-11- De voorzitter zegt dat het niet betekent dat de deuren opgezet worden, maar dat het alleen maar correct is om een brief, die gericht is aan de raad, te behandelen en te beantwoorden. De heer Lodewijks dacht dat in de informele vergadering duidelijk een bepaalde formulering was vastgesteld terzake van het toezicht bij de uitvoering, zoals door de voorzitter in zijn antwoord nogmaals is gezegd. Het gaat meer om de opvatting die algemeen binnen de raad heerste van het over de schouder meekijken van degene die het plan tot ontwikkeling heeft gebracht. Dit besluit kan nog steeds genomen worden. Het C.D.A. neemt niet een uitdrukkelijk ander standpunt in volgens de heer Nagelkerke. De heer van der Kooij vindt dat de directie inderdaad bij de ontwerper hoort, dus bij degene die zeer terzake kundig is. Meekijken is nooit vrijblijvend. Zeker niet als het gaat om de ontwerper van het plan. Die ontwerper moet een bepaal de zeggenschap krijgen, zodat men zich zeker in belangrijke punten aan het plan houdt. De uitspraak van de fractie van het C.D.A. deed hem schrikken. Aan de ene kant zegt het C.D.A. dat de landschapsarchitect moet zeggen of het plan wel of geen geweld aan wordt gedaan. Dat is wel het allerminste waar over een uitspraak moet komen. Wanneer de landschapsarchitect de mening is toegedaan dat het aanvaardbaar is dan zou het niet juist zijn dat min of meer geruisloos akkoord wordt gegaan met de aanpassing van de bebouwing via een commissievergadering. Dat zou toch een beetje onzorgvuldig zijn. De raad heeft over dit voorstel zodanig uitvoerig gesproken dat dit, een dergelijk ingrijpende verandering die een verdubbeling van de bebouwing, inhoudt en een van de belangrijkste uitgangspunten aantast, niet via alleen een commissie gebeurt. De heer Roeien zegt bij interruptie dat de raad de inbreng van zijn fractie niet verkeerd moet begrijpen. Nadrukkelijk is in eerste termijn ook het gebied aangeduid in het marktplan, dat het minst kwestsbare zou zijn en waar eventueel de mogelijkheden aanwezig zouden zijn. Er is daarbij nadrukkelijk gesteld dat dit snel kan gebeuren als de landschapsdeskundige hiermee instemt. Als dat niet het geval is dan wil zijn fractie daarover een discussie. Het antwoord van de voorzitter daarop in eerste termijn was, dat er in beide gevallen een nieuwe discussie in de raad komt. In tweede termijn heeft spreker daarop gezegd dat dit zijn fractie erg aanspreekt. Daarom is het onjuist dat er teruggegrepen wordt op zijn inbreng in eerste termijn. Inderdaad wil zijn fractie het verzoek, dat ook financiële consequenties heeft, afwegen tegen de consequenties met betrekking tot het plan. De heer van der Kooij is blij dat de heer Roeien dat vindt, maar in tweede termijn is ook gezegd dat het in de commissie besproken kan worden. Volgens de heer Roeien is er gezegd dat het ook in een commissie zou kunnen, afhankelijk van de zwaarte, doch er zou ook een extra raadsvergadering of raadsvergadering voor nodig kunnen zijn. Als men goed luistert dan weet men dat hij bezig is om het verzoek van de Rabobank op een prudente en procedureel juiste wijze af te handelen. De voorzitter vindt dat op de brief die gericht is aan de raad ook door de raad als college zal moeten worden gereageerd. Dit is geen voorstel maar dit "moet". Daar hoeft geen misverstand over te bestaan. De heer Lodewijks zegt dat op dit moment het C.D.A. meedenkt over mogelijke lokaties. Althans de indruk wordt gewekt; ook naar degene die de brief gezonden heeft, dat de raad een zekere relativiteit toekent aan het plan dat nu wordt vastgesteld. Daar wordt een opening geboden, wellicht niet meteen en wellicht niet gemakkelijk. Op een later tijdstip kan het plan naar zijn oordeel nog in essentie worden aangetast, en dat is niet zijn bedoeling. De Rabobank kan ook bericht worden dat 25 m2 beschikbaar is zodat ook van een prudent antwoord gesproken kan worden. Daarmee schiet men ook erg weinig mee op. Wat dat betreft is dus de marge niet zo groot.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 32