-9- 8. Voorstel tot overdracht van de zuiveringstechnische werken aan het Hoogheem raadschap West-Brabant te Breda. De heer Roeien zegt dat in de commissievergadering al uitvoerig is ingegaan op de technische details van het voorstel en wil twee opmerkingen maken. Op de allereerste plaats constateert hij dat het een goede zaak is dat er een toezichthoudende instantie is op raadsbesluiten met financiële consequenties. Dat het college van Gedeputeerde Staten hieraan enkele keren goedkeuring heeft onthouden, heeft de gemeente heel wat opgeleverd. Ten tweede betreurt zijn fractie het dat na de eerste onthouding van goedkeuring aan een raadsbe sluit niet eenzelfde overleg is gevoerd als na de onthouding van goedkeuring aan het tweede raadsbesluit. Het is een beetje te veel van het goede om een zaak drie keer in de raad aan de orde te stellen. Naar het oordeel van zijn fractie was het meer wenselijk geweest om het echte goede beraad dat nu heeft plaatsgevonden, te doen plaatsvinden na afloop van de eerste onthouding van een goedkeuring aan een raadsbesluit. De heer Oosthoek is met de heer Roeien van mening dat de gemeente erg dank- baar mag zijn ten opzichte van Gedeputeerde Staten. Al heeft de kwestie erg lang geduurd, het heeft de gemeente wel wat opgeleverd. Aan de andere kant is het zo dat dit een technische kwestie is. Hij heeft het gevoel dat de gemeen te, ondanks de grote deskundigheid die men in huis heeft, op dit punt wel te kort komt. Dit is nu aangebracht door de provincie. Hij gelooft dat het in voorko mende gevallen in de toekomst nuttig zal zijn om externe deskundigen erbij te halen, want het gaat hier over verschillen van vele tienduizenden guldens. Wethouder Houtepen zegt dat het college er mee kan instemmen dat Gedepu teerde Staten goed werk hebben verricht, al is men af en toe wel eens een andere mening toegedaan. Het is een bijzondere technische kwestie. Daarom is het juist dat de technische mensen van het Hoogheemraadschap met de tech nische mensen van de provincie de degens gekruist hebben, waaruit uiteindelijk dit voorstel naar voren gekomen is. Misschien was het beter geweest in een dergelijke situatie, om begeleiding te vragen van een deskundige. Dan zouden dergelijke zaken in een korter tijdsbestek afgewerkt kunnen zijn. De heer van den Bliek is er blij mee dat Gedeputeerde Staten toezicht houden. De uiteindelijke verdeelsleutel, en dan met name voor wat betreft de persleiding, van 1,3%, lag in eerste aanvang veel hoger. Als die verdeelsleutel uit kwalita- t tieve overwegingen zou hebben gegolden, dan had het er erg beroerd uit gezien voor Prinsenbeek. Dat betekent dat er een aanvaardbaar lozingspunt geweest was op 5 meter afstand, net buiten het hoofdgemaal. Hij is blij dat die beslissing destijds niet genomen is en dat die nu in een ander kader wordt genomen. Daarom gelooft hij dat de eerste beslissing nog niet zo slecht is geweest. De heer Roeien vraagt of er nu een Hoogheemraadschapslid spreekt of een gemeenteraadslid van Prinsenbeek. De heer van den Bliek zegt blij te zijn met dit raadsbesluit twee heren te kunnen dienen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 9. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de aanschaf van diverse kantoorbehoeften in verband met de invoering van de decentralisatie van de afgifte van rijbewijzen. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 72