvoorbeeld bij het gymnastiekonderwijs niet het geval is. De heer Oomen waardeert het dat de heer van Trotsenburg zich zorgen maakt over de lichamelijke conditie van de kinderen. Het godsdienstonderwijs komt echter voor een nog belangrijker deel op het bord van de school te liggen. Wethouder Dirven vindt dat in het onderwijs alles zo sterk verandert dat blij vende begeleiding noodzakelijk is. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De V.V.D.- fractie wordt geacht te hebben tegengestemd. 11. Voorstel tot verlening van medewerking ex artikel 74 van de Wet op het Basisonderwijs aan het bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs Prinsenbeek. De heer Roeien zegt dat de raad hier weer te maken heeft met procedures die niet juist zijn. Hij betreurt dat omdat in de vergadering van mei een voor stel aan de orde was met een veelheid van aan de orde zijnde zaken waarbij de portefeuillehouder namens het college zijn eerste termijn begon met te vertellen over overleg met het schoolbestuur eerst gisteravond. Daarna schorste de voorzitter op zijn verzoek de vergadering twee a drie minuten. Toen werden een aantal zaken teruggenomen omdat het schoolbestuur die verzoeken had ingetrokken. Merkwaardiger is nog dat de voorstellen zonder nadere aanduiding terugkomen. Gezien de verslagen van de mei-vergadering van de commissie welzijn, de commissie financiën en de raadsvergadering zelf, begrijpt zijn fractie niet dat het college op deze wijze met het voorstel terug kan komen. Met betrekking tot de schoolborden heeft zijn fractie al eerder besloten akkoord te gaan met het principe-besluit om verder af te wachten hoe de ontwikkeling zou zijn op basis van twee offertes. De notulen geven aan dat de wethouder namens het college hier achter staat. Hij spreekt over twee offertes. Het huidige voorstel spreekt over het feit dat er meerdere offertes geweest zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 264