-2-
2. Vaststelling van de notulen van de vergadering van 27 februari 1986.
Zonder beraadslaging en hoofdelijke
stemming worden de notulen ongewij
zigd vastgesteld.
3. Ingekomen stukken.
a. Goedkeuring van Gedeputeerde Staten op de besluiten van het college van
burgemeester en wethouders tot verkoop van grond in bestemmingsplan
Moleneind aan de heren G. Verpaalen, L. Stevens en A. v.d. Poel en Bouw
bedrijf West-Brabant B.V.;
b. Goedkeuring van Gedeputeerde Staten op het raadsbesluit d.d. 30 januari
1986 tot 5e wijziging van de begroting algemene dienst 1986 (aanschaf
bestelwagen);
c. Mededelingen inzake overname van gelden van:
Rabobank Prinsenbeek d.d. k februari 1986;
Amrobank Prinsenbeek d.d. 20 februari 1986;
d. Gegevens liquiditeitspositie over de maand februari 1986;
e. Negen besluiten van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11,
17 en 24- februari 1986 tot het verlenen van een garantie voor een geldlening
voor de aankoop van een woning;
f. Brief d.d. 21 februari 1986 van de bouw- en houtbond FNV met verzoek
om aandacht voor zijn beleidsnota "Kiezen voor nieuwe kansen in bouw
en hout";
g. Verzoek d.d. 27 februari 1986 van het Prinsenbeeks Ondernemers Kontakt
(POK) tot het nemen van maatregelen tot voorkoming van de uitbreiding
van de MAKRO;
h. Brochure "Gemeentelijk Gehandicaptenbeleid in Noord-Brabant" van het
Provinciaal Overleg Gehandicaptenbeleid Noord-Brabant;
i. Verslag van de openbare vergaderingen van de Welzijnsraad gehouden op
k en 25 februari 1986;
j. Goedkeuring van Gedeputeerde Staten op het besluit d.d. 11 februari 1986
van het college van burgemeester en wethouders tot het verstrekken van
een geldlening aan een ambtenaar voor de aankoop van een woning;
k. Verzoek d.d. 25 februari 1986 van Autobedrijf H. Peemen B.V. tot het ver
goeden van de gemaakte kosten in verband met dagvaarding in kort geding
naar aanleiding van aankoop bouwgrond op bedrijventerrein De Lind.
De heer Schreiner zegt naar aanleiding van punt k. dat zijn fractie het een
vreemde zaak vindt dat de brief van de desbetreffende reclamant reeds beant
woord is. Deze brief is niet ter inzage gelegd voor de raad. De brief was duide
lijk aan het college van burgemeester en wethouders én aan de raad gezonden.
Zijn fractie kan zich dan ook niet geheel met het antwoord verenigen. Tijdens
een van de laatste vergaderingen van de raad is gebleken dat er nog een bepaald
bodembeding loopt in deze lastige zaak. Hij stelt daarom voor deze brief voor
lopig voor kennisgeving aan te nemen in afwachting van verdere afhandeling
van deze zaak.
De voorzitter zegt dat de burgemeester de stukken brengt, daar waar ze thuis
horen. Naar zijn mening hoorde deze brief thuis bij het college van burgemeester
en wethouders en door dat college is dit dan ook afgewerkt. Aangezien betrok
kene zich ook gewend heeft tot de raad, dat steeds meer in zwang schijnt
te komen en dat mag ook wat hem betreft, maar hij zal er zich niet door
laten verleiden om het stuk ergens te brengen waar het niet thuis hoort. Als
hij weigert een nachtvergunning te verlenen aan een caféhouder, die zich vervol
gens wendt tot de raad, dan mag dat en de raad mag er zelfs over discussiëren,
maar dan neemt hij dat vanuit zijn functie als burgemeester voor kennisgeving
aan. Het hoort bij de burgemeester en verder bij niemand.
De bodemprocedure is iets heel anders. Waar het hier om gaat is een afgewerkte