-14-
die nu ontstaan is. Bij het voorstel over de rubberen tegels was hij zelf ook
erg verbaasd dat er een voorstel kwam dat hem ook onbekend was, maar
wanneer het goedkoper uitgevoerd kan worden dan stelt hij voor om het krediet
goed te keuren. Straks zal dan blijken of het goedkoper kan.
De heer Roeien zegt dat zijn opmerkingen in tweede termijn erg kort ge
weest zouden kunnen zijn, ware het niet dat de portefeuillehouder wat uit
ging wijden. Wanneer de wethouder goed geluisterd heeft bij het voorstel
over de vloeren dan is er met geen woord gerept over het feit dat er één
- zij het heel gebrekkige - offerte was, omdat men wist dat het een verzoek
was om doorzending aan het ministerie. Ook in mei had men het alleen over
een principe-besluit. Maar indien er een krediet gevoteerd dient te worden,
dan wenst zijn fractie geen zaken meer te behandelen als er niet twee of
meerdere offerten bij aanwezig zijn. Wanneer de wethouder probeert onduide
lijkheid te creëren dan is in het verleden met betrekking tot die schoolborden
ook door het college onduidelijkheid gecreëerd, want het college sprak over
twee offerten. Maar voor hem betekent een bijgestelde offerte van dezelfde
firma niet dat er twee offerten zijn. Twee offerten zijn voor zijn fractie
twee inschrijvingen van verschillende firma's. Voor zijn fractie betekenen
offerten ook iets anders dan begrotingen waarop de heer van Geel namens
Gemeenschapsbelang doelde. In eerste termijn is door hem duidelijk aangeduid
dat zijn fractie zich wat zwakker uitsprak dan in het commissieverslag ver
woord stond. Zijn fractie gaat ervan uit dat al het mogelijke gedaan moet
worden om binnen de LONDO-normen tot een oplossing te komen en men
realiseert zich wel dat er bepaalde financiële zaken nog wel eens aan de
orde zullen komen maar dan wel onder de noodzakelijke voorwaarden die
zijn fractie daar aan stelt. Wanneer daaraan niet voldaan wordt dan zal
door zijn fractie het voorstel niet behandeld worden.
De heer van der Hilst vindt dat, wanneer de raad in principe zijn medewerking
verleent, dit niet betekent, dat er daarna elk willekeurig bedrag op tafel
kan komen. Ook .al zegt de raad in het voorjaar in principe akkoord te kunnen
gaan dan moet die zich wel ergens op kunnen richten. Waar kan die zich dan
beter op richten dan de LONDO-norm, waar jaren aan gewerkt is. Natuurlijk
zijn de LONDO-normen in een experimenteel stadium. De heer van Geel
geeft zelf al aan dat deze norm steeds bijgesteld wordt en steeds bekeken
wordt of ze reëel zijn. Er zijn 8.000 scholen in Nederland die daarmee moeten
werken. Wanneer het niet kan dan wordt de norm bijgesteld. Daar is die norm
juist voor. Als er nu wordt gezegd dat er eerst bekeken moet worden of de
norm voldoende is dan kan men wel ophouden. Die norm is er en zijn fractie
zal zich daarop richten. Wanneer dat niet gebeurt dan komt er elke keer
een aanvraag om een krediet dat net boven de LONDO-normen zit.
De heer Lotstra verwondert zich over de verbazing van de wethouder omdat
in het commissieverslag van welzijn reeds is aangekondigd dat zulks aan de
eigen dienst zal worden gevraagd. Bovendien kan hij zich niet verenigen met
de suggestie van de wethouder om dan toch maar het gevoteerde krediet
te verstrekken en dan te bekijken of het goedkoper kan. Hij wil nu precies
weten waaraan en waaraf. Gelet op het feit dat de eigen dienst het goedkoper
kan, is hij, en naar hij veronderstelt ook zijn fractie, er ook voor om dan
voor dat bedrag het krediet te verstrekken.
Wethouder Dirven zegt dat deze vraag in de commissie is gesteld en hij heeft
daarop geantwoord dat hij dit voor zal leggen aan openbare werken. Wie schetst
zijn verbazing, toen in de commissie financiën al verteld werd, wat openbare
werken heeft uitgewerkt. Dat wist hij zelfs nog niet eens en hij heeft het
dan ook uit het verslag gelezen.