-3-
d. Mededelingen inzake overname van gelden van:
N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten d.d. 19 maart 1986;
Rabobank Prinsenbeek d.d. 17 en 19 maart 1986;
Amrobank Prinsenbeek d.d. 14 maart 1986;
e. Gegevens liquiditeitspositie over de maand maart 1986;
f. Jaarverslag 1985 commissie voor verkeersaangelegenheden;
g. Drie besluiten van het college van burgemeester en wethouders d.d. 3, 17
en 24 maart 1986;
h. Brief d.d. 18 maart 1986 van Autobedrijf H. Peemen B.V. inzake vergoeding
juridische bijstand in verband met kort geding naar aanleiding van aankoop
grond op bedrijventerrein "De Lind";
i. Brief d.d. 3 februari 1986 van de Stichting Welzijn Ouderen Nieuw-Ginneken
e.a. naar aanleiding van de rapportage woonwensen ouderen Prinsenbeek.
Mevrouw van Esch vraagt om het ingekomen stuk onder punt i. in overleg met
de commissie te behandelen. Dit stuk heeft de interesse van haar fraktie en
wil daarom graag op de hoogte blijven. De Stichting Welzijn Ouderen spreekt
haar verontrusting uit over de afhandeling van het rapport van 20 mei 1985.
Er wordt gesproken over de bestaande woningen en over de wensen. Zij vraagt
zich af of hier sprake is van een communicatiestoornis of dat de commissie
welzijn misschien ook iets over het hoofd heeft gezien.
De heer de Hoon zegt dat de voorzitter van de commissie financiën hem heeft
toegezegd dat de heer Peemen zal worden uitgenodigd voor een gesprek. Als
dit gehandhaafd blijft dan is hij tevreden.
De voorzitter zegt dat dit inderdaad het geval is.
De heer Vissers merkt op, dat het hem overhandigde verslag van de verkeers-
commissie niet volledig is. Hij mist bladzijde 8 waarop een overzicht staat van
de ongevallen.
De voorzitter antwoordt ten aanzien van punt i. dat er sprake is van een enorme
communicatiestoornis binnen de eigen gelederen van de Stichting Welzijn Ouderen
en binnen de overkoepelende regionale stichting. De ingekomen brief is voor
de voorzitter van het college aanleiding geweest om de betrokken functionaris
van die overkoepelende stichting uit te nodigen voor een gesprek dat in aanvang
allesbehalve prettig verliep. Het college was nl. zeer verbolgen over de inhoud van
deze brief en ook, omdat men zich richt tot de raad en niet eerst tot het college
of de betrokken portefeuillehouder om zich nader te informeren. De vertegenwoor
diger van de overkoepelende stichting heeft tijdens voornoemd gesprek toegezegd
dat er een rectificatiebrief zal komen. De vertegenwoordiger was ni. niet op de
hoogte met wat er n.a.v. de "nota woonwensen voor ouderen" zoal aan activiteiten
gebeurd is. De commissie R.O. moet overigens hiervan wei op de hoogte zijn. De
raad zou op de hoogte moeten zijn omdat de raad nl. de verslagen van de commissie
R.O. krijgt. N.a.v. de nota "woonwensen voor ouderen" heeft net college een werk
groep in het leven geroepen die onder voorzitterschap van de portefeuillehouder deze
problematiek zal bekijken. Daarbij is ook de St. Gertrudisoord betrokken. Opdracht
was onder meer a) om de bestaande bejaardenwoningencomplexen te beoordelen v.w.b.
de kwantitatieve en kwalitatieve tekorten en b) of er een uitbreiding nodig is van
het aantal bejaardenwoningen enc) te denken over lokaties voor de nieuwbouw
van bejaardenwoningen. De werkgroep heeft inmiddels een aantal lokaties inprincipe
genoemd, waar bejaardenwoningen zouden kunnen worden gebouwd. Die worden
aan het college voorgelegd en daarna kunnen de desbetreffende commissies
bekijken of het planologisch kan, want daarmede bemoeit de werkgroep zich niet.
Uit het contingent van 20 woningwetwoningen 1986 zijn er voorts reeds acht gereser
veerd voor bejaardenwoningen. Di eworden gebouwd in Gertrudisoordzulks in overleg
met de stedebouwkundige, omdat voor de contingentering 1986 volkshuisvesting
definitieve plannen vereist. Met definitieve plannen bedoel hij, dat er planolo
gisch geen enkele hindernis meer mag zijn, zoals bezwaarschriften en dergelijke.
De enige lokatie die daarvoor op dit moment in aanmerking komt is Gertrudisoord
Daar kunnen gemakkelijk 8 woningen bij gebouwd worden. Het derde punt dat de
werkgroep aanpakte, betrof onderzoek naar de kwalitatieve en kwantitatieve
tekorten van het bestand. De woningen aan de Brabant-