-12-
Het ga u goed, met name waar het uw gezondheid betreft.
Ik vind het zonder meer erg spijtig - en nu richt ik mij tot de zes andere schei
dende leden - dat u zich om de u moverende redenen niet meer beschikbaar
hebt willen stellen voor nog een volgende periode. Het raadslidmaatschap is
niet zo maar bestuurslid zijn van een of andere vereniging, hoe belangrijk die
ook in een gemeenschap mag functioneren. Het raadslidmaatschap vraagt om
een lange en serieuze inwerkperiode; het vereist naast een inzicht in beleid,
realiteitszin en collegialiteitssfeer een groot verantwoordelijkheidsgevoel. U
had deze eigenschappen en daarom betreur ik wel zeer uw vertrek, leder van
u functioneerde en profileerde zich op de u eigen wijze en dat gaf steeds extra
couleur aan de discussies.
En wanneer ik elk scheidend raadslid in één zin nog eens extra zou moeten
belichten - en waarom niet - dan zou ik het navolgende willen zeggen:
Mevrouw van Esch, u was steeds meer dan bijzonder attent op die beleidsaspec
ten, waarbij het ging om onderwijs en welzijn; u ontwikkelde zich als een binden
de kracht tussen uw mannelijke collegae en dat dwars door alle fracties heen.
Heer Nagelkerke, u bleek extra snel ontvlambaar als het betrof al dan niet
vermeend onrecht; voor ieder bij u zich klagende had u een sterk welwillend
en luisterend oor.
Heer Vissers, u, door mijn geachte voorganger betiteld als het loze vissertje,
had als vijfde liefde de cultuur-techniek, met name ten aanzien van het buiten
gebied.
Heer van der Kooij, vele malen tijdens uw betoog in tweede termijn geïnterrum
peerd, zelfs ook door uw voorzitter, bleef u niettemin de koele, zich beheersende
bestuurder, die al dan onmiddellijk inspeelde op de al dan niet ondeugende,
zelfs terechte reacties.
Heer van den Bliek, u, die zich presenteerde als een snel stromende vliet, wist
steeds ieders aandacht voor zich op te eisen met name ten aanzien van specifiek
milieu-technische zaken.
En u heer Oosthoek, terecht dat reeds in een zeer vroeg stadium uw naam
bekendheid verkreeg middels een encyclopedie; u bediende zich steeds van een
rustig, goed, gemotiveerd en opbouwend betoog, dat om ieders respect vroeg,
de inhoud daarvan nadien wel of niet overnemend.
Ik zeg u dank voor uw inzet en getoond verantwoordelijkheidsgevoel alsmede
voor het vertrouwen dat ook u mij schonk. Ik hoop, dat u ook de komende perio
de het raadswerk - zij het nu op afstand - wilt blijven volgen. Ter onderstreping
van mijn erkentelijkheid en waardering moge ik ook u een goede fles wijn aanbie
den.
Vervolgens dankt de heer van der Westen als volgt:
"Geachte aanwezigen,
Terugblikkend op de afgelopen bestuursperiode het volgende. De onderliggende
verhoudingen tussen de verschillende fracties zijn altijd goed geweest. Dat
men niet altijd precies hetzelfde dacht over diverse voorstellen is vanzelfspre
kend. Meestal kwam men gelukkig toch altijd tot verantwoorde besluiten en
dit in het belang van de Prinsenbeekse gemeenschap, waar het toch uiteindelijk
om begonnen was. Dat niet altijd alle verzoeken kunnen worden ingewilligd
spreekt voor zichzelf. Het moet redelijk en niet onredelijk zijn. Dan wil ik
toch wel een enkel woord van waardering richten tot het gemeentepersoneel.
Zowel binnen- als buitendienst. Steeds een volledige inzet. Steeds bereid de
mensen te adviseren en behulpzaam te zijn waar dit nodig en mogelijk was.
Ik hoop dat dit alles in de toekomst op dezelfde wijze zal geschieden, in ons
aller belang. Ook spreek ik bij deze de hoop en verwachting uit dat het nu
te vormen college van burgemeester en wethouders zich volledig zal blijven
inzetten voor het belang van onze Prinsenbeekse gemeenschap. In de voorbije
periode is gebleken dat de meeste voorstellen van de zijde van burgemeester
en wethouders goed en doordacht waren, hoewel ook hier tegenstellingen waren
te constateren. Dit geldt in mindere mate voor wat betreft de burgemeester.
Hiervoor mijn compliment."