13. Rondvraag.
-20-
koopcontract, waarin het anti-speculatiebeding is opgenomen, met de toevoeging
d. daarbij. Door deze overeenkomst komt de eerder tussen partijen bestaande
overeenkomst van 29 november 1985 te vervallen.
De voorzitter zegt dat het anti-speculatiebeding alsnog is opgenomen. Dat
heeft wel met zich gebracht dat de termijn, die de adspirant-koper heeft gesteld
op diens verzoek ook weer met twee maanden is verlengd. Dat is in het nieuwe contract
vastgelegd.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke
stemming besloten conform het
voorstel van het college van burgemees
ter en wethouders inzake de verkoop
van grond op het bedrijventerrein
aan de heer H. Peemen.
De aandacht van de heer Roeien werd getrokken door de notulen van de vergade
ring van het college van burgemeester en wethouders van 3 februari, onder
punt 11 en onder punt 63. Daar werd een discussie gevoerd over de verslagen
van raadscommissies, een openbare en een besloten vergadering. Het is merkwaar
dig dat raadsleden in de notulen van de vergadering van het college moeten
lezen dat commissieverslagen en zeker van de besloten vergaderingen gewijzigd
dienen te worden. Hij verzoekt het college soortgelijke zaken in het vervolg
heel kort in de notulen van het college aan te geven dat er over is gesproken
en dat aan de desbetreffende commissieleden, die over het verslag beschikken,
de wijzigingen worden toegezonden. Want deze wijze van handelen vindt hij
weinig elegant.
De voorzitter zegt dat correct was genotuleerd want het was zo gezegd, doch
de wethouder had dit niet zo mogen zeggen. Daarom heeft hij als voorzitter
daarop in de notulen van het college gewezen.
De heer Roeien zegt dat zijn wijze van benadering zo geweest zou zijn, dat
in de notulen van het college geconstateerd wordt dat er wel juist genotuleerd
is, maar dat de inhoud niet juist is. Over deze onjuistheden zou een kort briefje
naar de desbetreffende commissieleden moeten zijn gegaan die een verslag
hebben. Dat is eleganter, dan het hier te moeten lezen.
De voorzitter zegt daarom ook dat aangegeven is: "inhoudelijk".
Mevrouw van Esch zegt dat het college een ruime periode de gelegenheid heeft
gekregen om zich te buigen over de problematiek aan de Groenstraat waar
het de firma Baaij betreft. De bewoners aldaar zijn erg benieuwd of al iets
bekend is.
Wethouder Houtepen zegt dat intern al veel bekend is. Over de mogelijke geluids
hinder, veroorzaakt door de firma Baaij, is een extern advies ingewonnen. Aan
de hand van dat advies heeft de firma Baaij een brief gekregen waarin verwoord
staat wat er moet gaan gebeuren om weer binnen de normen te functioneren.
Daaraan is een tijdslimiet verbonden die, in verband met de vorst, met 14 dagen
is verlengd. In een volgende commissievergadering zal hierop worden teruggeko
men.
De heer Oosthoek heeft een vraag over het verslag van de vergadering van
de raadscommissie welzijn, van 24 februari. Bij de mededeling zegt de voorzitter
dat de ontwerp-nota Eikebos thans ter bespreking in voor-overleg is naar de
Beheerscommissie Eikebos. De welzijnsraad heeft reeds een advies uitgebracht.
Is het juist dat in de welzijnsraad min of meer globaal over deze ontwerp-nota
gesproken is en wat is daarvan gezegd? Om wat gedetailleerder te kunnen ant
woorden, zal men wel wat meer moeten weten en meer tijd nodig hebben.
Uit de redactie zoals die hier staat zou wellicht afgeleid kunnen worden, dat
de welzijnsraad 100% akkoord is met de ontwerp-nota Eikebos en daar heeft
spreker zijn twijfels over.