-13- Mevrouw van Esch spreekt haar dankwoord uit als volgt: "Geachte voorzitter en andere aanwezigen, Het functioneren in een raad is eigenlijk niet alleen voor mannen weggelegd. Ik hoop dat ik daar een beetje een bewijs van heb geleverd. Ook vrouwen die interesse hebben in politiek, zowel politiek met hoofd- als met kleine letters, kunnen best meedenken. De vrouw in Prinsenbeek fietst namelijk door het dorp, doet boodschappen, brengt kinderen naar school, moet een huis inrichten en neemt veel deel aan het verkeer. Daarom vind ik het vreemd dat de vrouw, in de goede betekenis, niet zo geëmancipeerd is. Wij zitten helemaal niet in de verkeerscommissie, het is nog steeds een mannenaangelegenheid hier in Prinsenbeek. In de commissie ruimtelijke ordening zit geen vrouw. De planning van Moleneind en de Markt zijn ook zaken, waarbij vrouwen een heel goede inbreng kunnen leveren. Drieënhalf jaar heb ik mee mogen functioneren. Ik heb dat gedaan en "ja" gezegd, omdat ik vind dat wij er niet alleen maar over moeten praten maar dat wij ook verantwoordelijkheid moeten dragen. Ik heb dat geprobeerd samen met 1^ collega's, dat mijzelf heel goed bevallen is. Er is helemaal geen belemmering voor mij geweest omdat het allemaal mannen zijn. Het was voor mij een fijne ervaring waar ik met heel veel plezier op terug zal kijken. Ze hebben mij prima geholpen en ik denk dat we samen een gedeelde verantwoordelijkheid hebben gedragen. Alle zaken hebben we niet af kunnen werken. We hebben bijvoorbeeld veel gesproken over de koffieprijs in Eikebos, maar echter niet over de commissie die er functioneert. Dat is jammer, want ik had er graag aan bijgedragen. Ook het muziekonderwijs had ik graag mee afgewerkt, maar het kan niet. Ik ben blij dat er nu twee dames in de raad komen. De voorzitter hoeft niet meer te zeggen: mevrouw en mijne heren, maar kan zeggen: dames en heren. Dat is eerlijker en ook evenwichtiger. Ik wil iedereen bedanken die mij het vertrouwen heeft gegeven en daarbij wil ook ik de ambtenaren bedanken voor de verkregen hulp bij telefonische of per soonlijke vragen." De heer van der Westen wil aan zijn dankwoord nog toevoegen dat hij dit alles heeft kunnen doen in de afgelopen jaren dankzij zijn echtgenote. Die zat vaak alleen met het gezin en hij had naast het raadslidmaatschap ook nog een volle werkkring. Het is hem altijd gelukt,dankzij haar. De heer Vissers dankt als volgt: "Ieder die zich beschikbaar stelt voor het raadswerk voelt zich betrokken bij het wel en wee van de inwoners voor wiens belangen men mede verantwoordelijk is. Bij het begin van een raadsperiode stippel je een lijn uit met goede voorne mens van wat je hoopt tot stand te kunnen brengen. De voorzitter heeft al opgesomd van wat er van tot stand is gekomen, dus dat wil ik niet herhalen. Toch blijkt na zo'n periode dat niet alles kon zoals je gedacht had. Mijn waardering voor de inzet van de ambtenaren binnen en buiten het gemeente huis, voor het college in zijn geheel en voor de voorzitter in het bijzonder, wil ik bij het verlaten van de gemeenteraad uitspreken. De verhoudingen tussen het college en raad, tussen de diverse groeperingen hier rond de tafel heb ik als erg positief ervaren. Het samen verantwoordelijk zijn bleek tot ieder te zijn doorgedrongen. Voor mij als ruim 63-er is dit afscheid van de raad definitief. Op afstand blijf ik geïnteresseerd de ontwikkelingen volgen. Ik heb er vertrouwen in dat ook met de nieuwe raad, waarbij een flink aantal nieuwkomers is goed werk kan worden geleverd in het belang van onze gemeente. Dank aan de voorzitter, de overige college-leden, aan de collegae-raadsleden en niet in de laatste plaats aan alle ambtenaren, want zij waren goede informanten met kennis van zaken. Dank u." De heer Nagelkerke spreekt als volgt: "Ik heb eens iemand horen zeggen, dat als je van een dorp houdt, van de mensen die er wonen en van de dingen die het dorp je biedt, dan moet je nooit in de politiek gaan. Ik heb een ander horen zeggen dat als dat zo is, je er juist wel in moet gaan. Toen heb ik altijd gedacht, wie het weet mag het zeggen en toen kwam ik in de gemeenteraad. Toen heb ik er iets van geproefd. En als

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 76